Home

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers

Geldig van 1 oktober 2021 tot 1 juli 2027
Geldig van 1 oktober 2021 tot 1 juli 2027

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers

Opschrift


[Regeling ingetrokken per 01-07-2027]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 april 2020, nr. 2020-0000051085;

Gelet op artikel 78f van de Participatiewet en artikel 63 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord 14 april 2020, No.W12.20.0110/III;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 april 2020, nr. 2020-0000052742;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definitiebepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • algemene de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

  • verklaring: verklaring als bedoeld in artikel 2;

  • wet: Participatiewet;

  • zelfstandige: de rechthebbende, bedoeld in artikel 11, van de wet die achttien jaar of ouder is maar de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep hier te lande en die;

    1. voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening daarvan;

    2. ten minste 1.225 uur per jaar besteedt aan werkzaamheden voor het bedrijf of zelfstandig beroep; en

    3. alleen of samen met degene met wie hij het bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent de volledige zeggenschap in dat bedrijf of zelfstandig beroep heeft en de financiële risico’s daarvan draagt.

Artikel 2. Kring van rechthebbenden

1.

De aanvrager van algemene bijstand of bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal op grond van dit besluit verklaart schriftelijk dat hij aan artikel 1, onderdeel b, voldoet.

2.

Algemene bijstand of bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal op grond van dit besluit kan worden verleend aan de zelfstandige die op 17 maart 2020 stond ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in artikel 2, van de Handelsregisterwet 2007 en schriftelijk verklaart dat diens bedrijf of zelfstandig beroep financieel is geraakt als gevolg van de crisis in verband met COVID-19.

3.

Algemene bijstand op grond van dit besluit wordt niet verleend aan de zelfstandige die algemene bijstand ontvangt op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 3. De aanvraag

Artikel 4. Aanvraagformulier

Hoofdstuk 2. Algemene bijstand

Artikel 5. Verklaring bij de aanvraag

Artikel 6. Het inkomen

Artikel 7. Het vermogen

Artikel 8. Vorm van de bijstand

Artikel 9. Duur en periode van de bijstand

Artikel 9a. Activering

Hoofdstuk 3. Bijstand voor bedrijfskapitaal

Artikel 10. Liquiditeitsprobleem

Artikel 11. Zelfstandigen in een samenwerkingsverband

Artikel 12. Verklaring bij de aanvraag

Artikel 13. Vorm van de bijstand

Artikel 14. Rente, looptijd en moment van aanvraag van de lening

Artikel 15. Hoogte van de lening

Artikel 16. Verplichtingen verbonden aan de lening

Hoofdstuk 4. Ministeriële regelingen

Artikel 17. Uitbreiding kring van rechthebbenden

Artikel 18. Delegatie met betrekking tot het recht op bijstand

Artikel 18a. Uitbreiding periode en duur van de regeling

Hoofdstuk 5. Financiering en verantwoording

Artikel 19. Vergoeding

Artikel 19a. Vergoeding voor onverschuldigd verleende voorschotten

Artikel 20. Voorschot op de vergoeding

Artikel 21. Vaststelling van de vergoeding

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 21a. Overgangsrecht

Artikel 22. Inwerkingtreding

Artikel 23. Citeertitel