Besluit Tijdelijke wet Groningen
Besluit Tijdelijke wet Groningen
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 26 maart 2020, nr. WJZ / 20082968, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister voor Rechtsbescherming;
Gelet op de artikelen 4, achtste lid en 9, tweede lid, van de Tijdelijke wet Groningen en artikel 37h van de Wet waardering onroerende zaken;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 mei 2020, nr. W18.20.0080/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 8 juni 2020 , nr. WJZ / 2014492
Hebben goedgevonden en verstaan:
§ 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aanvraag om schadevergoeding: aanvraag om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de wet;
coördinator: coördinator als bedoeld in artikel 10l;
NPR: door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven Nederlandse Praktijkrichtlijn;
programma: programma van aanpak als bedoeld in artikel 13g, eerste lid, van de wet;
rijksambtenaren: degenen die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn;
samenloop: situatie waarin een gebouw in een programma is opgenomen en de eigenaar van dat gebouw een aanvraag om schadevergoeding heeft ingediend waarop nog niet is beslist;
tegemoetkoming: tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1b;
typologie: bij ministeriële regeling vastgestelde verzameling gebouwen met dusdanig vergelijkbare constructieve kenmerken dat hun gedrag bij en weerstand tegen aardbevingen zich op een vergelijkbare wijze laat beschrijven;
versterkingsmaatregelen: maatregelen als bedoeld in artikel 13j, eerste lid, onderdeel a, van de wet;
waardedaling: waardedaling van een woning als gevolg van het risico op beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of als gevolg van de gasopslag Norg;
wet: Tijdelijke wet Groningen.