Aanvullingsregeling bodem Omgevingswet
Aanvullingsregeling bodem Omgevingswet
Opschrift
Aanhef
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de richtlijn zuiveringsslib;
Gelet op de artikelen 2.21, 5.34, tweede lid, 16.55, tweede lid, 16.88, derde en vierde lid, van de Omgevingswet, de artikelen 2, aanhef en onder d, 3, eerste en tweede lid, 4 en 5 van de Kaderwet subsidies I en M, artikel 23, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 1.1, vierde lid, tweede zin, van de Wet milieubeheer, de artikelen 10, eerste lid, en 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet, de artikelen 15, 19, 27 en 28 van de Landbouwwet, artikel 8.70g, derde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, de artikelen 1a, tweede lid, 5, 11f, vijfde lid, en 11h, vierde lid, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, artikel 20, eerste lid, aanhef en onder b, van het Drinkwaterbesluit en de artikelen 28, 36 en 70 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;
BESLUITEN: