College van Beroep voor het bedrijfsleven, 30-09-2014, ECLI:NL:CBB:2014:367, AWB 11/881
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 30-09-2014, ECLI:NL:CBB:2014:367, AWB 11/881
Gegevens
- Instantie
- College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum uitspraak
- 30 september 2014
- Datum publicatie
- 30 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:CBB:2014:367
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2011:BT1902, Overig
- Zaaknummer
- AWB 11/881
- Relevante informatie
- Telecommunicatiewet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024]
Inhoudsindicatie
Telecommunicatiewet, boete
Uitspraak
Uitspraak
Zaaknummer: 11/881
15351
Uitspraak van de meervoudige kamer van 30 september 2014 op het hoger beroep van:
(gemachtigde: mr. A.G.D. van der Wolk),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 september 2011, kenmerk AWB 10/3059 TELEC-T1 in het geding tussen
appellante
en
de Autoriteit Consument en Markt (ACM), gedaagde
(gemachtigde: mr. J. Bootsma).
Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen:
BT Nederland N.V., te Amsterdam,
Colt Technology Services B.V., te Amsterdam,
Tele2 Nederland B.V., te Amsterdam,
UPC Nederland Business B.V., te Amsterdam,
Verizon Nederland B.V., te Amsterdam,
(derde-partijen, gemachtigden: mr. J. Bessems).
Procesverloop
Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 september 2011 (ECLI:NL:RBROT:2011:BT1902).
ACM en de derde-partijen hebben een reactie op het hoger beroepschrift ingediend.
Ten aanzien van een aantal stukken die ACM verplicht is over te leggen, heeft zij meegedeeld dat uitsluitend het College daarvan kennis zal mogen nemen. Bij beslissing van 8 juli 2013 heeft het College de gevraagde beperking van de kennisneming van de stukken gerechtvaardigd geacht. De derde-partijen hebben het College toestemming verleend om mede op grondslag van deze stukken uitspraak te doen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 mei 2014. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Grondslag van het geschil
1.1. Voor een uitgebreidere weergave van het verloop van de procedure, het wettelijk kader en de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden, voor zover niet bestreden, wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. Het College volstaat met het volgende.
1.2. Bij besluit van 30 december 2009 (het boetebesluit) heeft ACM aan appellante een boete opgelegd van (het College leest met de rechtbank:) € 523.164,- wegens overtreding van de non-discriminatieverplichting, de meldingsplicht en de transparantieverplichting, die aan appellante zijn opgelegd in, voor zover van belang, het marktanalysebesluit "de retailmarkten voor vaste telefonie" van 21 december 2005 (het retailbesluit). Aan het boetebesluit ligt een boeterapport van 12 oktober 2009 ten grondslag. Tegen het boetebesluit heeft appellante bezwaar gemaakt.
1.3. Bij haar besluit van 17 juni 2010, waartegen het beroep bij de rechtbank was gericht, heeft ACM het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Volgens ACM heeft appellante in de periode februari 2006 tot januari 2008 aan 46 afnemers van WorldlineXL en Belzakelijk (Company) tevens kortingen verstrekt door het leveren van ‘Actiekorting Internationaal’ (AI). ACM heeft hierbij overwogen dat door de verbondenheid tussen AI en WorldlineXL en Belzakelijk (Company) sprake is van het aanbieden van een nieuwe dienst binnen het gereguleerde domein. Appellante heeft bij het aanbieden van deze nieuwe dienst niet voldaan aan de aan haar opgelegde verplichtingen.
Uitspraak van de rechtbank
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.