Centrale Raad van Beroep, 12-03-2014, ECLI:NL:CRVB:2014:827, 12-1038 WW-R
Centrale Raad van Beroep, 12-03-2014, ECLI:NL:CRVB:2014:827, 12-1038 WW-R
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 12 maart 2014
- Datum publicatie
- 12 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2014:827
- Formele relaties
- Te rectificeren uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2013:2499
- Zaaknummer
- 12-1038 WW-R
Inhoudsindicatie
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van ECLI:NL:CRVB:2013:2499 (12-1038 WW, 20-11-2013), zie ECLI:NL:CRVB:2013:2999 (12-1038 WW-G, 20-11-2013) voor de gerectificeerde tekst.
Uitspraak
12/1038 WW-R
Datum uitspraak: 12 maart 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 20 november 2013, 12/1038 WW
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft geconstateerd dat in zijn uitspraak van 20 november 2013 met het registratienummer 12/1038 WW in het dictum een onjuist terugvorderingsbedrag staat vermeld.
In het dictum staat vermeld:
“bepaalt dat appellant een bedrag aan ten onrechte ontvangen WW-uitkering van € 2.568,81 aan het Uwv terugbetaalt;”
Hier dient te staan:
“bepaalt dat appellant een bedrag aan ten onrechte ontvangen WW-uitkering van € 2.586,81 aan het Uwv terugbetaalt;”
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een reactie van de uitspraak.
Partijen hebben geen reactie gegeven.
De Raad wijzigt de tweede bepaling in het dictum van de uitspraak van 20 november 2013 als volgt.
“bepaalt dat appellant een bedrag aan ten onrechte ontvangen WW-uitkering van € 2.586,81 aan het Uwv terugbetaalt;”
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep rectificeert de uitspraak van 20 november 2013 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier als voorzitter en B.M. van Dun en C.C.W. Lange als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2014.
(getekend) H.G. Rottier
(getekend) R.L. Rijnen