Gerechtshof Amsterdam, 29-09-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3883, 23-004069-14
Gerechtshof Amsterdam, 29-09-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3883, 23-004069-14
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 29 september 2016
- Datum publicatie
- 29 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:3883
- Zaaknummer
- 23-004069-14
Inhoudsindicatie
coffeeshop
Uitspraak
parketnummer: 23-004069-14
datum uitspraak: 29 september 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 oktober 2014 in de strafzaak onder parketnummer 13-650294-13 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,
adres: [adres] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 juli 2015 en – na tussenarrest van 16 juli 2015 – van 15 september 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf voor de duur van tweehonderdveertig uren, subsidiair honderdtwintig dagen hechtenis. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd de in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte te retourneren.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de beslissing tot bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de inbeslaggenomen goederen – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof:
- een in de overweging van de rechtbank gemaakte kennelijke verschrijving zal verbeteren;
- de motivering van de beslissing om artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) toe te passen zal aanvullen met de hierna volgende overweging, gelet op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep van de zijde van het openbaar ministerie is aangevoerd.