Gerechtshof Amsterdam, 14-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3581, 200.294.491/01 NOT
Gerechtshof Amsterdam, 14-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3581, 200.294.491/01 NOT
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 14 december 2021
- Datum publicatie
- 4 januari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2021:3581
- Zaaknummer
- 200.294.491/01 NOT
Inhoudsindicatie
Klacht tegen notaris. Schending zorgplicht artikel 17 lid 1 Wna. Intrekking klacht na hoger beroep. Artikel 99 lid 22 Wna. Voortzetting behandeling op grond van algemeen belang.
Uitspraak
beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.294.491/01 NOT
nummer eerste aanleg : SHE/2020/65
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 14 december 2021
inzake
[notaris 1] ,
notaris te [plaats] ,
appellante,
gemachtigde: mr. A.H.C. Lengton, advocaat te Rotterdam,
tegen
[klaagster] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. G.W.J. van Dijke, advocaat te Middelburg.
Partijen worden hierna de notaris en klaagster genoemd.
1 De zaak in het kort
De notaris heeft een testament gepasseerd waarin een erflater klaagster heeft benoemd als zijn enige erfgename (bij eerste erfstelling). Klaagster had een langdurige affectieve relatie met de erflater, maar er was geen huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingsovereenkomst. Klaagster verwijt de notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de totstandkoming van het testament. De notaris had erflater moeten informeren en/of adviseren over de substantiële (fiscale) consequenties van dit testament.
2 Het geding in hoger beroep
Appellante (hierna: de notaris) heeft op 18 mei 2021 een beroepschrift met producties bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort ’s-Hertogenbosch (hierna: de kamer) van 19 april 2021 (ECLI:NL:TNORSHE:2021:11).
Klaagster heeft op 27 augustus 2021 een verweerschrift met producties bij het hof ingediend.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 30 september 2021. De notaris, vergezeld van haar gemachtigde, en klaagster, vergezeld van haar gemachtigde, zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van de notaris aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota. Aan het einde van de mondelinge behandeling is medegedeeld dat de beslissing op 14 december 2021 zou worden gegeven.
Bij e-mail van 5 november 2021 heeft de gemachtigde van de notaris het hof bericht dat de notaris en klaagster tot een compromis zijn gekomen, waarvan onderdeel uitmaakt dat klaagster de klacht intrekt. In verband daarmee heeft de gemachtigde verzocht de bestreden beslissing te vernietigen en de klacht alsnog niet-ontvankelijk te verklaren. Bij e-mail van 8 november 2021 heeft de gemachtigde van klaagster bevestigd dat de notaris en klaagster tot een compromis zijn gekomen en medegedeeld dat wat klaagster betreft de klacht niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
3 De ontvankelijkheid van de klacht
De enkele omstandigheid dat klaagster de klacht heeft ingetrokken, brengt niet mee dat de klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Bij het notaristuchtrecht is immers niet alleen het belang van de klager betrokken, maar ook het algemeen belang dat het notariaat functioneert met inachtneming van de daaraan te stellen normen. Dat betreft zowel het belang van het notariaat als beroepsgroep als, gezien de positie van het notariaat in de samenleving, het belang van de samenleving als geheel. Ook het belang van de notaris over wie geklaagd is, dient in de beoordeling te worden betrokken.
Het hof is van oordeel dat in dit geval het voormeld algemeen belang vordert dat het hof uitspraak doet op de klacht. Dit oordeel is gebaseerd op de aard van de klacht. De aard van de klacht brengt mee dat het hof zich uitspreekt, niet alleen over de vraag of de verweten gedragingen klachtwaardig zijn, maar (in het bevestigende geval) ook over de vraag welke maatregel passend en geboden is.