Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8892, 200.141.674
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8892, 200.141.674
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 18 november 2014
- Datum publicatie
- 17 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:8892
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:6443, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 200.141.674
Inhoudsindicatie
Koop recreatiewoning, ontbinding op grond van art. 7:2 lid 2 BW
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.141.674/01(zaaknummer rechtbank Arnhem C/05/242369)
arrest van de eerste kamer van 18 november 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Recreatie Verkoop B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Recreatie Verkoop,
advocaat: mr. H.G.M. van Lotringen, kantoorhoudend te Ede,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats]
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: [geïntimeerde],
advocaat: mr. E.J. van Os, kantoorhoudend te Wijk bij Duurstede.
1 Het geding in eerste aanleg
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen van 19 juni 2013 en 2 oktober 2013 van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, team kanton en handelsrecht.
2 Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 13 december 2013,
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord.
Ten slotte hebben partijen hun dossiers overgelegd en arrest verzocht en heeft het hof arrest bepaald.
3 De omvang van het hoger beroep
De vordering in hoger beroep van Recreatie Verkoop luidt:"appellante concludeert dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, moge behagen bij arrest uitvoerbaar bij voorraad te vernietigen het tussen- en eindvonnis van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen [het hof verstaat: Arnhem], op 19 juni 2013 en 2 oktober 2013, onder zaak- en rolnummer C/05/242369 / HAZA 13-280, tussen partijen gewezen, en opnieuw rechtdoende, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad, appellante alsnog haar vorderingen toe te wijzen, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties".
Het hoger beroep is gericht tegen zowel het tussenvonnis van 19 juni 2013 als tegen het eindvonnis van 13 december 2013. Tegen het tussenvonnis zijn echter geen grieven geformuleerd zodat het hoger beroep in zoverre zal worden verworpen.