Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-08-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6121, 200.217.164

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-08-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6121, 200.217.164

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
4 augustus 2020
Datum publicatie
28 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:6121
Formele relaties
Zaaknummer
200.217.164

Inhoudsindicatie

Internationale koopovereenkomst afdekfolie biogasinstallatie; Artikel 39 CISG, tijdig klagen/garantie; bevoegdheid niet-contractspartij om voor eigen rekening als procespartij op te treden; vernietiging overeenkomst vanwege dwaling (normaal gebruik, effect vergistingsversnellers; onvolledige informatie); samenloop vordering uit dwaling (vernietiging) met vordering uit tekortkoming (schadevergoeding), geen specifieke rechtsgrond.

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.217.164

(zaaknummer rechtbank Overijssel 176295)

arrest van 4 augustus 2020

in de zaak van

de rechtspersoon naar buitenlands recht

Poldanor S.A., thans handelend onder de naam: Goodvalley Agro S.A.

gevestigd te Prdzechlewo (Polen),

appellante,

in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,

hierna: Poldanor,

advocaat: mr. B. Sujecki,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Wiefferink B.V.,

gevestigd te Oldenzaal,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,

hierna: Wiefferink,

advocaat: mr. S.M.I. van Loon.

Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 15 maart 2017 dat de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo heeft gewezen.

1 Het geding in hoger beroep

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:- de dagvaarding in hoger beroep van 2 juni 2017,- de memorie van grieven (met vier producties),- de memorie van antwoord,- de pleidooien overeenkomstig de pleitnotities. Hierbij is akte verleend van de stukken die bij bericht van 26 februari 2020 door mr. Sujecki namens Poldanor zijn ingebracht.

1.2.

Na afloop van de pleidooien heeft het hof arrest bepaald (op één dossier).

2 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de volgende feiten.

2.1

Poldanor drijft in Polen een agrarische onderneming (varkensfokkerijen). De varkensmest die daarbij wordt geproduceerd wordt door Poldanor benut voor het winnen van een biogas, te weten methaan.

2.2

Biogaswinning vindt plaats in tanks of silo's waarin energierijke stoffen, zoals bijvoorbeeld varkensmest, mais en verhakseld gras, worden verwarmd, zodat die stoffen door vergisting biologisch worden afgebroken en het in dat vergistingsproces ontstane methaan kan worden gewonnen. Toevoeging van stoffen zoals olie, methanol en glycerine leidt tot een versnelling van het vergistingsproces.

2.3

Wiefferink produceert en verhandelt opslag- en afdeksystemen, onder meer voor biogasinstallaties. Deze afdekinstallaties voor biogasinstallaties (ook aangeduid als “tankcover”, “silocover” of soms eenvoudigweg als “cover” of “dak”) zijn bestemd voor het afdekken van tanks of silo’s waarin biogas wordt gewonnen, en bestaan voor een belangrijk deel uit folie.

2.4

In augustus 2007 hebben partijen voor het eerst zaken met elkaar gedaan. Wiefferink verkocht en leverde aan Poldanor toen voor het eerst een afdekinstallatie voor een biogasinstallatie. In die periode was Poldanor net begonnen met biogasproductie als verwerkingsmethode voor haar varkensmest. Wiefferink had inmiddels al jaren ervaring opgedaan met het leveren van afdekinstallaties voor biogasinstallaties, met name in Duitsland. Poldanor was een van haar eerste klanten in Polen. Partijen hebben altijd met elkaar in het Engels gecommuniceerd.

2.5

In de jaren daarna is een aantal overeenkomsten gevolgd, waarbij op verzoek van Poldanor afdekinstallaties door Wiefferink zijn verkocht en geleverd voor biogasinstallaties op verschillende locaties in Polen: in mei 2009 voor de locatie Nacław en in 2010 voor de locaties Płaszczyca, Świelino en Uniechówek. In een aantal van de desbetreffende offertes heeft Wiefferink aan Poldanor de gebruikte folie van kunststof omschreven als “a PVC coating and a heavy gauge polyester, weight 850 gr/m2, with extra reinforcement straps”. Voor zover het gaat om de overeenkomst betreffende de locatie Uniechówek wordt deze hierna ook aangeduid als de eerste bestelling voor Uniechówek.

2.6

In oktober 2010 heeft Wiefferink projecten van Poldanor bezocht (in Pawłówko, Kujanki, Płaszczyca en Świelino). Hierna heeft Wiefferink bij e-mailbericht van 21 oktober 2010 aan Poldanor onder meer geschreven als volgt: "(...) But we can tell you that the oil and the high percentage of glycerin is NOT good for the foil. So for sure we have to look for another foil that is suitable for the different kinds of liquids that comes into the basin. As far as I can remember we always talk about a standard biogas installation, but this is not standard, standard is slurry corn and at the most 10% of glycerin. (…)"

2.7

Op 15 december 2010 heeft Poldanor Wiefferink gevraagd om een offerte voor een afdekinstallatie (“rectangular earth tank”) voor de locatie Uniechówek. In de desbetreffende aanvraag stond onder meer vermeld: “(…) A t t e n t i o n ! The cover foil must be resistant to biogass and biomass (gliceryne, oil, manure, maize, fat and alcohol) with 5 years guarantee. (…)” In of omstreeks januari 2011 heeft Wiefferink aan Poldanor verkocht en geleverd een “earth tank cover”, die was vervaardigd van een materiaal dat op de orderbevestiging door Wiefferink is aangeduid als “Stamoid 3739 FR special for biogas with 5 year guaranty”. Deze overeenkomst wordt hierna ook aangeduid als de tweede bestelling voor Uniechówek.

2.8

De koopprijzen voor de hiervoor vermelde leveranties zijn voldaan.

2.9

Op 22 april 2013 heeft Poldanor bij Wiefferink per e-mail onder meer melding gemaakt van problemen met de folie in Świelino, waarvan het oppervlak dunner was geworden en de kleur veranderd. Daarop heeft Wiefferink gereageerd op 25 april 2013 met de mededeling dat kleurverandering kan voorkomen, dat dit veroorzaakt wordt door de voeding van de biogasinstallatie, dat niet duidelijk is welk materiaal dit veroorzaakt maar dat kleurverandering niet de dichtheid of levensduur van de folie aantast.

2.10

Bij brief van 4 september 2013 heeft Poldanor een aantal klachten bij Wiefferink neergelegd, betreffende de folie in onder meer de biogasinstallaties in Uniechówek en Świelino. Het gaat om kleurverandering en het dunner en ruwer worden van de folie of om de aanwezigheid van een kleverige substantie bovenop de folie. Bij brief van 9 september 2013 heeft Poldanor vergelijkbare klachten over de biogasinstallaties in Płaszczyca en Nacław bij Wiefferink neergelegd. Bij e-mailberichten van 12 en 14 september 2013 heeft Poldanor aan Wiefferink nadere informatie verstrekt over de samenstelling van het biogas, het gebruik van glycerine en methanol in sommige biogasinstallaties, en gevraagd naar de specificaties en eigenschappen van de folie die is gebruikt voor de afdekinstallaties in Uniechówek, Płaszczyca, Nacław en Świelino, en om de leveranciers van de folie uit te nodigen bij de volgende bijeenkomst.

2.11

Bij e-mailbericht van 24 september 2013 heeft Wiefferink aan Poldanor het KIWA-rapport met specificaties gestuurd met betrekking tot de folie BensoNyl 52.085 van de leverancier (voorheen Van Besouw, thans Icopal).

2.12

Op 9 oktober 2013 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Poldanor en een vertegenwoordiger van Wiefferink. Daarvan is door Poldanor een gespreksverslag opgemaakt.

2.13

In of omstreeks november 2013 zijn partijen overeengekomen dat Wiefferink een “cover” zou vervangen in Uniechówek. De prijs bedroeg € 28.185,00. Partijen zijn toen overeengekomen dat van dat bedrag slechts 50% zou behoeven te worden betaald als zou komen vast te staan, dat Wiefferink aanvankelijk een ongeschikt product zou hebben geleverd. Als niet zou komen vast te staan dat het gebrek aan het geleverde product aan Wiefferink te wijten zou zijn, zou Poldanor de volle reparatiekosten van € 28.185,00 verschuldigd zijn. Poldanor heeft een gedeelte van € 14.092,50 van de prijs betaald. Hierna wordt dit ook aangeduid als de vervangende afdekinstallatie voor Uniechówek.

3 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

In conventie:

3.1

Poldanor heeft (na eiswijziging) in eerste aanleg - samengevat - gevorderd:

primair: om de bij dagvaarding omschreven koopovereenkomsten ten aanzien van de koop van afdekinstallaties voor vergisters van biogasinstallaties op grond van dwaling te vernietigen (en om) Wiefferink te veroordelen tot betaling van € 415.657,50, als vergoeding voor de door Poldanor betaalde koopprijzen voor de afdekinstallaties, met de wettelijke handelsrente vanaf 7 september 2015,

subsidiair: om voor recht te verklaren dat deze koopovereenkomsten met terugwerkende kracht zijn ontbonden en (om) Wiefferink te veroordelen tot betaling van € 415.657,50 als vergoeding voor de door Poldanor betaalde koopprijzen voor de afdekinstallaties, met de wettelijke handelsrente vanaf 7 september 2015,

en om daarnaast Wiefferink te veroordelen:

- tot betaling van € 248.038,57 als vergoeding voor de vervanging van de afdekfolie, met de

wettelijke handelsrente vanaf 7 september 2015,

- tot betaling van € 282.375,00 als vergoeding voor gederfde winst, met de wettelijke handelsrente vanaf 7 september 2015,

- tot betaling van € 6.775,00 ter vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, en

- in de proceskosten.

3.2

Aan haar vorderingen heeft Poldanor primair ten grondslag gelegd dat zij bij het sluiten van de onderhavige overeenkomsten heeft gedwaald. Aan haar subsidiaire vorderingen heeft Poldanor ten grondslag gelegd dat de door Wiefferink geleverde afdekkingen niet beantwoordden aan de overeenkomsten. De algemene voorwaarden van Wiefferink maken volgens Poldanor geen deel uit van de tussen partijen gesloten overeenkomsten, althans zijn deze voorwaarden onredelijk bezwarend.

3.3

Wiefferink heeft zich tegen deze vorderingen verweerd.

In reconventie

3.4

Wiefferink vordert - samengevat - betaling van de helft van het reparatiebedrag voor de vervangende afdekinstallatie voor Uniechówek, zijnde € 14.092,50 met rente en kosten.

3.5

Wiefferink heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd de gemaakte afspraak dat Poldanor slechts gehouden zou zijn tot betaling van de helft van de totale kosten van vervanging van de “cover” in Uniechówek, als zou komen vast te staan dat Wiefferink een onjuist product zou hebben geleverd. Volgens Wiefferink is uit KIWA onderzoek gebleken dat het geleverde folie geschikt was voor biogas en heeft Wiefferink dus aanspraak op de nog onbetaalde helft.

3.6

Poldanor heeft zich tegen deze vordering verweerd.

Het bestreden vonnis

3.7

De rechtbank heeft bij vonnis van 15 maart 2017 de vorderingen in conventie afgewezen, met (uitvoerbaar bij voorraad verklaarde) veroordeling van Poldanor in de kosten van de procedure, begroot op € 3.864,00 voor verschotten en € 10.320,00 voor salaris van de advocaat aan de zijde van Wiefferink.

In reconventie heeft de rechtbank bij genoemd vonnis Poldanor veroordeeld om aan Wiefferink te betalen € 14.092,50, vermeerderd met rente, en in de proceskosten, begroot op € 1.158,00 aan de zijde van Poldanor.

Het vonnis is, voor zover het de voornoemde veroordelingen (in conventie en in reconventie) betreft, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3.8

De dragende overwegingen van de rechtbank in conventie waren daarbij naar de kern de volgende. Het beroep op dwaling is verworpen. Door Wiefferink zijn geen onjuiste mededelingen gedaan over de eigenschappen van de folie en de geschiktheid voor biogas. De spreekplicht is evenmin verzaakt, nu niet is gesteld dat Wiefferink toen al kon weten dat Poldanor andere stoffen zou toevoegen aan de vergisting en niet aannemelijk is gemaakt dat dit indertijd gangbaar was. Het beroep op non-conformiteit is beoordeeld aan de hand van het Weens Koopverdrag en de toepasselijk geachte algemene voorwaarden van Wiefferink, met als conclusie dat Poldanor te laat heeft geklaagd.

3.9

In reconventie is overwogen dat niet is gesteld of gebleken dat Wiefferink op grond van de overeenkomst een folie moest leveren met andere of betere eigenschappen dan het geleverde product, dat geschikt was voor biogas en dat Wiefferink dus aanspraak heeft op het volledige bedrag.

4 De motivering van de beslissing in hoger beroep

5 De slotsom

6 De beslissing