Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4512, 200.283.225
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4512, 200.283.225
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 30 mei 2023
- Datum publicatie
- 19 september 2023
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2023:4512
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:1137
- Zaaknummer
- 200.283.225
Inhoudsindicatie
Beroepsaansprakelijkheid accountant (wettelijke en niet wettelijke taken). Belang uitspraak tuchtrechter. Eigen schuld (6:101 BW). ECLI:NL:HR:2006:AW2080 en ECLI:NL:HR:2021:149 en ECLI:NL:HR:2017:2452.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden/Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof: 200.283.225
zaaknummer rechtbank: 325850
arrest van 30 mei 2023
in de zaak van
1 [appellante] ,
die woont in [woonplaats1] ,
die woont in [woonplaats2] ,
die gevestigd is in Bilthoven,
die hoger beroep hebben ingesteld,
en die bij de rechtbank optraden als eisers,
hierna: samen [appellanten] en ieder afzonderlijk [appellante] , [appellant] en Cimijo,
advocaat: mr. M.J. Bruins Slot
tegen
1 [geïntimeerde1] ,
die woont in [woonplaats3] ,
die woont in [woonplaats4] ,
die gevestigd is in Doetinchem,
en die bij de rechtbank optraden als gedaagden,
hierna: [geïntimeerde1] , [geïntimeerde2] en [geïntimeerde3] en [geïntimeerde1] en [geïntimeerde3] gezamenlijk [geïntimeerden1 en 3] ,
advocaat: mr. F.T. Serraris
1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
[appellanten] hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de rechtbank in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 25 september 2019 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding in hoger beroep
- -
-
de memorie van grieven
- -
-
de memorie van antwoord
- -
-
het tussenarrest van 26 oktober 2021 (bepaling mondelinge behandeling)
- -
-
een akte overlegging producties 58 en 59 van de zijde van [appellanten]
- -
-
een akte overlegging productie 60 van de zijde van [appellanten]
Naar aanleiding van het tussenarrest van 26 oktober 2021 heeft op 7 juli 2022 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna heeft het hof opnieuw arrest bepaald.
In de memorie van grieven hebben [appellanten] het tegen [geïntimeerde2] ingestelde hoger beroep ingetrokken. Als gevolg daarvan zullen [appellanten] , voor zover het hoger beroep tegen [geïntimeerde2] is ingesteld, niet ontvankelijk worden verklaard.
Aan deze (hoofd)zaak is een vrijwaringszaak verbonden met zaaknummer: 200.283.424. In de vrijwaringszaak hebben onder meer [geïntimeerde1] en [geïntimeerde3] een vordering ingesteld tegen [naam1] (verder: [naam1] ). Deze zaak staat nu op de rol van 27 juni 2023 voor beslissing van het hof over de verdere voortgang.