Home

Gerechtshof Den Haag, 28-09-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1999, 200.265.351/01

Gerechtshof Den Haag, 28-09-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1999, 200.265.351/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
28 september 2021
Datum publicatie
25 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:1999
Formele relaties
Zaaknummer
200.265.351/01

Inhoudsindicatie

Slaapwachten moeten op grond van de cao Sociaal Werk, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening over de slaapuren 100% loon krijgen en niet slechts 50%. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.265.351/01

Zaaknummer rechtbank : 7279451 RL EXPL 18-23249

inzake

wonende te Den Haag,

2. [appellant 2],

wonende te [woonplaats] ,

appellanten,

hierna te noemen: [appellant 1] en [appellant 2] ,

advocaat: mr. P. van Wegen te Den Haag,

tegen

gevestigd te Den Haag,

geïntimeerde,

hierna te noemen: Exodus,

advocaat: mr. D. Strörmann te Rotterdam.

1. Deze zaak gaat over twee werknemers die als slaapwacht werkzaam zijn. Zij vinden dat zij op grond van de Cao Sociaal Werk, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening voor een slaapdienst 100% van hun loon betaald moeten krijgen en willen betaling van achterstallig loon. De werkgever vindt dat tijdens de slaapuren alleen 50% van het loon betaald hoeft te worden. De kantonrechter heeft de werkgever gelijk gegeven.

Procesverloop

2. Bij exploot van 13 juni 2021 zijn [appellant 1] en [appellant 2] in hoger beroep gekomen van een door de kantonrechter Den Haag tussen partijen gewezen vonnis van 14 maart 2019 (het vonnis). Bij arrest van 15 oktober 2019 is een comparitie gelast. Deze heeft op verzoek van [appellant 1] en [appellant 2] niet plaatsgevonden. Bij memorie van grieven hebben [appellant 1] en [appellant 2] één (ongenummeerde) grief aangevoerd. Bij memorie van antwoord, met producties, heeft Exodus de grief bestreden. Vervolgens hebben [appellant 1] en [appellant 2] nog een akte van repliek genomen. Exodus heeft hierop gereageerd door middel van een akte van dupliek. Vervolgens heeft Exodus de (aanvullende) stukken overgelegd en is om arrest gevraagd. De datum van het arrest is nader bepaald op heden.

De feiten waarover partijen het eens zijn

3.1

Voor zover de door de kantonrechter in het vonnis vastgestelde feiten door partijen niet zijn bestreden, zal ook het hof daarvan uitgaan. Met inachtneming van hetgeen in hoger beroep verder als onbestreden is komen vast te staan, gaat het in deze zaak om het volgende.

3.2

Exodus is onderdeel van de Vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland. Het doel van Exodus is het vergroten van de kansen van (ex-)gedetineerden op een geslaagde terugkeer in de samenleving. Dit doel wordt onder meer nagestreefd door het bieden van begeleid wonen en ambulante hulpverlening.

3.3

[appellant 2] is op [datum 1] in dienst getreden bij Exodus in de functie van slaapwacht. Partijen zijn een arbeidsduur overeengekomen van laatstelijk 23 uur per week en een brutoloon van € 17,31 per uur.

3.4

[appellant 1] is op [datum 2] in dienst getreden bij Exodus in de functie van slaapwacht. Partijen zijn een arbeidsduur overeengekomen van laatstelijk 12 uur per week en een brutoloon van € 17,31 per uur.

3.5

Op beide arbeidsovereenkomsten is de Cao Sociaal Werk, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (de cao) van toepassing. Dit was eerst (onder een andere naam) de cao 2016-2017, daarna de cao 2017-2019 en thans de (per 1 juli 2021) verlengde cao 2019-2021. De cao’s en in elk geval de hierna te noemen relevante bepalingen, zijn telkens door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard. De cao luidt, voor zover hier relevant:

“ 5.5 SLAAPDIENSTEN

A Dit artikel is alleen van toepassing op werknemers werkzaam in een instelling of organisatie zoals in artikel 1.1. B sub 6a.

Een slaapdienst is een aaneengesloten deel van een dienst waarin de werknemer aanwezig is in de instelling of organisatie en rust geniet maar op oproep beschikbaar moet zijn voor het verrichten van noodzakelijke en onvoorziene bedongen werkzaamheden.

B De tijd waarin een werknemer een slaapdienst verricht is arbeidstijd in de zin van de Arbeidstijdenwet en telt daarom mee als arbeidstijd voor de toepassing van de maximale arbeidstijd en minimale rusttijd op grond van de Arbeidstijdenwet.

De tijd die de werknemer doorbrengt in een slaapdienst en waarin de werknemer geen arbeid verricht telt niet als een gewerkt uur in het kader van de individueel overeengekomen gemiddelde arbeidsduur (zie ook artikel 6.14 Slaapdiensttoeslag).

(…)

6.14

SLAAPDIENSTTOESLAG

De werknemer die een slaapdienst verricht op grond van de bepalingen in artikel 5.5 ontvangt daarvoor een compensatie in de vorm van doorbetaalde vrije tijd ter grootte van 50% van de duur van de slaapdienst. De werkgever kan besluiten om deze compensatie in vrije tijd om te zetten in een financiële vergoeding op basis van het voor de werknemer geldende uurloon.

In plaats van de hierboven vermelde vergoeding ontvangt de werknemer het geldende uurloon als op oproep de bedongen arbeid wordt verricht. Als binnen een half uur na het beëindigen van de arbeid die uit een oproep voortvloeit de werknemer opnieuw op basis van een oproep werkzaamheden verricht, ontvangt hij voor de tussenliggende tijd het voor hem geldende uurloon.

De werknemer die op grond van zijn arbeidsovereenkomst uitsluitend slaapdiensten verricht, ontvangt over de feitelijke verrichte dan wel ingeroosterde uren het volledige voor hem geldende uurloon.”

3.6

De cao kent de functie van slaapwacht niet. Noch de arbeidsovereenkomst, noch de cao bevat een omschrijving van de werkzaamheden die aan de functie van slaapwacht zijn verbonden.

3.7

De werkzaamheden van [appellant 1] en [appellant 2] als slaapwacht laten zich als volgt beschrijven. De slaapwacht is gedurende zijn dienst aanspreekpunt voor de bewoners van het Exodus-huis. Hij vervult ten opzichte van de bewoners een sociale rol en biedt een luisterend oor waar dat nodig is. De slaapwacht heeft geen actief begeleidende, maar wel een signalerende rol ten behoeve van de begeleiders van de bewoners. De slaapwacht moet daarom de rapportages met betrekking tot de bewoners lezen en bijwerken. De dienst van de slaapwacht begint met een overdracht van de begeleiders van de avonddienst. De slaapwacht houdt bij wie van de bewoners in het pand is en of de bewoners op tijd binnen zijn. De bewoners melden zich bij de slaapwacht af als zij zich terugtrekken op hun kamer. De slaapwacht vertelt de bewoners of zij een urinetest moeten doen. De controle daarvan wordt door de slaapwacht gedaan. De slaapwacht loopt daarna nog een ronde, waarna de rusttijd aanvangt. In de ochtend wordt ook wel eens een urinecontrole gedaan. Verder controleert de slaapwacht of de bewoners zijn opgestaan en naar hun werk zijn gegaan. De slaapwacht draagt vervolgens op zijn beurt over aan de medewerkers van de ochtendbegeleiding. Tijdens de langere diensten behoort eveneens tot de taken van de slaapwacht het opruimen van de urinemonsters en de uitkomsten van de onderzoeken, het maken van een corveerooster en het bijvullen van formulieren.

3.8

Het (huidige) weekrooster van Exodus kent op maandag tot en met donderdag een indeling met onder andere de volgende benoemde diensten:

- ochtenddienst 8:30-13:30 uur;

- dagdienst 8:30-16:30 uur;

- middagavonddienst 14:00-22:00 uur;

- avonddienst 16:00-22:00 uur;

- slaapdienst 21:30-09:00 uur de volgende dag.

Op vrijdag geldt een iets afwijkende indeling: dan werkt de dagdienst tot 19:00 uur. In het weekend geldt een weekenddienst van 10:45 tot 18:45 uur.

Op vrijdag en zaterdag vangt de slaapdienst aan om 18:30 uur en eindigt om 11:00 uur. De slaapdienst van zondag vangt eveneens aan om 18:30 uur maar eindigt op maandag om 9:00 uur. De slaapwachten worden alleen voor de hier genoemde slaapdiensten ingezet. Voor alle overige diensten wordt de begeleiding ingezet. De slaapdiensten duren respectievelijk 11,5 uur (maandag tot en met donderdag), 13,5 uur (vrijdag), 16,5 uur (zaterdag) en 14,5 uur (zondag). Hiervan maken steeds 7 uren deel uit die voor de rust zijn bestemd.

3.9

Bij brief van 8 maart 2018 van hun gemachtigde hebben [appellant 2] en [appellant 1] met een beroep op artikel 6.14 van de cao aanspraak gemaakt op uitbetaling van achterstallig loon.

De eisen van [appellant 1] en [appellant 2] , het verweer van Exodus en het vonnis van de kantonrechter in eerste aanleg

4.1

[appellant 1] en [appellant 2] hebben - kort samengevat - in eerste aanleg een verklaring voor recht gevorderd dat op basis van artikel 6.14 cao de slaapdiensten, vanaf maart 2013 tot het moment dat het dienstverband op rechtsgeldige wijze is beëindigd, op basis van 100% van het geldende salaris en emolumenten uitbetaald moeten worden.

Verder hebben zij gevorderd:

- het overleggen van een berekening van het bruto bedrag aan achterstallig salaris voor de ‘slaapuren’ over de periode maart 2013 tot 1 oktober 2019, op straffe van een dwangsom;

- uitbetaling van het geaccordeerde bedrag aan [appellant 1] en [appellant 2] binnen twee werken na akkoordverklaring door hen met de berekening;

- betaling van de wettelijke verhoging, wettelijke rente en de proceskosten.

4.2

[appellant 1] en [appellant 2] hebben daartoe aangevoerd dat zij zijn aangenomen als slaapwacht om uitsluitend nachtdiensten te verrichten. Zij verrichten geen andere diensten bij Exodus zoals de dagdienst en de avonddienst. Die andere diensten worden verricht door de begeleiders. [appellant 1] en [appellant 2] stellen dat zij weliswaar voor en na de slaapdienst werkzaamheden verrichten die niet onverwacht zijn, maar die wel onlosmakelijk verbonden zijn aan het werk van slaapwacht. In de weekenden beginnen de slaapwachtdiensten al vroeg omdat Exodus met het inzetten van slaapwachten wil besparen op loonkosten. Art 6.14 is specifiek in de cao opgenomen om een onderscheid te maken tussen medewerkers die naast hun normale diensten soms een slaapdienst moeten verrichten, en medewerkers voor wie het draaien van slaapdiensten de kern van hun werk betreft. Het kan niet zo zijn dat een werkgever door medewerkers voorafgaand of aansluitend aan hun slaapdienst nog wat structurele werkzaamheden te laten verrichten onder art. 6.14 cao uit zou kunnen komen. Er zijn geen werknemers die alleen maar slaapdiensten verrichten in die zin dat zij voor de volledige duur dat zij zijn ingeroosterd uitsluitend rust genieten en alleen op afroep werkzaamheden verrichten.

4.3

Exodus heeft in eerste aanleg - kort samengevat - geconcludeerd dat de vordering van [appellant 1] en [appellant 2] afgewezen moet worden, dan wel dat de periode van nabetaling beperkt moet worden tot de periode van 18 maart 2018 tot 1 oktober 2018, en dat [appellant 1] en [appellant 2] veroordeeld moeten worden tot betaling van de proceskosten.

4.4

Exodus stelt zich op het standpunt dat uit de definitie van slaapdienst volgt dat de slaapdienst uitsluitend ziet op dat deel van de dienst waarin men rust geniet. Voor dat gedeelte geldt dat compensatie plaatsvindt voor 50% van de duur van de slaapdienst. Indien er sprake is van een incident in de periode waarin rust wordt genoten, zal de werknemer worden opgeroepen om bepaalde werkzaamheden uit te voeren die op dat moment door het incident noodzakelijk en/of onvoorzien zijn geworden. Voor de tijd dat de werknemer daar mee bezig is, wordt dan het geldende uurloon (dat wil zeggen 100%) betaald. [appellant 1] en [appellant 2] verrichten niet uitsluitend slaapdiensten, zij doen daarnaast ook andere vaste werkzaamheden, niet zijnde werkzaamheden op afroep. Daarmee vallen zij onder de 50%-100%-toeslagregeling, niet onder de 100%-toeslagregeling.

4.5

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de vorderingen van [appellant 1] en [appellant 2] afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten (€ 480,- aan salaris gemachtigde). Kort gezegd overwoog de kantonrechter dat slaapdienst in de cao wordt omschreven als een “deel van een dienst”, hetgeen impliceert dat de dienst meer kan omvatten dan alleen de “slaapdienst”. Het begrip “slaapdienst” is aldus uitdrukkelijk beperkt tot dat deel van de dienst waarin de werknemer rust geniet. Onder het genieten van rust kan niet worden begrepen de werkzaamheden die [appellant 1] en [appellant 2] ook verrichten zoals het onderhouden van sociale contacten met de bewoners, het bijhouden van de aanwezigheid van de bewoners en het uitvoeren van urinecontroles. Deze werkzaamheden zijn ook niet zo beperkt van aard en omvang of zo onlosmakelijk verbonden met de slaapdienst dat deze geacht moeten worden onder het begrip “slaapdienst” te vallen. [appellant 1] en [appellant 2] verrichten dus niet “uitsluitend slaapdiensten” in de zin van artikel 6.14 cao. Alle diensten die zij verrichten, omvatten mede een slaapdienst, maar daarnaast worden door hen ook gedurende een substantieel aantal uren werkzaamheden verricht die niet kwalificeren als “slaapdienst” in de zin van de cao.

De eisen van [appellant 1] en [appellant 2] in hoger beroep

Beslissing