Home

Gerechtshof Den Haag, 28-02-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:253, 200.300.347/01

Gerechtshof Den Haag, 28-02-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:253, 200.300.347/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
28 februari 2023
Datum publicatie
7 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:253
Formele relaties
Zaaknummer
200.300.347/01

Inhoudsindicatie

Gelijke of gelijkwaardige functie in de zin van Artikel 8 Waadi (oud). Beloningscomponenten inlenersbeloning. Geen ambtshalve toepassing CAO voor uitzendkrachten.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

zaaknummer : 200.300.347/01

zaaknummer rechtbank : 8902930 CV EXPL 20-43399

arrest van 28 februari 2023

inzake

DOSIGN STAFFING B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

appellante in principaal appel,

geïntimeerde in incidenteel appel

advocaat: mr. P.P. Bergers kantoorhoudend in Barendrecht,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde in principaal appel,

appellant in incidenteel appel,

advocaat: mr. Th.H.P. van den Kieboom kantoorhoudend in Utrecht.

Partijen worden hierna Dosign en [geïntimeerde] genoemd.

1 Waar deze zaak over gaat

Het hof oordeelt dat de uitgezonden werknemer een gelijke of gelijkwaardige functie heeft in de zin van artikel 8 lid 1 Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (hierna Waadi) als werknemers in dienst van de inlener. Het hof is niet gehouden de cao voor Uitzendkrachten ambtshalve toe te passen. Die cao is algemeen verbindend verklaard en recht in de zin van artikel 79 Wet op de rechterlijke organisatie (hierna: RO), maar niet van openbare orde. Een aantal vorderingen van de werknemer betreft geen loon in de zin van artikel 8 lid 1 Waadi (oud).

2 Procesverloop in hoger beroep

Bij exploot van 16 september 2021 met producties is Dosign in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 25 juni 2021. De appeldagvaarding bevat de grieven en een bewijsaanbod.

Bij memorie van antwoord tevens incidenteel appel heeft [geïntimeerde] de grieven van Dosign bestreden, producties in het geding gebracht, bewijs aangeboden en één grief in incidenteel appel voorgesteld.

Dosign heeft hierna een memorie van antwoord in incidenteel appel tevens akte overlegging producties genomen. [geïntimeerde] heeft vervolgens bij akte bezwaar gemaakt tegen de inhoud van laatstgenoemde memorie voor zover die betrekking heeft op het principale appel, op welk bezwaar Dosign bij antwoord-akte heeft gereageerd.

Op 8 december 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten, die het woord hebben gevoerd aan de hand van aan het hof overgelegde aantekeningen. Op de mondelinge behandeling heeft de voorzitter medegedeeld dat het hof – gezien het terechte bezwaar van [geïntimeerde] daartegen – geen kennis heeft genomen van de memorie van antwoord in incidenteel appel van Dosign voor zover deze geen betrekking heeft op het toe te wijzen percentage wettelijke verhoging over het gevorderde loon (het onderwerp dat [geïntimeerde] in zijn incidenteel appel aan de orde heeft gesteld).

Ten slotte is de datum voor arrest bepaald.

3 Feiten


De kantonrechter heeft in het vonnis een aantal feiten als tussen partijen vaststaand weergegeven. Deze feiten zijn tussen partijen niet in geschil en dienen ook het hof tot uitgangspunt. Aangevuld met andere tussen partijen vaststaande feiten gaat het in deze zaak om het volgende:

  1. Dosign maakt onder meer haar bedrijf van het uitlenen van “net op de arbeidsmarkt startend technisch personeel aan opdrachtgevers met de intentie dat de desbetreffende werknemers uiteindelijk in dienst kunnen treden, bij de opdrachtgever in kwestie”.

  2. Dosign heeft op 27 september 2007 een zogenoemde Mantelovereenkomst met (een rechtsvoorgangster van) AkzoNobel Projects & Engineering (hierna: Akzo) gesloten waarin de voorwaarden op grond waarvan zij personeel aan Akzo ter beschikking zou stellen zijn opgenomen. Voor ieder personeelslid werden vervolgens aanvullende afspraken gemaakt.

  3. [geïntimeerde], geboren op [geboortedatum], is met ingang van 5 oktober 2015 bij Dosign in dienst getreden. In de arbeidsovereenkomst, gedateerd 28 september 2015, is in lid 1 onder meer bepaald: “Uw werkzaamheden bestaan uit: diverse Process Engineering werkzaamheden. Deze werkzaamheden behoren tot de functie van [functie], die u uitvoert voor Akzo Nobel Projects & Engineering BV”

  4. De arbeidsovereenkomst tussen Dosign en [geïntimeerde] is geëindigd met ingang van 1 mei 2017. Met ingang van die datum is [geïntimeerde] in dienst getreden bij Akzo in de functie van [functie].

4 Beoordeling

5 Beslissing