Gerechtshof Den Haag, 04-04-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:550, 200.312.465
Gerechtshof Den Haag, 04-04-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:550, 200.312.465
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 4 april 2023
- Datum publicatie
- 9 februari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2023:550
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2021:16553, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Zaaknummer
- 200.312.465
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht, ontslag op staande voet. Vechtpartij op de werkvloer.
Uitspraak
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.312.465/01
Zaaknummer rechtbank : 9286544/21-50403
Beschikking van 4 april 2023
in de zaak van
Kwik-Fit Nederland B.V.,
gevestigd in Harderwijk,
verzoekster in hoger beroep,
advocaat: mr. A.J. Verweij, kantoorhoudende in Ermelo,
tegen:
[verweerder] ,
wonend in [woonplaats],
verweerder in hoger beroep,
advocaat: mr. K.S. Loilargosain, kantoorhoudende in Den Haag.
Het hof zal partijen hierna Kwik-Fit en [verweerder] noemen.
1 De zaak in het kort
Deze zaak gaat over een werknemer die op staande voet is ontslagen omdat hij op de werkvloer met een collega heeft gevochten. Aan de orde is de vraag of de werkgever onverwijld aan de werknemer de reden heeft meegedeeld voor het ontslag op staande voet. Verder moet het hof beoordelen of sprake is van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt.
2 Procesverloop in hoger beroep
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
- -
-
het verzoekschrift in hoger beroep (met bijlagen), ingekomen op de griffie van het hof op [datum 5] 2022, waarmee Kwik-Fit in hoger beroep is gekomen van de tussenbeschikking van 3 november 2021 en de eindbeschikking van 21 februari 2022 van de kantonrechter Den Haag;
- -
-
het verweerschrift in hoger beroep van [verweerder], met bijlagen;
Op 25 november 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Ten behoeve van de mondelinge behandeling heeft Kwik-Fit de producties 17-20 overgelegd. De advocaten hebben de zaak toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen die zij aan het hof hebben overgelegd. Van de mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgemaakt. De mondelinge behandeling is geschorst vanwege een wrakingsverzoek van de zijde van Kwik-Fit.
Nadat het wrakingsverzoek door de Wrakingskamer van dit hof was afgewezen, is de mondelinge behandeling op 3 februari 2023 voortgezet voor re- en dupliek. Van de zijde van Kwik-Fit is ten behoeve van de repliek een pleitnotitie overgelegd. Ook van deze mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgemaakt.
3 Feiten en procedure bij de kantonrechter
De kantonrechter heeft in de bestreden tussenbeschikking onder 2.1 tot en met 2.12 een aantal feiten vastgesteld. In grief 2 heeft Kwik-Fit in de nrs. 51-58 aangevoerd dat de feitenvaststelling door de kantonrechter gebrekkig is. Het hof zal bij de beoordeling rekening houden met de bezwaren van Kwik-Fit. Voor zover Kwik-Fit erover klaagt dat de kantonrechter een aantal feiten ten onrechte niet heeft opgenomen in de feitenvaststelling, kan dit niet leiden tot vernietiging van de bestreden beschikkingen. De kantonrechter was niet gehouden alle vaststaande feiten te vermelden, maar mocht een selectie maken van de feiten die zij relevant achtte voor haar oordeel.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
i. [verweerder] is op [datum 1] 2009 in dienst getreden bij Kwik-Fit. De laatste functie die hij vervulde was die van [functie] tegen een salaris van € 2.025,15 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en een bonus.
Op maandagochtend [datum 2] 2021 heeft zich op de werkvloer een incident (een vechtpartij) voorgedaan tussen [verweerder] en zijn collega [collega]. Omdat zich op de werkvloer een beveiligingscamera bevindt, zijn er van dit incident camerabeelden beschikbaar.
Kwik-Fit heeft diezelfde dag beide werknemers geschorst.
Op [datum 5] 2021 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] en Kwik-Fit over het incident van [datum 2] 2021.
[verweerder] is op [datum 3] 2021 telefonisch op staande voet ontslagen naar aanleiding van het incident op [datum 2] 2021.
Bij brief van [datum 4] 2021 heeft Kwik-Fit het volgende aan [verweerder] geschreven:
“Hierbij bevestigen wij dat u, aansluitend op uw schorsing van maandag [datum 2] 2021, op vrijdag [datum 3] 2021 op staande voet bent ontslagen. Dit heeft uw Regio Sales Manager, de heer [manager], u op vrijdag [datum 3] telefonisch meegedeeld.
Tot dit ontslag is, na overleg met de Directie en afweging van alle omstandigheden besloten, omdat vast is komen te staan dat u ernstig misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat wij in u gesteld hebben. Dit heeft u veroorzaakt doordat u zich schuldig heeft gemaakt aan het mishandelen, het grovelijk beledigen en het op ernstige wijze bedreigen van uw collega, de heer [collega].
Op maandagochtend [datum 2] 2021 heeft er – tijdens het werk in het filiaal – tussen u en uw collega de heer [collega], aansluitend op een verbale scheldpartij over en weer, een vechtpartij plaatsgevonden. Uw leidinggevende de heer [leidinggevende], Senior Manager, heeft u uit elkaar getrokken en, na overleg met zijn leidinggevende, de heer [manager], geschorst.
Op [datum 5] 2021 heeft u een gesprek gehad, in het kader van hoor en wederhoor, met de heer [manager] en de heer [HR specialist], HR Specialist. In dit gesprek hebben we u gevraagd wat er zich op maandagochtend [datum 2] 2021 volgens u heeft plaatsgevonden. U vertelde dat u die ochtend croissants had gehaald voor uw collega’s en uzelf. Uw collega de heer [collega] zou bij het uitdelen van deze croissants zijn overgeslagen. Volgens u was de heer [collega] daar ontstemd over. Zo ontstemd dat hij u herhaaldelijk uitmaakte voor ‘kanker koelie’. U reageerde daarop door te zeggen: ‘je vader’. Waarop de heer [collega] volgens u reageerde met: ‘je moeder, je kanker moeder’.
Daarop bent u, volgens uw zeggen, op de heer [collega] afgestapt om hem aan te spreken en te vragen om zich te gedragen en te stoppen. Voor zover u zich het nog kon herinneren, vertelde u: ‘Heb ik dat alleen met woorden gedaan en voordat ik het wist lag ik op de grond. Ik was gevallen en toen is hij boven op mij gesprongen’. De heer [leidinggevende] heeft u en de heer [collega] vervolgens uit elkaar gehaald. U bent toen uw wonden gaan verzorgen. Volgens u heeft de heer [collega] u geschopt, geslagen en gekrabd.
U vertelde ons vervolgens dat u op 20 mei 2021 een afspraak had gemaakt bij de politie om aangifte tegen de heer [collega] te doen van mishandeling.
Vervolgens heeft de heer [manager] u verteld dat uit de beveiligingscamerabeelden een ander beeld naar voren komt. De beelden laten zien dat er over en weer wordt “gesproken”. Op een gegeven moment draait u zich om en stapt u driftig af op de heer [collega]. Bij de heer [collega] aangekomen haalt u direct met u rechtervuist uit naar de heer [collega]. Hierop slaat de heer [collega] gelijktijdig terug. De heer [collega] en u slaan vervolgens een tiental seconden op elkaar in met een ongekende agressie. Daarna volgt een worsteling waarbij u beiden op de grond belandt. Dit gebeurt achter een auto en daardoor buiten het beeld van de beveiligingscamera. Daarna zien we dat de heer [leidinggevende] door een collega over de vechtpartij wordt gewaarschuwd en haast hij zich om u uit elkaar te halen.
Uit de gesprekken met uw collega’s die getuigen waren van deze onacceptabele vechtpartij houdt het echter hier niet op. Het schelden en wederzijds bedreigen blijft doorgaan. Volgens de verklaringen van uw collega’s heeft u nog geroepen: ‘ik neuk je moeder. Ik kom je thuis opzoeken en ik pak je nog wel’.
Het gedrag en het handelen van de heer [collega] kwalificeert u als mishandeling en daarvoor heeft u een afspraak gemaakt bij de politie om aangifte te doen. Echter blijkt duidelijk uit de beveiligingscamerabeelden dat u zich ook schuldig maakt aan wat u de heer [collega] verwijt. KwikFit is zeer geschrokken van de explosie van agressie en voor haar is het duidelijk dat uw gedrag en handelen grensoverschrijdend en volstrekt onacceptabel is.
Gezien de genoemde feiten die ieder voor zich, althans in onderling verband, reden geven voor ontslag op staande voet, kunnen wij niets anders, dan concluderen dat u op grove wijze misbruik heeft gemaakt van ons vertrouwen. Dit vertrouwen is onherstelbaar geschaad. Wij zien ons dan ook genoodzaakt tot het nemen van bovenstaande maatregel en stellen u hierbij aansprakelijk voor alle schade, die wij door uw toedoen hebben geleden of nog zullen lijden. (…)”
Ook [collega] is naar aanleiding van het incident op staande voet ontslagen.
In deze procedure heeft [verweerder] zich op het standpunt gesteld dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven, dat aan hem niet onverwijld mededeling is gedaan van de reden voor het ontslag en dat er geen sprake is van een dringende reden. Hij heeft de kantonrechter, na wijziging van zijn verzoek, verzocht om Kwik-Fit te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding op grond van art. 7:681 lid 1 BW, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. Verder heeft hij verzocht Kwik-Fit te veroordelen tot betaling van vakantietoeslag over de periode 1 juni 2020 tot en met [datum 3] 2021 en een eventueel nog verschuldigde bonus. Tot slot heeft [verweerder] verzocht om Kwik-Fit – op straffe van verbeurte van een dwangsom – te veroordelen tot het verstrekken van een eindafrekening.
Kwik-Fit heeft de verzoeken van [verweerder] weersproken (behoudens het verzoek tot betaling van de vakantietoeslag). Zij heeft bij wijze van zelfstandig verzoek de kantonrechter verzocht om toekenning van een gefixeerde schadevergoeding van € 2.603,76 netto.
In de tussenbeschikking heeft de kantonrechter geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven op de grond dat Kwik-Fit niet heeft voldaan aan de voorwaarde dat zij de dringende redenen onverwijld en kenbaar heeft meegedeeld aan [verweerder]. Verder heeft de kantonrechter Kwik-Fit opgedragen feiten en omstandigheden te bewijzen die de conclusie rechtvaardigen dat [verweerder] een ernstig verwijt kan worden gemaakt van de vechtpartij tussen hem en [collega] op [datum 2] 2021. Kwik-Fit heeft hierop te kennen gegeven niet tot bewijslevering te zullen overgaan.
In de eindbeschikking heeft de kantonrechter geoordeeld dat Kwik-Fit het opgedragen bewijs niet heeft geleverd. Kwik-Fit is veroordeeld tot betaling aan [verweerder] van een bedrag van € 7.186,38 bruto ter zake van de onregelmatige opzegging, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2021, een bedrag van € 8.709,86 bruto aan transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 12.000,- bruto. Verder is Kwik-Fit veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.859,23 bruto aan vakantietoeslag. Voor het overige zijn de verzoeken van [verweerder] afgewezen. Ook het zelfstandige verzoek van Kwik-Fit is afgewezen. Kwik-Fit is veroordeeld in de kosten van de procedure.