Home

Gerechtshof Den Haag, 20-02-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:275, 200.328.394/01

Gerechtshof Den Haag, 20-02-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:275, 200.328.394/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
20 februari 2024
Datum publicatie
21 maart 2024
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:275
Zaaknummer
200.328.394/01

Inhoudsindicatie

Werknemer wil doorbetaling loon tijdens ziekte. Werkgever betwist ziekte en ziekmelding. Eerst in hoger beroep overlegt werknemer deskundigenverklaring van UWV waarin staat dat werknemer ziek was. Het hof oordeelt dat ziekmelding geen vereiste is voor recht op loondoorbetaling tijdens ziekte. Veroordeelt werkgever tot loondoorbetaling over laatste maanden van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.328.394/01

Zaak-/rekestnummer rechtbank : 10260608 / HA VERZ 22-111

beschikking van 20 februari 2024

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats],

verzoeker in principaal hoger beroep,

verweerder in incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: [verzoeker],

advocaat: mr. L.A. Jansen te Oud-Beijerland (gemeente Hoeksche Waard),

tegen

Aquabouw B.V.,

gevestigd te Numansdorp (gemeente Hoeksche Waard),

verweerster in principaal hoger beroep,

verzoekster in incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: Aquabouw,

advocaat: mr. M.J. op 't Ende te Rotterdam.

het hof zal partijen hierna noemen [verzoeker] en Aquabouw

1 De zaak in het kort

De werknemer wil doorbetaling van zijn loon tijdens ziekte maar de werkgever betwist dat de werknemer zich heeft ziekgemeld. In hoger beroep legt de werknemer een deskundigenverklaring van het UWV over waarin staat dat de werknemer ziek was. Het hof oordeelt dat de ziekmelding geen vereiste is voor het recht op loondoorbetaling tijdens ziekte en veroordeelt de werkgever het loon te betalen voor de maanden dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nog geduurd heeft.

2 Procesverloop in hoger beroep

Bij beroepschrift, met bijlagen, ter griffie ingekomen op 14 juni 2023 is [verzoeker] in hoger beroep gekomen van de beschikking van de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, van 27 maart 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:2571). Aquabouw heeft een verweerschrift, tevens incidenteel hoger beroep, ingediend. [verzoeker] heeft nog een verweerschrift in incidenteel beroep ingediend.

Op 16 november 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen de zaak hebben toegelicht. Van die zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is gezonden en dat zich bij de stukken bevindt. Vervolgens is een datum voor de beschikking bepaald.

3 Feitelijke achtergrond

3.1

[verzoeker] en [naam] (hierna: [bestuurder 1]), bestuurder van Aquabouw, zijn meer dan twintig jaar bevriend geweest. [verzoeker] heeft door persoonlijke omstandigheden (onder andere verslavingsproblematiek en depressie) twaalf jaar niet gewerkt tot [bestuurder 1] hem aanbood bij Aquabouw in dienst te treden.

3.2

[verzoeker] is op 6 april 2022 bij Aquabouw in dienst getreden als onderhoudsmonteur op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, tot en met 31 oktober 2022. Het salaris bedroeg € 1.725,- bruto per maand, exclusief vakantiegeld, voor 40 uur per week.

3.3

Op 12 juli 2022 in de ochtend heeft [verzoeker] met [bestuurder 1] gebeld en gevraagd om die dag vrij te mogen nemen. [bestuurder 1] heeft daarmee ingestemd. [verzoeker] heeft [bestuurder 1] op 12 juli 2022 nog een tweede keer gebeld. Naar aanleiding van dat gesprek heeft [bestuurder 1] [verzoeker] vrij gegeven tot en met vrijdag 15 juli 2022.

3.4

Op zondag 17 juli 2022 heeft [bestuurder 1] [verzoeker] opgezocht. [verzoeker] verbleef toen bij zijn vriendin. Partijen hebben met elkaar in de tuin gesproken.

3.5

Op maandag 18 juli 2022 heeft de vriendin van [verzoeker] een WhatsApp-bericht aan de heer [bestuurder 2], bestuurder van Aquabouw, gezonden: “[verzoeker] [[verzoeker]] is op dit moment echt helemaal op (…). [bestuurder 1] zegt dat [verzoeker] zn projectje is, en wil hem wegkrijgen uit die donkere grot, en dat siert hem. Maar na 12 jaar niet werken, naar opeens 24 uur per dag bezig zijn met je werk, is nogal een omschakeling. (…). Nadat [bestuurder 1] gister langs was geweest sloeg [verzoeker] weer helemaal vast. Wilde gaan werken om [bestuurder 1] maar niet teleur te stellen, maar was volledig in tranen. (…). Ik ben degene die heeft gezegd dat werken geen optie was. Beter aan te sterken en dan volgende week er voor jou te zijn als [bestuurder 1] met vakantie is. [bestuurder 1] heeft diverse malen gevraag of [verzoeker] vakantie wilde, maar die vond dat ie dat nog niet verdiend had. (Hij had gehoopt niet in te storten) (…) Ik hoop dat jij deze signalen herkent.. Duidelijk begin overspannen. Maar als dit zn ontslag betekend, prima. (…) Nogmaals, [verzoeker] weet hier niks van. (…). Ik had gewoon stiekem gehoopt dat [bestuurder 1] iets meer begrip zou hebben toen hij [verzoeker] in tranen en enorm verward aan de telefoon”.

3.6

[verzoeker] is vanaf 12 juli 2022 tot het einde van de arbeidsovereenkomst op 31 oktober 2022 niet meer op het werk verschenen.

3.7

Bij brief van 9 november 2022 heeft de advocaat van [verzoeker] aanspraak gemaakt op het loon, vakantiedagen en vakantiegeld over de periode van 12 juli 2022 tot en met 31 oktober 2022.

3.8

[verzoeker] heeft op 6 januari 2023 een deskundigenoordeel aangevraagd bij het UWV over zijn arbeidsongeschiktheid.

4 Procedure bij de kantonrechter

5 Verzoek in hoger beroep

6 Beoordeling in hoger beroep