Gerechtshof Leeuwarden, 19-11-2008, BG4804, 107.004.831 (voorheen Rekestnummer 0800185)
Gerechtshof Leeuwarden, 19-11-2008, BG4804, 107.004.831 (voorheen Rekestnummer 0800185)
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 19 november 2008
- Datum publicatie
- 19 november 2008
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHLEE:2008:BG4804
- Zaaknummer
- 107.004.831 (voorheen Rekestnummer 0800185)
Inhoudsindicatie
De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw tot vaststelling van alimentatie afgewezen, omdat het gedrag van de vrouw jegens de man zodanig grievend en kwetsend is dat van hem naar redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd dat hij een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud voldoet. Het hof onderschrijft dit oordeel met aanvulling van de gronden waarop het berust.
In afwijking van het gebruik dat in zaken tussen gewezen echtelieden de kosten van de procedure worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, ziet het hof aanleiding de vrouw te veroordelen in de kosten van het hoger beroep. Het hof is van oordeel dat de vrouw dit hoger beroep lichtvaardig heeft ingesteld, omdat zij redelijkerwijs niet anders kon en mocht verwachten dan dat zij in appel geheel in het ongelijk zou worden gesteld.
Uitspraak
Beschikking d.d. 19 november 2008
Zaaknummer 107.004.831 (voorheen Rekestnummer 0800185)
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
gemeente [gemeente],
appellante,
tevens geïntimeerde in het incidenteel appel,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. T. Bijlsma, kantoorhoudende te Bolsward,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
gemeente [gemeente],
geïntimeerde,
tevens appellant in het incidenteel appel,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. G.A. Pots, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 5 december 2007 heeft de rechtbank Leeuwarden het verzoek van de vrouw tot vaststelling van partneralimentatie afgewezen.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 5 maart 2008, heeft de vrouw verzocht deze beschikking te vernietigen en opnieuw beslissende te bepalen dat de man haar partneralimentatie verschuldigd is, zoals in dat beroepschrift nader omschreven.
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 17 april 2008, heeft de man het verzoek bestreden en verzocht de beschikking van 5 december 2007 te bekrachtigen, met veroordeling van de vrouw in de kosten van deze procedure. De man heeft bij dit verweerschrift tevens incidenteel appel ingesteld, waarop de vrouw bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 19 mei 2008, heeft gereageerd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken, waaronder een brief d.d. 7 oktober 2008 van mr. Pots, een brief d.d. 14 oktober 2008 met bijlagen van mr. Pots en een brief van d.d. 16 oktober 2008 met bijlage van mr. I.J. Woltman, kantoorgenoot van mr. Bijlsma.
Ter zitting van 30 oktober 2008 is de zaak behandeld. Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
De beoordeling
1. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw afgewezen, omdat naar haar oordeel het gedrag van de vrouw jegens de man zodanig grievend en kwetsend is dat van hem naar redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd dat hij een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw voldoet.
2. De man heeft zich in dit verband beroepen op een groot aantal Sms-berichten die, naar de vrouw niet heeft betwist, van haar afkomstig zijn. Deze berichten beslaan de periode van 25 november 2006 tot 14 juni 2007. Soms verzond de vrouw een aantal berichtjes op dezelfde dag. Uit de inhoud blijkt enerzijds dat zij de man graag wil terugwinnen, anderzijds dat zij, kennelijk uit woede over het uitblijven van voor haar gunstige reacties van de man, hem met grote regelmaat onder vuur neemt.
3. Zoals algemeen bekend is, gaat de afwikkeling van een huwelijksrelatie zelden van een leien dakje. De emoties over de beëindiging van het huwelijk brengen partijen er soms toe elkaar over en weer van alles toe te voegen en aan te doen wat zij in normale omstandigheden zouden nalaten. Bij de beoordeling van de vraag of de verplichting van de ene partner jegens de andere tot het bijdragen in zijn of haar levensonderhoud op grond van het gedrag van die ander dient te vervallen, past de rechter grote terughoudendheid. Wil de rechter zich niet buiten de realiteit plaatsen, zal hij immers niet te snel mogen aannemen dat het gedrag de grenzen overschrijdt van wat in de omstandigheden van het geval in redelijkheid nog als begrijpelijk én aanvaardbaar kan gelden. Het hof is echter met de rechtbank van oordeel dat het gedrag van de vrouw in deze zaak zo grensoverschrijdend is, dat zij van de man redelijkerwijs geen bijdrage in haar levensonderhoud kan vragen.
4. De man voelt zich terecht door de inhoud en frequentie van de onderhavige berichten gegriefd en gekwetst, reeds door de talloze toespelingen op zijn seksuele geaardheid. Het is niet van belang of de vrouw het wat dit betreft bij het rechte eind heeft; de man behoeft zich dergelijke toespelingen niet te laten welgevallen. Daarbij komt dat deze toespelingen in bewoordingen zijn vervat die extra grievend en kwetsend zijn. Het hof zal slecht enkele van die berichten weergeven, uitsluitend uit een oogpunt van behoorlijke motivering:
26.11. 2006: heb je al een lekkere kerel op het oog, vieze homo!!!
26.11. 2006: heb je je vanavond ook afgetrokken of was je daar te bezopen voor en ga je straks nog iemand pijpen? Stakker jij bent ziek in je lelijke hoofd, want lelijk dat ben je zeker!
09.12.2006: vieze kale homo!
09.12.2006: heb je al een pik in je pijpmond?
15.12.2006: vanavond kun je de hele avond je vieze homopik aftrekken, dan ben ik er toch niet.
17.12.2006: ga een kerel pijpen, vies zwijn!
19.12.2006: pak nog even een film uit je auto en je kan lekker aftrekken. En dat noemt mij ziek. Jij bent ziek in je lul en je hoofd!
13.01.2007: zo genoeg bier in je donder, dan maar gauw aftrekken met je geile dronken kop. Zal wel niet echt lukken met zoveel bier op.
11.04.2007: Je durft niet eens antwoord te geven, laffe homo. Ben benieuwd wat je dochter van je seks met mannen vindt.
24.04.2007: He domme beunflikker (…).
5. Enkele andere van de Sms-berichten hebben een onmiskenbare dreigende strekking. De vrouw dreigt de man te compromitteren door seksartikelen met zijn naam erbij buiten te zetten (27.11.2006). Verder dreigt ze zijn boekhouding zoek te maken (29.12.2006). Ze geeft hem haar erewoord dat zij hem met rust laat, tot ze erachter komt dat hij haar 'besodemietert' (04.01.2007). Ze dreigt met zelfmoord, als hij haar niet nog een kans wil geven (25.01.20007) en dreigt zijn dochter te informeren over zijn vermeende geaardheid: 'Met de foto's als bewijs, lul je daar maar eens uit. Ik heb de negatieven nog' (11.04.2007). De vrouw laat weten dat het bedrijf van de man door haar toedoen zal moeten stoppen: 'Haal de reclame maar vast van je auto, vieze nicht. Dat bedrijfje is er straks niet meer, daar zorg ik wel voor' (23.04.2007), 'Je hebt de reclame nog niet van je auto gehaald, dat kun je vast wel doen, want als ik klaar ben met jou heb je niet veel meer. Misschien dat je dan geld kunt vragen voor het pijpen' (24.04.2007), 'Ik snap niet dat je het niet nog eens met mij wil proberen. Na de scheiding heb je niks meer, wat zonde je toekomst op een mooi bedrijf weg. Eeuwig zonde! Dat bouw je nooit meer op. Denk toch eens na met je dwarse kop. Is dat het waard?' (02.05.2007).
6. De man heeft in hoger beroep onbestreden naar voren gebracht dat de vrouw hem telefonisch lastig heeft gevallen, soms wel 190 keer per dag. Hij ervaart dit begrijpelijkerwijs als hinderlijk, maar heeft er tevens op gewezen dat dit zijn bedrijfsvoering bemoeilijkt, omdat cliënten hem dan niet kunnen bereiken. De vrouw heeft hier niets tegen ingebracht.
7. Verder heeft de vrouw, naar de man eveneens onbestreden heeft gesteld, aan bekenden, vrienden en familie geschriften gezonden, waarin zij haar gal spuit over de man en hem zwart maakt. Ook in die geschriften maakt zij melding van seksuele activiteiten van de man en beweert zij dat een scheiding voor hem grote gevolgen zal hebben (brief van 17-06-2007 aan '[naam 1 ]').
8. Bij vonnis van 17 augustus 2007 heeft de voorzieningenrechter de vrouw onder meer verboden de man lastig te vallen, te bedreigen, te volgen en/of contact met hem te zoeken in persoon, schriftelijk of telefonisch en zich negatief of op enigszins andere hinderlijke wijze over hem uit te laten. De man heeft ter zitting in hoger beroep aangevoerd dat zij zich van dit verbod niets aantrekt. Hij heeft gewezen op een 'hyves-bericht' van 10.04.2008 met de volgende inhoud: 'Hey dikke eh dikkie sorry, laat [naam 2 ] [de man, hof] dit berichtje even lezen a.u.b. wat nou als ik al je homofoto's en films op mijn hyves zet!!! blijf je het dan nog ontkennen??? wordt moeilijk denk ik. Mijn hyves wordt nogal veel bekeken.'
De vrouw heeft niet bestreden dat zij dit bericht inderdaad op 'hyves' heeft geplaatst. Zij heeft gezegd dat dit bericht niet voor iedereen toegankelijk is, maar alleen voor een kring van vrienden en kennissen. Die kring bestrijkt naar haar zeggen zo'n negentig personen, zodat het bericht - stelt het hof vast - altijd nog ruime bekendheid krijgt. In elk geval levert dit bericht een duidelijke schending van het verbod op dat de voorzieningenrechter de vrouw heeft opgelegd.
9. De vrouw heeft niets ingebracht tegen de stelling van de man dat zij een bedrijfsauto en een jas van hem heeft beschadigd. Evenmin heeft zij ontkend dat zij wegens 'stalking' van de man strafrechtelijk is veroordeeld.
10. Het hof komt tot de slotsom dat de rechtbank een juiste beslissing heeft genomen, zij het de motivering aanvulling behoeft, zoals in deze beschikking van het hof verwoord. Het gedrag van de vrouw is inderdaad, alles tezamen genomen, zodanig grievend en kwetsend, dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de man niet kan worden gevergd dat hij een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud voldoet. De grieven van de vrouw, alle hierop neerkomend, dat het hof anders zou moeten oordelen, stuiten op het voorgaande af.
11. De omstandigheid dat de man de vrouw heeft mishandeld - hij heeft hiervan zelf het bewijs geleverd door het strafvonnis over te leggen, waarbij hij ter zake is veroordeeld - kan niet tot een andere conclusie leiden. Dat geldt ook voor de in een laat stadium nog in het geding gebrachte verklaring van de maatschappelijk werker [naam 3 ], waarin onder meer wordt gesteld dat het geweld van de zijde van de man niet zou zijn gestopt. Nog afgezien van het feit dat uit niets blijkt dat deze maatschappelijk werker deze informatie op iets anders baseert dan op hetgeen haar door de vrouw is meegedeeld, kan de verklaring niet bijdragen tot het beoogde doel. De man heeft het doorgaan van de mishandelingen - het was naar zijn zeggen een eenmalig gebeuren - betwist en de vrouw heeft geen aanvullend bewijs geleverd of aangeboden.
12. De stelling van de vrouw dat haar gedrag verklaard kan worden doordat zij depressieve en suïcidale gedachten en klachten heeft ontwikkeld als gevolg van de geestelijke en fysieke mishandelingen door de man, is tegenover de betwisting door de man, niet voldoende onderbouwd, noch door de zojuist genoemde verklaring van de maatschappelijk werker van de vrouw, noch anderszins. Dit betekent dat er geen aanleiding is om de man bij de beoordeling van deze zaak in rekening te brengen dat ook hij zijn steentje aan de escalatie heeft bijgedragen, met als gevolg dat de alimentatieverplichting in stand blijft dan wel slechts voor een deel vervalt.
13. Overigens heeft het hof er geen aanknopingspunten voor kunnen vinden dat het gedrag van de vrouw - nog los van de zojuist besproken vraag of de man daartoe heeft bijgedragen - verklaard kan worden door een gebrekkige ontwikkeling of een stoornis van haar geestvermogens. Er bestaat dus evenmin aanleiding om het gedrag geheel of gedeeltelijk niet aan de vrouw toe te rekenen.
14. De incidentele grief van de man strekt ertoe dat de rechtbank zich op een onjuist wetsartikel heeft beroepen: artikel 1: 399 BW is niet van toepassing op de partneralimentatie. Dit is juist. Het hof constateert echter dat de rechtbank niettemin de juiste maatstaf heeft aangelegd en beschouwt de vermelding van dit artikel als een kennelijke verschrijving, waardoor de man niet in zijn belang is getroffen. De grief blijft verder buiten beschouwing.
15. De beschikking van de rechtbank moet worden bekrachtigd.
16. In afwijking van het gebruik dat in zaken tussen gewezen echtelieden de kosten van de procedure worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, ziet het hof aanleiding de vrouw te veroordelen in de kosten van het hoger beroep. Het hof is van oordeel dat de vrouw dit hoger beroep lichtvaardig heeft ingesteld, omdat zij, gezien al hetgeen hiervoor overwogen is, redelijkerwijs niet anders kon en mocht verwachten dan dat zij in appel geheel in het ongelijk zou worden gesteld.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep;
veroordeelt de vrouw tot betaling van de kosten van dit hoger beroep, aan de zijde van de man in het principaal appel tot op heden begroot op € 254,-- voor verschotten en € 1788,-- voor de advocaat en in het incidenteel appel op nihil.
Aldus gegeven door mrs. Hermans, vice-president als voorzitter, Makkinga en Jonkman, raden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 19 november 2008 in bijzijn van de griffier.