Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-09-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:2850, 200.288.678 01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-09-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:2850, 200.288.678 01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
14 september 2021
Datum publicatie
28 september 2021
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:2850
Formele relaties
Zaaknummer
200.288.678 01

Inhoudsindicatie

Vervolg op HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:723 (beslissing op een beroep op opschorting van het uitvoeren van werkzaamheden bij uitblijven van loonbetalingen).

Uitspraak

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.288.678/01

arrest van 14 september 2021

in de zaak na verwijzing van

[de werknemer] ,

wonende te [woonplaats] (Duitsland),

appellante,

hierna aan te duiden als [de werknemer] ,

advocaat: mr. T. Teke te Amsterdam,

tegen

1 [B.V. 1] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna te noemen [geïntimeerde 1] ,

2. [geïntimeerde 2] ,
wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen [geïntimeerde 2] ,

geïntimeerden.

1 Het geding voor verwijzing

Voor het verloop van het geding in de eerdere feitelijke instanties verwijst het hof naar hetgeen de Hoge Raad daarover heeft overwogen in rov. 1 van zijn in deze zaak gewezen arrest van 17 april 2020 (ECLI:NL:HR:2020:723). Bij dit arrest heeft de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 september 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:8326) (gedeeltelijk) vernietigd, het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar dit hof en [geïntimeerde 1] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

2 Het geding na cassatie en verwijzing

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

-

het exploot van oproeping van 3 december 2020 waarbij [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] op verzoek van [de werknemer] zijn opgeroepen om voort te procederen;

-

het herstelexploot van 18 december 2020, waarbij [de werknemer] het oproepingsexploot heeft gecorrigeerd voor wat betreft het aanvangstijdstip van de rolzitting waarvoor [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] waren opgeroepen;

-

de memorie na verwijzing van [de werknemer] van 26 januari 2021.

Namens [geïntimeerde 1] heeft zich geen advocaat gesteld. Het hof doet recht op de stukken uit de eerste aanleg, het eerdere hoger beroep, het geding in cassatie en de stukken die na verwijzing alsnog zijn overgelegd.

3 De beoordeling

4 De uitspraak