Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-09-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3177, 200.309.206_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-09-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3177, 200.309.206_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
15 september 2022
Datum publicatie
5 oktober 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3177
Formele relaties
Zaaknummer
200.309.206_01
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 665, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 611

Inhoudsindicatie

Richtlijnconforme uitleg van artikel 7:665 BW (richtlijn 2001/23/EG) maakt dat een werknemer recht heeft op een vergoeding indien de termijn tussen (het voorgenomen) besluit tot overgang van onderneming en de daadwerkelijke overgang korter is dan de voor de werkgever geldende ‘fictieve opzegtermijn’.

Werkgever schadeplichtig wegens niet voldoen aan informatieverplichtingen rond de gevolgen van de overgang van onderneming, waaronder het recht op een transitievergoeding. Artikelen 7:611 BW en 7:665a BW

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

Uitspraak : 15 september 2022

Zaaknummer : 200.309.206/01

Zaaknummer eerste aanleg : 9536977 AZ VERZ 21-50

in de zaak in hoger beroep van:

1 [werkgever 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellante in principaal hoger beroep,

verweerster in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [werkgever 1] ,

advocaat: mr. A.G.M. Wilms te Amsterdam,

2 [werkgever 2] ,

gevestigd te [plaats 2] , Duitsland,

appellante in principaal hoger beroep,

verweerster in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [werkgever 2] ,

advocaat: mr. A.G.M. Wilms te Amsterdam,

gezamenlijk aan te duiden als [werkgevers] ,

tegen

[werknemer] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in principaal hoger beroep,

appellant in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [werknemer] ,

advocaat: mr. E. Schouten te Breda.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de tussenbeschikking van 29 december 2021 en de eindbeschikking van 18 januari 2022 van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom.

2 Het geding in hoger beroep

3 De beoordeling

4 De beslissing