Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-07-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2314, 23/831 en 23/832

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-07-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2314, 23/831 en 23/832

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
17 juli 2024
Datum publicatie
3 oktober 2024
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:2314
Formele relaties
Zaaknummer
23/831 en 23/832

Inhoudsindicatie

BPM. Het hof vermindert de naheffingsaanslag, omdat de inspecteur zich voor auto 1 alsnog conformeert aan de historische nieuwprijs die belanghebbende verdedigt. Het hof is van oordeel dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inspecteur te weinig dan wel geen rekening heeft gehouden met schade. Het beroep van belanghebbende op het toepassen van de herleidingsmethode wordt verworpen.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 23/831 en 23/832

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 17 april 2023, nummers BRE 22/1637 en 22/1638, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de inspecteur veroordeeld tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade, de inspecteur veroordeeld in de proceskosten en tot vergoeding van het betaalde griffierecht.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 20 juni 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] en [inspecteur 5] .

1.7.

De inspecteur heeft tijdens de zitting een kopie overgelegd van stukken betreffende de koerslijst Autotelex en op dat punt nadere stellingen ingenomen. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen het late indienen van deze stukken en de nader ingenomen standpunten (zie onder 4.1 tot en met 4.4).

1.8.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Auto 1 (zaaknummer 23/831)

2.1.

Belanghebbende heeft op 10 augustus 2020 aangifte gedaan ter zake van de registratie van een [automerk 1] met VIN nummer [VIN-nummer 1] naar een te betalen bedrag aan BPM van € 9.563 (hierna: auto 1). Auto 1 is op 24 juli 2020 in Duitsland gekocht voor € 79.836.

2.2.

Bij de aangifte is een taxatierapport gevoegd van Euro Expertise van 4 augustus 2020. Daarin is een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat opgenomen van € 71.598. De handelsinkoopwaarde is vastgesteld aan de hand van een koerslijst van Xray . Voorts heeft de taxateur een bedrag van € 22.039,05 wegens schade op de handelsinkoopwaarde in mindering gebracht. De handelsinkoopwaarde in beschadigde staat is vastgesteld op € 49.558,95.

2.3.

De inspecteur heeft een hertaxatie laten verrichten door [persoon] werkzaam bij Domeinen Roerende Zaken ( DRZ ). De bevindingen zijn opgenomen in een taxatierapport. De handelsinkoopwaarde is aan de hand van een koerslijst van Xray vastgesteld op € 76.603. De hertaxateur heeft een waardevermindering wegens schade in aanmerking genomen van € 198 en de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat vastgesteld op € 76.405.

Auto 2 (zaaknummer 23/832)

2.4.

Op 29 mei 2020 heeft belanghebbende aangifte gedaan ter zake van de registratie van een [automerk 2] met VIN nummer [VIN-nummer 2] (hierna: auto 2) naar een te betalen bedrag van € 3.837. Auto 2 is op 13 mei 2020 in Duitsland gekocht voor € 34.909.

2.5.

Bij de aangifte is een taxatierapport gevoegd van Euro Expertise van 28 mei 2020. Daarin is een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat opgenomen van € 28.311. De handelsinkoopwaarde is vastgesteld aan de hand van een koerslijst van Xray . Voorts heeft de taxateur een bedrag van € 10.297,43 wegens schade op de handelsinkoopwaarde in mindering gebracht. De handelsinkoopwaarde in beschadigde staat is vastgesteld op € 18.013,57.

2.6.

De inspecteur heeft een hertaxatie laten verrichten door [persoon] werkzaam bij Domeinen Roerende Zaken ( DRZ ). De bevindingen zijn opgenomen in een taxatierapport. De handelsinkoopwaarde is aan de hand van een koerslijst van Xray vastgesteld op € 32.890. De hertaxateur heeft geen aanleiding gezien om een waardevermindering wegens schade in aanmerking te nemen.

Naheffingsaanslag

2.7.

De inspecteur heeft op basis van de hem ter beschikking staande gegevens het standpunt ingenomen dat de verschuldigde BPM voor auto 1 moet worden vastgesteld op € 15.028 en voor auto 2 op € 6.206. Met dagtekening 8 februari 2021 is aan belanghebbende voor de onderhavige auto’s een naheffingsaanslag opgelegd van in totaal € 7.834.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd. Daarbij spelen in het bijzonder de volgende deelvragen:

  1. Dient de handelsinkoopwaarde van beide auto’s verminderd te worden in verband met aanwezige schade aan de auto?

  2. Mag de verschuldigde BPM voor auto 2 worden bepaald aan de hand van de herrekende bruto BPM van eerder ingevoerde gelijksoortige auto’s (de zogenaamde herleidingsmethode)?

Ter zitting heeft de inspecteur zich alsnog geconformeerd aan de door belanghebbende verdedigde historische nieuwprijs van € 167.932 voor auto 1.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en van de naheffingsaanslag dan wel vermindering van de naheffingsaanslag. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing