Home

Hoge Raad, 26-11-1996, ZD0583 BI5839, 102.547

Hoge Raad, 26-11-1996, ZD0583 BI5839, 102.547

Inhoudsindicatie

1. Nietigheid dagvaarding, art. 225.2 (oud) Sr. 2. Deelname aan een criminele organisatie (art. 140 Sr) en valsheid in geschrift (art. 225 Sr). Ne bis in idem, art. 68.1 Sr?

Ad 1. Van gebruik maken van valse of vervalste douanedocumenten Tl als waren zij echt en onvervalst ex art. 225.2 (oud) Sr is sprake indien die documenten als middel tot misleiding tegenover derden worden gebezigd. Van zodanig gebruik is geen sprake ingeval van het enkel aanwezig hebben van valse of vervalste documenten. Tll. is derhalve innerlijk tegenstrijdig v.zv. inhoudende dat het gebruik maken van valse of vervalste douanedocumenten Tl heeft bestaan uit "het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben". Hof had inleidende dagvaarding in zoverre nietig moeten verklaren.

Ad 2. Hoewel strekking van art. 140 Sr een andere is dan die van art. 225 Sr, valt niet uit te sluiten dat m.b.t. in opeenvolgende tll. omschreven feiten, strafbaar ex art. 140 Sr onderscheidenlijk art. 225 Sr, sprake is van omstandigheden waaruit blijkt van een zodanig verband m.b.t. de gelijktijdigheid van de gedragingen en de wezenlijke samenhang in het handelen en de schuld van verdachte, dat beginselen van een behoorlijke procesorde zich ertegen verzetten dat tegen degene die t.z.v. art. 140 Sr is vervolgd, vervolgens ook t.z.v. van feiten strafbaar ex art. 225 Sr een vervolging wordt ingesteld. Een dergelijk geval doet zich o.m. voor indien de eerste rechter het bewijs van de op art. 140 Sr toegesneden tll. klaarblijkelijk mede heeft aangenomen o.g.v. bepaalde concrete gedragingen van verdachte en deze gedragingen vervolgens in een tweede op art. 225 Sr toegespitste tll. zijn opgenomen. In reactie op een verweer ertoe strekkende dat zich i.c. zo’n situatie heeft voorgedaan, heeft het Hof verzuimd te onderzoeken of de eerdere vervolging t.z.v. art. 140 Sr aan een vervolging t.z.v. van de in deze zaak tlgd. feiten in de weg staat. Aldus heeft het Hof het verweer op ontoereikende gronden verworpen. CAG anders t.a.v. art. 68.1 Sr.

Uitspraak

26 november 1996

Strafkamer

nr. 102.547

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 24 februari 1995 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak van :

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1950, wonende te [woonplaats] .

1. De bestreden einduitspraak

Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Zutphen van 29 april 1993, voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen, de Officier van Justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn strafvervolging ter zake van het onder 2. telastegelegde, voorzover betrekking hebbende op het T1-document van 20 november 1990 met het nummer […] en voorts de verdachte ter zake van 1. en 2. medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, terwijl uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd" veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf.

2. Het cassatieberoep

Het beroep is ingesteld door de verdachte.

Namens deze heeft mr. H.H.M. van Dijk, advocaat te Oss, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2.2. De Hoge Raad heeft kennis genomen van een na de terechtzitting waarop de conclusie van het Openbaar Ministerie is genomen nog ingekomen brief van de raadsman, gedateerd 24 september 1996.

3. De conclusie van het Openbaar Ministerie

De Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voorzover het Hof de inleidende dagvaarding onder 1. en 2. geldig heeft geoordeeld wat de zinsnede "het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben" betreft, tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding in zoverre en tot verwerping van het beroep voor het overige.

4. Telastelegginq en bewezenverklaring

4.1. Aan de verdachte is bij inleidende dagvaarding, voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen, telastegelegd:

Feit 1: (artikel 225 lid 2 Sr)

dat verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 1990 tot en met 15 januari 1991, te Putten en/of te Stroe (gemeente Barneveld) en/of elders in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland en/of in Spanje, in ieder geval in een of meer land(en) van de Europese Gemeenschap, en/of in de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek en/of in Polen,

(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen,

(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van de/het hierna te noemen valse of vervalste douanedocument(en) T1 (document ten geleide van goederen afkomstig uit niet-lidstaten van de Europese Gemeenschap over het grondgebied van twee of meer lidstaten van de Europese Gemeenschap), als vare(n) dit/deze douanedocumenten T1 (telkens) echt en onvervalst, zijnde dit/deze douanedocumenten T1 (telkens) (een) geschrift(en), althans een samenstel van geschriften, waaruit enig recht kan ontstaan en/of dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, uit welk gebruik (telkens) enig nadeel kon ontstaan, hebbende dit gebruik maken (telkens) bestaan uit:

- het (zakelijk weergegeven) ter controle en/of als goederenaanglfte (waarop een te zuiveren document wordt afgegeven door de Douane) en/of als te zuiveren en/of gezuiverd document overleggen en/of afgeven en/doen toekomen aan de douane-autoriteiten in/van de Bondsrepubliek. Duitsland en/of de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek en/of

- het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben,

(telkens) als was/waren die/dat (samenstel van) geschrift(en) echt en onvervalst ;

die valsheid en/of vervalsing heeft/hebben (zakelijk weergegeven) (telkens) hierin bestaan dat:

- op het douanedocument T1 d.d. 19 april 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en/of

een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 23 april 1990/23 APR 1990) was geplaatst, (bijlage l/D/15.1) en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 19 april 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en/of

een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 23 april 1990/23 APR 1990) was geplaatst, (bijlage l/D/2.1)

- op het douanedocument T1 d.d. 31 oktober 1990 ( nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [C] en/of

een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 2 november 1990/-2 NOV 1990) was geplaatst, (bijlage l/D/3.1)

- op het douanedocument T1 d.d. 12 oktober 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [C] en/of

een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 16 oktober 1990/16 0CT 1990) was geplaatst, (bijlage l/D/45.1)

- op het douanedocument T1 d.d. 19 oktober 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [C] en/of stempel van " [B] " te Barcelona (datum 23 oktober 1990/23 OCT 1990) was geplaatst, (bijlage l/D/14.1) op het douanedocument T1 d.d. 13 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [D] en/of stempel van " [B] " te Barcelona (datum 15 november 1990/15 NOV 1990) was geplaatst, (bijlage l/D/46.1)

(ZAAK 1.A)

FEIT 2. (225 Sr)

dar de verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van augustus 1990 tot en met 15 februari 1991, te Putten en/of te Stroe (gemeente Barneveld) en/of elders in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland en/of in Spanje, in ieder geval in een of meer land(en) van de Europese Gemeenschap, en/of in de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek, en/of in Polen,

(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke- /rechtsperso(o)n(en), althans alleen,

(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van de/het hierna te noemen valse of vervalste douanedocument(en) T1 (document ten geleide van goederen afkomstig uit niet-lidstaten van de Europese Gemeenschap over het grondgebied van twee of meer lidstaten van de Europese Gemeenschap), als vare dit/deze douanedocumenten T1 (telkens) echt en onvervalst, zijnde dit/deze douanedocumenten T1 (telkens) (een) geschrift(en), althans een samenstel van geschriften, waaruit enig recht kan ontstaan en/of dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, uit welk gebruik (telkens) enig nadeel kon ontstaan, hebbende dit gebruik maken (telkens) bestaan uit:

het (zakelijk weergegeven) ter controle en/of als goederenaangifte (waarop een te zuiveren document wordt afgegeven door de Douane) en/of als te zuiveren en/of gezuiverd document overleggen en/of afgeven en/of doen toekomen aan de douane-autoriteiten in/van de Bondsrepubliek Duits land en/of de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek en/of het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben,

(telkens) als was/waren die/dat (samenstel van) geschrift(en) echt en onvervalst ;

die valsheid en/of vervalsing heeft/hebben (zakelijk weergegeven) (telkens) hierin bestaan dat:

op het douanedocument T1 d.d. 16 oktober 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [C] en/of een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 19 oktober 1190/19 OCT 1990) was geplaatst (bijlage 1/D/8.1)

op het douanedocument T1 d.d. 5 december 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [D] en/of een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 7 december 1990/-7 DEC 1990) was geplaatst (bijlage 1/D/9.1)

- op het douanedocument T1 d.d. 20 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [D] en/of

een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 22 november 1990/22 N0V 1990) was geplaatst (bijlage 1/D/10.1)

- op het douanedocument T1 d.d. 5 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en/of een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 7 november 1990/-7 NOV 1990) was geplaatst (bijlage 1/D/5.1)

- op het douanedocument T1 d.d. 7 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en/of een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 9 november 1990/-9 NOV 1990) was geplaatst (bijlage 1/D/11.1);

4.2. Daarvan is bewezenverklaard:

"Feit 1: (artikel 225 lid 2 Sr)

dat verdachte op tijdstippen in de periode van 1 januari 1990 tot en met 15 januari 1991, te Putten en/of te Stroe (gemeente Barneveld) en/of elders in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland en/of Spanje, en/of in de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek,(telkens) tezamen en in vereniging met andere natuurlijke-/rechtsperso(o)n(en),

(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de hierna te noemen valse douanedocument(en) T1 (document ten geleide van goederen afkomstig uit niet-lidstaten van de Europese Gemeenschap over het grondgebied van twee of meer lidstaten van de Europese Gemeenschap), als ware(n) deze douanedocumenten T1 (telkens) echt, zijnde deze douanedocumenten T1 (telkens) een samenstel van geschriften, dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, uit welk gebruik (telkens) enig nadeel kon ontstaan, hebbende dit gebruik maken telkens bestaan uit :

- het (zakelijk weergegeven) ter controle en als goederen-aangifte (waarop een te zuiveren document wordt afgegeven door de Douane) en als te zuiveren document overleggen of afgeven en/of doen toekomen aan de douane-autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland en/of de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek en/of - het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben, telkens als was dat (samenstel van) geschrift(en) echt;

die valsheid heeft (zakelijk weergegeven) (telkens) hierin bestaan dat:

- op het douanedocument T1 d.d. 19 april 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 23 april 1990/23 ABR 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 19 april 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 23 april 1990/23 ABR 1990) was geplaatst,

- op het douanedocument T1 d.d. 31 oktober 1990 ( nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [C] en

een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 2 november 1990/- 2 NOV 1990) was geplaatst,

- op het douanedocument T1 d.d. 12 oktober 1990 nr I..28190) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [C] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 16 oktober 1990/16 OCT 1990) was geplaatst, op het douanedocument T1 d.d. 19 oktober 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger- "was vermeld [C] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 23 oktober 1990/23 OCT 1990) was geplaatst, op het douanedocument T1 d.d. 13 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [D] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 15 november 1990/15 NOV 1990) was geplaatst,

FEIT 2. (225 Sr)

dat de verdachte op tijdstippen in de periode van 1 augustus 1990 tot en met 15 februari 1991, te Putten en/of te Stroe (gemeente Barneveld) en/of elders in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland en/of in Spanje, en/of in de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek, (telkens) tezamen en in vereniging met andere natuurlijke-/rechtsperso(o)n(en),

(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de hierna te noemen valse douanedocumenten T1 (document ten geleide van goederen afkomstig uit niet-lidstaten van de Europese Gemeenschap over het grondgebied van twee of meer lidstaten van de Europese Gemeenschap), als ware deze douanedocumenten T1 (telkens) echt, zijnde deze douanedocumenten T1 (telkens) een samenstel van geschriften, dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, uit welk gebruik telkens enig nadeel kon ontstaan, hebbende dit gebruik maken telkens bestaan uit:

- het (zakelijk weergegeven) ter controle en als goederenaangifte (waarop een te zuiveren document wordt afgegeven door de Douane) en als te zuiveren document overleggen of afgeven en/of doen toekomen aan de douane-autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland en/of de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek en/of het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben, (telkens) als was dat (samenstel van) geschrift(en) echt: die valsheid heeft (zakelijk weergegeven) hierin bestaan dat:

- op het douanedocument T1 d.d. 16 oktober 1990 ( nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [C] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 19 oktober 1990/19 OCT 1990) was geplaatst

- op het douanedocument T1 d.d. 5 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 7 november 1990/-7 NOV 1990) was geplaatst.

op het douanedocument T1 d.d. 5 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 7 november 1990/-7 NOV 1990) was geplaatst

op het douanedocument T1 d.d. 7 november 1990 (nr […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld [A] en een valse stempel van " [B] " te Barcelona (datum 9 november 1990/-9 NOV 1990) was geplaatst.

5. Beoordeling van het zevende middel

5.1. Blijkens de bewoordingen van de telastelegging is deze toegesneden op het in art. 225, tweede lid (oud) Sr omschreven strafbare feit.

5.2. Van gebruik maken van valse of vervalste douanedocumenten T1 als waren zij echt en onvervalst in de zin van art. 225, tweede lid (oud), Sr is sprake indien die documenten als middel tot misleiding tegenover derden worden gebezigd. Van zodanig gebruik is geen sprake ingeval van het enkele aanwezig hebben van valse of vervalste documenten. De telastelegging is derhalve innerlijk tegenstrijdig voorzover inhoudende dat het gebruik maken van de valse of vervalste douanedocumenten T1 heeft bestaan uit "het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben", zodat het Hof de inleidende dagvaarding onder 1 en 2 in zoverre nietig had moeten verklaren.

5.3. Het middel is derhalve terecht voorgesteld.

6. Beoordeling van het tweede middel

6.1.1. Een ten aanzien van de verdachte gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 februari 1994 houdt in dat voorzover te dezen van belang in die zaak aan hem is telastegelegd:

1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 1990 tot 1 maart 1991 te Reek in de gemeente Schaijk, althans in Nederland, en/of de Bondsrepubliek Duitsland en/of de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek, in ieder geval in een of meer land(en) van de Europese Gemeenschap (telkens) tezamen en in vereniging met de besloten vennootschap(pen) [E] B.V., [F] B.V., [G] B.V., [H] B.V., [I] B.V., [J] B.V., en/of een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van de/het hierna te noemen valse of vervalste douanedocument(en) T1 (document ten geleide van goederen afkomstig uit niet-lidstaten van de Europese Gemeenschap over het grondgebied van twee of meer lidstaten van de Europese Gemeenschap, als ware dit/deze douanedocument(en) T1 (telkens) echt en onvervalst, zijnde dit/deze douanedocument(en) T1 (telkens) (een) geschrift(en) althans een samenstelsel van geschriften waaruit enig recht kan ontstaan en/of dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, uit welk gebruik (telkens) enig nadeel kon ontstaan, hebbende dit gebruik maken (telkens) bestaan uit het (zakelijk weergegeven), ter controle en/of als goederen - aangifte (waarop een te zuiveren document wordt afgegeven door de Douane) en/of als te zuiveren en/of gezuiverd document overleggen en/of afgeven aan de douane-autoriteiten in/van de Bondsrepubliek Duitsland en/of de (toenmalige) Duitse Democratische Republiek en/of als geleidedocument bij een lading vee aanwezig hebben (telkens) als ware die/dat (samenstelsel van) geschrif(ten) echt en onvervalst: het valselijk opmaken en/of vervalsen heeft (zakelijk weergegeven) (telkens) hierin bestaan dat:

- op het douanedocument T1 d.d. 4 december 1990 (nr. […] ) (bijlage 1/P/Q1) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunis en/of een valse stempel van de " [B] ” te Barcelona (datum 7 december 1990/7 dec 1990) was geplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 12 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 2/D/01) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunis en/of een valse stempel van de " [B] ” te Barcelona (datum 14 november 1990/14 nov 1990) was geplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 19 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 3/D01) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië en/of een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 21 november 1990/21 nov 1990) was geplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 20 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 4/D/01) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 21 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 4/D/09) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië en/of een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 23 november 1990/23 nov 1990) was geplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 21 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 4/D/20) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië, en/of een valse stempel van de "[B]" te Barcelona (datum 23 november 1990/23 nov 1990) was geplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 27 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 5/D/01) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeid " [D] " te Tunis en/of een vals stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 29 november 1990/29 nov 1990) was geplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 27 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 5/D/06) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te El Manan, en/of een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 29 november 1990/29 nov 1990) was geplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 28 november 1990 (nr. […] ) (bijlage 5/D/ll) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunis, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 20 februari 1991 (nr. […] ) (bijlage 6/D/01) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië, en/of een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 22 februari 1991/22 feb 1991) was qeplaatst, en/of

- op het douanedocument T1 d.d. 25 augustus 1990 (nr. […] ) (bijlage 7/D/01) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [C] " te Algerije, en/of een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 29 augustus 1990/29 aug 1990) was geplaatst;

(genoemde bijlagen betreffen de bijlagen bij het proces-verbaal W/47/91 van de Algemene Inspectiedienst en de FIOO-Douanerecherche)

2. hij in of omstreeks de periode van 1 juni 1989 tot 4 november 1991 te Reek in de gemeente Schaijk, althans in Nederland, en/of de Bondsrepubliek Duitsland en/of de (voormalige) Duitse Democratische Republiek en/of Frankrijk en/of België en/of Spanje, in ieder geval in en of meer land(en) van de Europese Gemeenschap heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit (een samenwerkingsverband tussen) de besloten vennootschap(pen) [E] B.V., en/of [F] B.V., en/of [G] B.V., en/of [H] B.V., en/of [K] B.V., en/of [J] B.V. en/of de natuurlijke perso(o)n(en), [L] , [M] , [N] en/of hem, verdachte, en/of een of meer (andere) natuurlijke -/recht sperso(o)n(en) , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:

- valsheid in geschrift ((onder meer) ten aanzien van douanedocumenten T1 en/of T2 (betreffende invoer en doorvoer van vee in/door een of meer land(en) van de Europese Gemeenschap) en/' facturen (betreffende de levering van vee)), en/of

- het opzettelijk gebruik maken van valse of vervalste geschrifte ((onder meer) van valse of vervalste douanedocumenten T1 en/of T2 (betreffende invoer en doorvoer van vee in/door een of meer land(en) van de Europese Gemeenschap), als ware deze echt en onvervalst, terwijl uit dat gebruik enig nadeel kon ontstaan, terwijl hij, verdachte, van die organisatie (mede)bestuurder en/c, (mede)oprichter was;

6.1.2. Daarvan is bewezenverklaard:

i. op tijdstippen in de periode van 1 augustus 1990 tot 1 maart 1991 in Nederland, en de Bondsrepubliek Duitsland, in leder geval in een of meer landen van de Europese Gemeenschap telkens tezamen en in vereniging met de besloten vennootschappen [E] B.V., [F] B.V., [G] B.V., [J] B.V., en een of meer andere telkens opzettelijk gebruik hebben gemaakt van de hierna te noemen valse douanedocumenten T1 (document ten geleide van goederen afkomstig uit niet-lidstaten van de Europese Gemeenschap over het grondgebied van lidstaten van de Europese Gemeenschap, als waren deze douanedocumenten T1 telkens echt en onvervalst, zijnde deze douanedocumenten T1 telkens geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, uit welk gebruik telkens enig nadeel kon ontstaan, hebbende dit gebruik maken telkens bestaan uit het zakelijk weergegeven, als te zuiveren en document overleggen en afgeven aan de douane-autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland als waren die geschriften echt en onvervalst;

het valselijk opmaken heeft (zakelijk weergegeven) hierin bestaan dat :

- op het douanedocument T1 d.d. 4 december 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunis en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 7 december 1990/7 die 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 12 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunis en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 14 november 1990/14 nov 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 19 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 21 november 1990/21 nov 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 20 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië, en

- op het douanedocument T1 d.d. 21 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 21 november 1990/23 nov 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 21 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië, en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 23 november 1990/23 nov 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 27 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunis en een vals stempel van de " [B] ” te Barcelona (datum 29 november 1990/29 nov 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 27 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te E Manan, en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 29 november 1990/29 nov 1990) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 28 november 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunis, en

- op het douanedocument T1 d.d. 20 februari 1991 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [D] " te Tunesië, en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 22 februari 1991/22 feb 1991) was geplaatst, en

- op het douanedocument T1 d.d. 25 augustus 1990 (nr. […] ) opzettelijk valselijk als ontvanger was vermeld " [C] " te Algerije, en een valse stempel van de " [B] " te Barcelona (datum 29 augustus 1990/29 aug 1990) was geplaatst;

2. hij in de periode van 1 juni 1989 tot 4 november 1991 in Nederland, en de Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk en België, in ieder geval in een of meer landen van de Europese Gemeenschap heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit een samenwerkingsverband tussen de besloten vennootschappen [E] B.V. en [F] B.V. en [G] B.V. en [J] B.V. en de natuurlijke personen, [L] , [M] , [N] en hem, verdachte, en andere natuurlijke personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:

- valsheid in geschrift onder meer ten aanzien van douanedocumenten T1 en T2 betreffende invoer en doorvoer van vee in/door een of meer landen van de Europese Gemeenschap en facturen betreffende de levering van vee, en

- het opzettelijk gebruik maken van valse geschriften onder meer van valse douanedocumenten T1 en T2 betreffende invoer en doorvoer van vee in/door een of meer landen van de Europese Gemeenschap, als waren deze echt en onvervalst, terwijl uit dat gebruik enig nadeel kon ontstaan.

6.1.3. Genoemd arrest was ten tijde van het wijzen van het thans bestreden arrest nog niet onherroepelijk, nu eerst bij arrest van de Hoge Raad van 13 februari 1996 het daartegen ingestelde cassatieberoep is verworpen.

6.2.1. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens de verdachte een verweer gevoerd als in de bladzijden 3 tot en met 6 van de toelichting op het middel is weergegeven.

6.2.2. Het Hof heeft dit verweer als volgt verworpen:

De omstandigheid dat verdachte eerder is verweten in een periode tezamen met een ander of anderen gebruik te hebben gemaakt van valse geschriften, brengt naar het oordeel van het hof niet noodzakelijkerwijs met zich mee dat geen nieuwe vervolging openstaat terzake van soortgelijke andere feiten, ook al is de telastegelegde periode dezelfde.

Dat zou anders kunnen zijn als in de feitelijke uitwerking van beide telasteleggingen dezelfde handelingen c.q valse documenten zouden zijn opgenomen, hetgeen naar het oordeel van het hof slechts het geval is met betrekking tot het in de telastelegging onder 2 opgenomen T1- document van 20 november 1 990 met het nummer […] . Het hof zal de officier van justitie in zoverre niet-ontvankelijk verklaren. Het verweer wordt voor het overige verworpen.

6.3. Bij de beoordeling van het middel dient te worden vooropgesteld dat het openbaar ministerie ingevolge het bepaalde in het eerste lid van art. 68 Sr slechts dan niet-ontvankelijk is in zijn vervolging, indien het de verdachte vervolgt ter zake van een feit of feiten waarover te zijnen aanzien bij gewijsde van een rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba reeds onherroepelijk is beslist.

Van niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie is op grond van beginselen van een behoorlijke procesorde echter eveneens sprake indien de officier van justitie alvorens over een eerdere dagvaarding door de rechter onherroepelijk is beslist, een tweede dagvaarding of kennisgeving van verdere vervolging uitbrengt ter zake van hetzelfde feit - in de zin van art. 68 Sr - als in die eerdere dagvaarding was telastegelegd.

6.4. Ook al is de strekking van art. 140 Sr een andere dan die van art. 225 Sr, het valt niet uit te sluiten dat met betrekking tot in opeenvolgende telasteleggingen omschreven feiten, strafbaar ingevolge art. 140 Sr onderscheidenlijk art. 225 Sr, sprake is van omstandigheden waaruit blijkt van een zodanig verband met betrekking tot de gelijktijdigheid van de gedragingen en de wezenlijke samenhang in het handelen en de schuld van de verdachte, dat ook dan beginselen van een behoorlijke procesorde zich ertegen verzetten dat tegen degene die ter zake van art. 140 Sr is of wordt vervolgd, vervolgens ook ter zake van feiten strafbaar ingevolge art. 225 Sr een vervolging wordt ingesteld.

6.5. Van dergelijke omstandigheden is sprake indien in de op art. 140 Sr toegesneden telastelegging de daarin bedoelde deelneming van de verdachte aan de organisatie aldus is omschreven dat deze (mede) heeft bestaan uit het begaan van concrete misdrijven ingevolge art. 225 Sr, welke vervolgens in een tweede vervolging ingevolge art. 225 Sr afzonderlijk worden telastegelegd. Dat geval doet zich te dezen niet voor.

6.6. Voorts zal, ook indien tussen de door de eerste rechter beoordeelde gedragingen en die welke in de tweede dagvaarding zijn vervat anderszins sprake is van een verband als hiervoor onder 6.4 bedoeld, het openbaar ministerie op grond van beginselen van een behoorlijke procesorde in die tweede vervolging niet- ontvankelijk moeten worden verklaard. Zodanig geval doet zich voor indien de eerste rechter het bewijs van het op overtreding van art. 140 Sr toegesneden telastegelegde klaarblijkelijk mede heeft aangenomen op grond van bepaalde concrete gedragingen van de verdachte en deze gedragingen vervolgens in een tweede op art. 225 Sr toegespitste telastelegging zijn opgenomen.

6.7. Het ter terechtzitting gevoerde verweer zoals hiervoor onder 6.2.1 weergegeven strekt kennelijk mede ten betoge dat zich te dezen de hiervoor onder 6.6 omschreven situatie heeft voorgedaan. Het Hof heeft zich, blijkens hetgeen het heeft overwogen zoals hiervoor onder 6.2.2 weergegeven, ertoe beperkt te onderzoeken of een of meer van de thans telastegelegde feiten ook reeds voorkwamen in de hiervoor onder 6.1.1 weergegeven - op art. 225 Sr toegesneden - telastelegging onder 1 en dus verzuimd te onderzoeken of de eerdere vervolging ter zake van art. 140 Sr aan een vervolging ter zake van de in deze zaak telastegelegde feiten in de weg staat. Het Hof heeft het verweer dus op ontoereikende gronden verworpen. Voorzover het middel daarover klaagt is het gegrond.

7. Slotsom

Het vorenoverwogene brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

8. Beslissing

De Hoge Raad:

Vernietigt de bestreden uitspraak;

Verklaart de inleidende dagvaarding onder 1 en 2 nietig voor wat betreft de zinsnede "het als geleide-document bij een lading vee aanwezig hebben";

Verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch teneinde voorts op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president Hermans als voorzitter, en de raadsheren Davids, Bleichrodt, Schipper en Corstens in bijzijn van de griffier Bogaert, en uitgesproken op 26 november 1996.