Home

Hoge Raad, 04-02-2000, AA4720, R99/033HR

Hoge Raad, 04-02-2000, AA4720, R99/033HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
4 februari 2000
Datum publicatie
13 augustus 2001
ECLI
ECLI:NL:HR:2000:AA4720
Formele relaties
Zaaknummer
R99/033HR

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

4 februari 2000

Eerste Kamer

Rek.nr. R99/033HR

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[de vrouw],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie,

advocaat: mr R.W.L. Russell,

t e g e n

[de man],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr E.J.P. Nolet.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 17 december 1997 ter griffie van de Rechtbank te Maastricht ingekomen verzoekschrift heeft verweerder in cassatie - verder te noemen: de man - zich gewend tot die Rechtbank en verzocht de beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 november 1995 in die zin te wijzigen dat de daarbij aan hem opgelegde onderhoudsbijdrage voor verzoekster tot cassatie - verder te noemen: de vrouw - met ingang van 1 januari 1998, althans met ingang van zodanige datum als door de Rechtbank te bepalen, komt te vervallen.

De vrouw heeft het verzoek bestreden.

De Rechtbank heeft bij beschikking van 14 april 1998 bepaald dat de verplichting tot betaling van een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw met ingang van 1 mei 1998 is beëindigd, en het meer of anders verzochte afgewezen.

Tegen deze beschikking heeft de vrouw hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Bij beschikking van 18 december 1998 heeft het Hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigd.

De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het Hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal Spier strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren Neleman, als voorzitter, De Savornin Lohman en Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer Heemskerk op

4 februari 2000.