Hoge Raad, 02-09-2003, AG1758 AM0470, 00109/03 B
Hoge Raad, 02-09-2003, AG1758 AM0470, 00109/03 B
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 september 2003
- Datum publicatie
- 2 september 2003
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2003:AG1758
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AG1758
- Zaaknummer
- 00109/03 B
- Relevante informatie
- Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 116, Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 117, Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 118, Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 119, Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 552a
Inhoudsindicatie
2 september 2003 Strafkamer nr. 00109/03 B EW/ABG Hoge Raad der Nederlanden Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van 30 maart 2000, nummer 16/120084-99, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door: [klaagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats]. 1. De bestreden beschikking ...
Uitspraak
2 september 2003
Strafkamer
nr. 00109/03 B
EW/ABG
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van 30 maart 2000, nummer 16/120084-99, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klaagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft ongegrond verklaard het door de klaagster ingediende beklag strekkende tot teruggave aan haar van de in bovenstaande beschikking omschreven zwartlederen handschoen en foto's.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. E.Th. Hummels, advocaat te Zeist, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zal vernietigen voorzover daarin het beklag tot teruggave van de inbeslaggenomen foto's ongegrond is verklaard, een last tot teruggave van de inbeslaggenomen foto's aan klaagster zal geven en het beroep niet-ontvankelijk zal verklaren voorzover het is gericht tegen de beslissing van de Rechtbank over de zwartlederen handschoen met rode verfsporen, met verwerping van het beroep voor het overige.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden beschikking
3.1. Het inleidend klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag op een onder de klaagster inbeslaggenomen handschoen en een aantal foto's en tot teruggave daarvan aan haar. De Rechtbank heeft het klaagschrift ongegrond verklaard en daartoe het volgende overwogen:
"De rechter is, gelet op de stukken en het verhandelde in raadkamer, van oordeel dat de nog niet aan klaagster geretourneerde foto's nog deel uitmaken van het strafdossier en dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen teruggave van die foto's aan klaagster. Voorts is de rechter van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat een strafrechter, later oordelend, de zwartlederen handschoen zal onttrekken aan het verkeer, dan wel zal verbeurd verklaren, zodat het belang van de strafvordering zich verzet tegen teruggave van genoemd goed aan klaagster."
3.2. De stukken van het geding houden weliswaar in dat onder de klaagster een wegwerp-fototoestel, merk Hema, met daarin een fotorolletje in beslag is genomen, doch niet dat beslag is gelegd op enige foto die met behulp van bedoeld toestel is gemaakt.
Dit brengt mee dat de Rechtbank de klaagster wat betreft de foto's ten onrechte heeft ontvangen in haar klaagschrift. De Hoge Raad zal, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, de klaagster in zoverre alsnog niet-ontvankelijk verklaren in haar klaagschrift.
3.3.1. Uit door de Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen blijkt dat de strafzaak in het kader waarvan het onderhavige beslag is gelegd inmiddels door de Officier van Justitie is geseponeerd. Dat brengt mee dat het door de Rechtbank aan haar beslissing ten grondslag gelegde belang van de strafvordering niet langer bestaat. Voorts blijkt uit die inlichtingen dat de inbeslaggenomen handschoen is vernietigd zonder dat die vernietiging is gebaseerd op art. 116, tweede lid onder c, art. 117 of art. 118, derde lid, Sv. Gelet op het voorgaande zal de Hoge Raad, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, de teruggave van de inbeslaggenomen handschoen aan de klaagster gelasten.
3.3.2. Opmerking verdient nog, dat nu de teruggave van de handschoen, die is vernietigd, feitelijk niet meer mogelijk is, ten aanzien van dat voorwerp art. 119, tweede lid, Sv van overeenkomstige toepassing is. Dit brengt mee dat slechts indien zou moeten worden aangenomen dat de verkoop van het voorwerp (een zwartlederen handschoen met rode verfsporen) redelijkerwijze enig bedrag zou hebben opgebracht, de bewaarder dat bedrag aan de klaagster dient uit te betalen.
3.4. Het vorenoverwogene brengt mee dat het middel buiten bespreking kan blijven.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
Vernietigt de bestreden beschikking;
Verklaart de klaagster niet-ontvankelijk in het inleidend klaagschrift voorzover strekkende tot opheffing van het beslag op en de teruggave van de in het klaagschrift bedoelde foto's;
Beveelt de teruggave van de inbeslaggenomen handschoen aan de klaagster.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren F.H. Koster en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 september 2003.