Hoge Raad, 02-06-2006, AV4487, R05/154HR
Hoge Raad, 02-06-2006, AV4487, R05/154HR
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 juni 2006
- Datum publicatie
- 2 juni 2006
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2006:AV4487
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV4487
- Zaaknummer
- R05/154HR
Inhoudsindicatie
WSNP; beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling zonder aan de schuldenaar de “schone lei” te verlenen; art. 354 lid 1 F. (81 RO).
Uitspraak
2 juni 2006
Eerste Kamer
Rek.nr. R05/154HR
MK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats], België,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij vonnis van 28 mei 2002 heeft de rechtbank te Breda op verzoek van verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de schuldenaar - de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van de schuldenaar uitgesproken met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder. Bij vonnis van die rechtbank van 10 augustus 2004 is het saneringsplan vastgesteld waarin de looptijd is bepaald op drie jaar, derhalve tot 28 mei 2005.
De bewindvoerder heeft met betrekking tot de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bij brieven van 2 juni 2005 en 25 juli 2005 de rechter-commissaris bericht niet te kunnen adviseren aan de schuldenaar de schone lei te onthouden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 28 juli 2005 vastgesteld dat de schuldenaar toerekenbaar in de nakoming van één of meer uit de schuldsanering voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten.
Tegen dit vonnis heeft de schuldenaar hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 14 november 2005 heeft het hof het vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de schuldenaar beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 2 juni 2006.