Home

Hoge Raad, 09-02-2007, AZ3534, C05/327HR

Hoge Raad, 09-02-2007, AZ3534, C05/327HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 februari 2007
Datum publicatie
9 februari 2007
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:AZ3534
Formele relaties
Zaaknummer
C05/327HR

Inhoudsindicatie

Kort geding, vordering tot zekerheidstelling d.m.v. bankgarantie voor voldoening van bij arbitraal vonnis toegewezen vordering, voorlopige/bewarende maatregel in zin van art. 24 EEX-Verdrag; vervolg op HR 6 februari 2004, nr. C02/202, NJ 2005, 404; spoedeisend belang (81 RO).

Uitspraak

9 februari 2007

Eerste Kamer

Nr. C05/327HR

MK/AT

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres],

gevestigd te [vestigingsplaats], Duitsland,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. E. Grabandt,

t e g e n

[Verweerster],

gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.

1. Het geding in voorgaande instanties

De Hoge Raad verwijst voor het verloop van dit geding tussen thans eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - en thans verweerster in cassatie - verder te noemen: [verweerster] - naar zijn arrest van 6 februari 2004, nr. C02/202, NJ 2005, 403.

Bij dat arrest heeft de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 26 maart 2002 vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam.

Na verwijzing heeft het hof te Amsterdam bij arrest van 1 september 2005 [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover gericht tegen [verweerster] en het vonnis van de president van de rechtbank te Rotterdam van 4 oktober 2001 bekrachtigd.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 362,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 9 februari 2007.