Home

Hoge Raad, 20-06-2008, BD0681, C06/350HR

Hoge Raad, 20-06-2008, BD0681, C06/350HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 juni 2008
Datum publicatie
20 juni 2008
ECLI
ECLI:NL:HR:2008:BD0681
Formele relaties
Zaaknummer
C06/350HR
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027] art. 5:34, Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Verzet tegen dwangbevel tot invordering bestuurlijke dwangsommen; buitengerechtelijke kosten; algemene beginselen van behoorlijk bestuur (81 RO).

Uitspraak

20 juni 2008

Eerste Kamer

Nr. C06/350HR

RM/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiser],

wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

advocaat: mr. P. Garretsen,

t e g e n

DE GEMEENTE HELDEN,

zetelende te Helden,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. M.J. Schenck.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente.

1. Het geding in feitelijke instanties

Op 18 april 2003 heeft de Gemeente met betrekking tot door [eiser] verschuldigde dwangsommen een dwangbevel uitgevaardigd. Dit dwangbevel is bij exploot van 13 mei 2003 aan [eiser] betekend.

[Eiser] heeft bij verzetdagvaarding van 19 juni 2003 de Gemeente gedagvaard voor de rechtbank Roermond en gevorderd, kort gezegd, dat de rechtbank hem zal verklaren tot goed opposant tegen genoemd dwangbevel en dit dwangbevel buiten effect te stellen.

De Gemeente heeft de vordering bestreden.

De rechtbank heeft, na een comparitie van partijen te hebben gelast, bij eindvonnis van 9 juni 2004 de tenuitvoerlegging van het dwangbevel van 18 april 2003 ontzegd, voor zover dit dwangbevel aan invorderingskosten inclusief BTW een hoger bedrag dan € 1.835,-- vermeldt. Het meer of anders gevorderde heeft de rechtbank afgewezen.

Tegen het eindvonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Bij arrest van 13 juni 2006 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat en voor de Gemeente door mr. F. Damsteegt, advocaat bij de Hoge Raad.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 20 juni 2008.