Hoge Raad, 16-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3093, 14/05414
Hoge Raad, 16-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3093, 14/05414
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2015
- Datum publicatie
- 16 oktober 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:3093
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1669, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:2214, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 14/05414
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Uitlokken of profiteren wanprestatie? Schenden twee-conclusie-regel?
Uitspraak
16 oktober 2015
Eerste Kamer
14/05414
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiseres 1],gevestigd te [plaats],
2. [eiseres 2],gevestigd te [plaats],
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. M.B.A. Alkema,
t e g e n
[verweerster],gevestigd te [plaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. A.C. van Schaick.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] c.s. en [verweerster].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 224575/HA ZA 11-82 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 27 juni 2012;
b. de arresten in de zaak HD 200.114.689/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 9 april 2013 en 22 juli 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen laatstgenoemd arrest van het hof hebben [eiseres] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiseres] c.s. heeft bij brief van 28 augustus 2015 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.