Home

Hoge Raad, 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1565, 19/03445

Hoge Raad, 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1565, 19/03445

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 oktober 2019
Datum publicatie
11 oktober 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1565
Formele relaties
Zaaknummer
19/03445

Inhoudsindicatie

Cassatieprocesrecht. Procesinleiding niet langs elektronische weg ingediend (art. 30c Rv) en geen advocaat bij de Hoge Raad aangewezen (art. 407 lid 3 Rv). Cassatieberoep niet-ontvankelijk.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 19/03445

Datum 11 oktober 2019

ARREST

In de zaak van

[eiser] ,
wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

hierna: [eiser] .

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. het vonnis in de zaak 5126668 \ CV EXPL 16-6477 van de kantonrechter te Leeuwarden van 6 december 2016;

b. het arrest in de zaak 200.211.057/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 april 2019.

[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatieverzoek is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Het cassatieberoep is niet ingesteld op de in art. 30c lid 1 Rv voorgeschreven wijze, te weten door indiening van een procesinleiding langs elektronische weg. Ook voldoet de procesinleiding niet aan de eisen van art. 407 lid 3 Rv, nu daarin niet een advocaat bij de Hoge Raad is aangewezen die [eiser] in het geding in cassatie zal vertegenwoordigen. Deze verzuimen konden worden hersteld door dezelfde procesinleiding met inachtneming van de vereisten van de art. 30c en 407 lid 3 Rv opnieuw in te dienen. [eiser] heeft evenwel geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de verzuimen binnen twee weken te herstellen. Dit brengt mee dat hij in zijn beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 11 oktober 2019.