Home

Hoge Raad, 18-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1442, 19/01871

Hoge Raad, 18-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1442, 19/01871

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 september 2020
Datum publicatie
18 september 2020
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:1442
Formele relaties
Zaaknummer
19/01871

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Arbeidsrecht. Door bestuurder ontvangen vergoedingen. Uitsluitende bevoegdheid raad van commissarissen? HR 6 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6509 (Imeko). Onverschuldigde betaling? Ongerechtvaardige verrijking? Onrechtmatige daad? Tegenstrijdig belang?

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 19/01871

Datum 18 september 2020

ARREST

In de zaak van

ORTHOCENTER N.V.,
gevestigd te Purmerend,

EISERES tot cassatie,

hierna: Orthocenter,

advocaat: R.L.M.M. Tan,

tegen

[verweerder],
wonend te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

hierna: [verweerder],

advocaat: J. den Hoed.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. het vonnis in de zaak C/14/154446/HA ZA 14-178 van de rechtbank Noord-Holland van 27 juli 2016;

  2. het arrest in de zaak 200.212.625/01 van het gerechtshof Amsterdam van 15 januari 2019.

Orthocenter heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

[verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van Orthocenter heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

-

verwerpt het beroep;

-

veroordeelt Orthocenter in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 2.091,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 18 september 2020.