Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1891, 21/05414
Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1891, 21/05414
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 december 2022
- Datum publicatie
- 16 december 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1891
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:963, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2021:2968, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/05414
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Verschoningsrecht. Art. 6 EVRM. Hoofdzaak na gelegd conservatoir bewijsbeslag. Verzoeken om voorlopig getuigenverhoor (art. 186 Rv), verstrekking van bescheiden (art. 843a Rv) en voorlopig deskundigenbericht (art. 202 Rv). Hof houdt verzoeken aan in afwachting van strafzaak waarin twee van verzoekers optreden als advocaat. Daadwerkelijke verstoring strafzaak ten onrechte aangenomen? Verschoningsrecht voor aan verschoningsgerechtigde onbekende gegevens?
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/05414
Datum 16 december 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],
wonende te [woonplaats],
4. [eiser 4],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna: de Advocaten,
advocaat: A.M. van Aerde, aanvankelijk ook A.E.H. van der Voort Maarschalk,
tegen
DE STAAT DER NEDERLANDEN (HET OM, DE FIOD EN DE BELASTINGDIENST),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de Staat,
advocaat: G.C. Nieuwland.
1 Procesverloop in cassatie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak C/01/342354 / EX RK 19-6 van de rechtbank Oost-Brabant van 5 juni 2019;
b. de beschikkingen in de zaak 200.265.410/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 augustus 2020, 19 november 2020, 28 januari 2021 en 30 september 2021.
De Advocaten hebben tegen de beschikkingen van het hof van 6 augustus 2020 en 30 september 2021 beroep in cassatie ingesteld.
De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de advocaat-generaal in buitengewone dienst F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de Advocaten heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikkingen van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikkingen. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt de Advocaten in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat op € 913,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.R. Salomons en T. Kooijmans, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 16 december 2022.