Home

Hoge Raad, 25-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:75, 20/04391

Hoge Raad, 25-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:75, 20/04391

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 januari 2022
Datum publicatie
25 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:75
Formele relaties
Zaaknummer
20/04391

Inhoudsindicatie

Doodslag door in 2019 in Utrecht zijn vriendin zo hard tegen haar hoofd te slaan en te schoppen dat bij haar ernstig hersenletsel is ontstaan, art. 287 Sr. TBS met dwangverpleging opgelegd. Geen middelen ingediend, verdachte n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/04391

Datum 25 januari 2022

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 december 2020, nummer 21-001777-20, in de strafzaak

tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Cassatiemiddelen zijn namens deze niet voorgesteld.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De wet bepaalt binnen welke termijn een advocaat namens de verdachte een schriftuur met cassatiemiddelen (klachten) bij de Hoge Raad moet indienen. Aan die verplichting is niet voldaan. Het gevolg daarvan is dat de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet in behandeling kan nemen (zie artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering).

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 januari 2022.