Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10407, 21-001777-20
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10407, 21-001777-20
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 december 2020
- Datum publicatie
- 16 december 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:10407
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2020:1932, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:75
- Zaaknummer
- 21-001777-20
Inhoudsindicatie
Doodslag van vriendin.
Het hof heeft verdachte veroordeeld voor doodslag van zijn toen 23-jarige vriendin. Verdacht heeft haar in haar eigen woning zo mishandeld dat zij ernstig hersenletsel heeft opgelopen. Haar letsel bleek zodanig ernstig en onherstelbaar dat vier dagen later is besloten de beademing bij haar te stoppen. Verdachte heeft het feit ontkend. Het hof legt een gevangenisstraf op van 10 jaren met aftrek van voorarrest. Overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - en anders dan de rechtbank - ziet het hof ook aanleiding om de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op te leggen.
De vorderingen van de benadeelde partijen, mede bestaande uit geleden shockschade, worden grotendeels toegewezen.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001777-20
Uitspraak d.d.: 16 december 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht van 25 mei 2020 met parketnummer 16-047311-19 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
thans verblijvende in [detentie] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 december 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C. van Oort, naar voren is gebracht.