Rechtbank Midden-Nederland, 25-05-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:1932, 16.047311.19 (P)
Rechtbank Midden-Nederland, 25-05-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:1932, 16.047311.19 (P)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 25 mei 2020
- Datum publicatie
- 25 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2020:1932
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2020:10407, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 16.047311.19 (P)
Inhoudsindicatie
De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 24 februari 2019 zijn vriendin heeft gedood. Voorwaardelijk opzet, nu verdachte meermalen met kracht tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geschopt. De rechtbank legt een gevangenisstraf op voor de duur van 10 jaar. De vorderingen van de benadeelde partijen worden grotendeels toegewezen.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.047311.19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 mei 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1994] te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd te P.I. Alphen, locatie Eikenlaan.
1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 11 mei 2020. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. C. van Oort, advocaat te Utrecht
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. J.R.F. Esbir Wildeman en van wat verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de vorderingen van de benadeelde partijen, de nadere toelichting daarop door mr. C.H. Dijkstra, advocaat te Amersfoort, en geluisterd naar de slachtofferverklaring van [benadeelde 1] , voorgelezen door mw. G. Joosten van Slachtofferhulp Nederland.
2 TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:
op 24 februari 2019 te Utrecht opzettelijk [slachtoffer] meermalen met kracht tegen haar hoofd heeft geslagen en/of geschopt als gevolg waarvan zij op 28 februari 2019 is overleden,
subsidiair:
op 24 februari 2019 te Utrecht opzettelijk aan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht als gevolg waarvan zij op 28 februari 2019 is overleden.
3 VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.