Hoge Raad, 03-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:817, 21/01282
Hoge Raad, 03-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:817, 21/01282
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 juni 2022
- Datum publicatie
- 3 juni 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:817
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:31, Gevolgd
- Zaaknummer
- 21/01282
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Vennootschapsrecht. Arbeidsovereenkomst directeur; ontslag; vernietiging; ontslagbescherming; vraag of directeur werkzaam was als statutair bestuurder, art. 2:244 BW; benoemingsbesluit, art. 2:242 lid 1 (oud) BW en art. 2:238 BW; uitleg; bewijslastverdeling, art. 150 Rv.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/01282
Datum 3 juni 2022
ARREST
In de zaak van
INVESTINFUTURE HOLDING B.V.,
gevestigd te Hilversum,
EISERES tot cassatie,
hierna: IIF,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
de uitspraken in de zaak C/09/525423 / HA ZA 17-79 van de rechtbank Den Haag van 6 januari 2017, 16 januari 2017, 8 februari 2017, 1 november 2017, 24 januari 2018, 1 augustus 2018 en 27 maart 2019;
-
het arrest in de zaak 200.267.544/01 en 200.267.687/01 van het gerechtshof Den Haag van 22 december 2020.
IIF heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De zaak is voor IIF toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van IIF heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- -
-
verwerpt het beroep;
- -
-
veroordeelt IIF in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, F.J.P. Lock en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 3 juni 2022.