Home

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:559, 22/02862

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:559, 22/02862

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 april 2023
Datum publicatie
14 april 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:559
Formele relaties
Zaaknummer
22/02862

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Maatstaf uitzondering opzegverbod tijdens ziekte (art. 7:671b lid 6, onder a, BW).

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 22/02862

Datum 14 april 2023

BESCHIKKING

In de zaak van

[werkneemster],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie,

hierna: de werkneemster,

advocaat: M.J. van Basten Batenburg,

tegen

ERASMUS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ROTTERDAM,

kantoorhoudende te Rotterdam,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: de werkgever,

advocaat: S.F. Sagel.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de beschikking in de zaak 9096001 VZ VERZ 21-3881 van de kantonrechter te Rotterdam van 6 juli 2021;

b. de beschikking in de zaak 200.300.895/01 van het gerechtshof Den Haag van 3 mei 2022.

De werkneemster heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.

De werkgever heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het beroep;

- veroordeelt [werkneemster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Erasmus MC begroot op € 857,-- aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [werkneemster] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.

Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 14 april 2023.