Hoge Raad, 14-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:880, 23/02885
Hoge Raad, 14-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:880, 23/02885
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 juni 2024
- Datum publicatie
- 14 juni 2024
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2024:880
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2024:442
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2023:3546
- Zaaknummer
- 23/02885
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Vernietiging koopovereenkomst t.z.v. onroerend goed o.g.v. geestelijke stoornis. Art. 3:34 BW; geen bescherming o.g.v. art. 3:35 BW.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 23/02885
Datum 14 juni 2024
ARREST
In de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: J. van Weerden,
tegen
[de vereffenaar], in haar hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschap van [erflater],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de vereffenaar,
niet verschenen.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/08/224571 / HA ZA 18-488 van de rechtbank Overijssel van 30 juni 2021 en 2 februari 2022;
b. het arrest in de zaak 200.309.502/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 april 2023.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De vereffenaar heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de vereffenaar begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 14 juni 2024.