Home

Rechtbank Amsterdam, 12-11-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:5412, 8685713 EA 20-567

Rechtbank Amsterdam, 12-11-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:5412, 8685713 EA 20-567

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
12 november 2020
Datum publicatie
12 november 2020
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2020:5412
Formele relaties
Zaaknummer
8685713 EA 20-567

Inhoudsindicatie

Het ontslag van de directeur van het Haga Lyceum blijft in stand. Zijn weigering om na zijn schorsing onder andere de toegang tot de bankrekeningen van de school over te dragen, was een gegronde reden om hem op staande voet te ontslaan.

Uitspraak

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 8685713 EA 20-567

beschikking van 12 november 2020

i n z a k e

wonende te [woonplaats]

verzoeker

procederend in persoon

t e g e n

gevestigd te Amsterdam

verweerster

gemachtigde: mr. S.L.D. van den Brink.

Partijen worden hierna [verzoeker] en SIO genoemd.

[verzoeker] heeft op 31 juli 2020 een verzoekschrift met producties op de voet van artikel 7:681 BW ingediend. SIO heeft een verweerschrift tevens verzoekschrift ex artikel 7:671b BW ingediend, eveneens met producties. [verzoeker] heeft op 9 oktober 2020 nog een reactie met producties ingediend. Beide partijen hebben daarna nog nadere producties ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2020 (nadat de eerder bepaalde behandeling op verzoek van [verzoeker] was verplaatst). Beide partijen zijn verschenen. [verzoeker] vergezeld door zijn broer en een belangstellende (de heer [naam belangstellende] ), SIO in de persoon van de heren [naam 1] en [naam 2] , vergezeld door de gemachtigde. De gemachtigde van SIO en [verzoeker] hebben hun standpunt nader toegelicht aan de hand van een overgelegde pleitnota. [naam 1] , [naam 2] en [naam belangstellende] hebben opmerkingen gemaakt. Na verder debat is een datum voor de beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1.1.

SIO bestuurt het Haga Lyceum in Amsterdam, een school voor voortgezet onderwijs op Islamitische grondslag. [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] , is aangesteld als directeur-bestuurder van de school, [naam 3] als secretaris-penningmeester. [naam 1] voornoemd is bestuursvoorzitter.

1.2.

Op 9 april 2020 heeft een docent van de school een klacht ingediend over [verzoeker] .

1.3.

In april/mei 2020 is naar aanleiding van deze klacht een conflict ontstaan over de behandeling ervan tussen [naam 1] en [verzoeker] .

1.4.

Bij brief van 28 april 2020 heeft de medezeggenschapsraad (MR) van de school geklaagd over de samenwerking met [verzoeker] , welke brief de MR op 16 mei 2020 echter weer heeft ingetrokken.

1.5.

Per e-mail van 10 mei 2020 heeft [naam 1] aan [verzoeker] een oproep verzonden voor een bestuursvergadering op 25 mei 2020 met op de agenda het voornemen om [verzoeker] te schorsen. [verzoeker] is niet op deze vergadering verschenen.

1.6.

Op 25 mei 2020 is besloten [verzoeker] per direct te schorsen (op non actief te stellen met behoud van loon) en om een onafhankelijk onderzoeksbureau opdracht te geven onderzoek te doen naar (kort gezegd) het functioneren van [verzoeker] .

1.7.

Het betreffende besluit is [verzoeker] medegedeeld bij brief van [naam 1] van 25 mei 2020. In de brief is [verzoeker] met klem verzocht om alle bescheiden, sleutels, bankpasjes, gebruikersnamen, wachtwoorden, codes en alles wat nog meer van belang is voor de school en SIO binnen 24 uur in te leveren bij [naam 1] .

1.8.

Daaraan heeft [verzoeker] niet voldaan.

1.9.

Bij brief van 25 mei 2020 aan [naam 1] hebben [verzoeker] en [naam 3] verzocht om het schorsingsbesluit in te trekken. SIO heeft dit verzoek niet gehonoreerd.

1.10.

Bij besluit van 27 mei 2020 heeft het bestuur [naam 3] ontslagen.

1.11.

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft het bestuur [verzoeker] ontslagen als bestuurder.

1.12.

Bij brief van 2 juni 2020 heeft het bestuur [verzoeker] op staande voet ontslagen als directeur (schoolleider). In de brief zijn als dringende redenen daarvoor vermeld
1) het onder verantwoordelijkheid van [verzoeker] doorsluizen van camerabeelden en persoonsgegevens van [naam 1] aan anderen, 2) het sterke vermoeden, althans de angst bij meerdere betrokkenen (waaronder ouders) dat ook van hen beelden zijn vastgelegd, waardoor zij zich niet meer veilig voelen op school, hetgeen schadelijk is voor SIO en 3) het in bezit houden van de hiervoor onder 1.7 genoemde zaken, waardoor de school dicht is en het onderwijs komt vast te zitten, althans niet optimaal verloopt.

1.13.

Bij vonnis van de voorzieningenrechter civiel van deze rechtbank van 10 juni 2020 is [verzoeker] op vordering van SIO op straffe van een dwangsom (onder meer) veroordeeld tot afgifte van de onder 1.7 genoemde zaken, die essentieel zijn om de dagelijkse gang van zaken aangaande de school te kunnen voortzetten.

1.14.

Bij vonnis van 7 augustus 2020 heeft de kantonrechter in kort geding SIO op vordering van [verzoeker] veroordeeld tot betaling van salaris c.a. vanaf 2 juni 2020 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd. De vordering tot wedertewerkstelling is afgewezen.

Verzoek

2. [verzoeker] verzoekt - kort gezegd - te verklaren voor recht dat hij nog steeds in dienst is van SIO en niet (naar de kantonrechter begrijpt: rechtsgeldig) is geschorst, met vernietiging van de schorsing van 25 mei 2020 en het ontslag van 2 juni 2020 en SIO te veroordelen om hem weer toe te laten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden op straffe van een dwangsom alsmede tot betaling van achterstallig salaris - met wettelijke verhoging en wettelijke rente - en tot doorbetaling van salaris. Verder verzoekt [verzoeker] de besluiten tot schorsing en ontslag nietig te verklaren, dan wel te vernietigen, alles met veroordeling van SIO in de kosten van het geding.

3. [verzoeker] stelt daartoe (samengevat) dat het ontslag onrechtmatig is, omdat er geen dringende reden aan ten grondslag ligt. [naam 1] heeft het ontslag aangewend om ervoor te zorgen dat [verzoeker] als medebestuurder het veld moet ruimen op de school waarvan hij medeoprichter is. [verzoeker] betwist dat hij de onder 1.12 genoemde camerabeelden heeft verspreid of laten verspreiden en heeft een schriftelijke verklaring overgelegd van [naam 4] , waarin deze daarvoor de aansprakelijkheid op zich neemt. [verzoeker] betwist ook dat hij angst onder de ouders heeft gezaaid. De (on)geldigheid van de bestuursbesluiten tot schorsing en ontslag van [verzoeker] als bestuurder is nog onderwerp van verschillende procedures. Volgens [verzoeker] is er geen sprake van een verstoorde arbeidsverhouding en geen arbeidsconflict, maar slechts een conflict tussen de bestuurders van SIO (een bestuurscrisis).

Verweer

Beoordeling

BESLISSING