Rechtbank Amsterdam, 06-12-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7113, C/13/708342 / KG ZA 21-834
Rechtbank Amsterdam, 06-12-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7113, C/13/708342 / KG ZA 21-834
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 6 december 2021
- Datum publicatie
- 16 december 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2021:7113
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2022:1881
- Zaaknummer
- C/13/708342 / KG ZA 21-834
Inhoudsindicatie
Kort geding, vakbond tegen beveiligingsbedrijf Schiphol. Beveiligers hebben na aanbesteding een andere werkgever gekregen. Vraag of wijze van inroostering een primaire arbeidsvoorwaarde is. Belang werkgever weegt in dit geval zwaarder.
Uitspraak
vonnis
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/708342 / KG ZA 21-834 MDvH/LO
Vonnis in kort geding van 6 december 2021
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
CNV VAKMENSEN.NL,
gevestigd te Utrecht,
eiseres bij dagvaarding van 25 oktober 2021,
advocaat mr. M.P.A. Oogjen te Nieuwegein,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J. Kramer te Utrecht.
Partijen zullen hierna CNV en [gedaagde] worden genoemd.
1 De procedure
Ter zitting van 22 november 2021 heeft CNV de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de kant van CNV: [naam 1] (vakbondsbestuurder) met mr. Oogjen en mr. R.R. Surquin;
aan de kant van [gedaagde] : [naam 2] , general manager, en [naam 3] met mr. Kramer.
Vonnis is bepaald op heden.
2 De feiten
CNV behartigt als vakbond de belangen van onder meer het beveiligingspersoneel op Schiphol. Zij sluit daartoe cao’s af met werkgevers en werkgeversverenigingen en ziet toe op de naleving daarvan.
Op Schiphol zijn vijf beveiligingsbedrijven actief. Doordat Schiphol bij de beveiligingsopdracht gebonden is aan de regels van het aanbestedingsrecht, vindt om de paar jaar een aanbesteding plaats en krijgt het beveiligingspersoneel dan dikwijls te maken met een wisseling van werkgever.
De laatste aanbestedingsprocedure is op 1 september 2020 afgerond en per 3 december 2020 is de contractwisseling feitelijk geëffectueerd.
De aanbesteding bestond uit zeven percelen. Het gaat in deze procedure om de percelen 1 tot en met 3, die betrekking hebben op de controle van passagiers en handbagage.
Omdat het werk bij de passagierscontrole de afgelopen jaren is toegenomen, heeft Schiphol ervoor gekozen om in het kader van de aanbesteding drie in plaats van twee beveiligingsbedrijven in te zetten voor de controle van alle passagiers. Daarnaast is ervoor gekozen om de grotere passagiersfilters door twee beveiligingsbedrijven te laten doen (dus twee bedrijven op één filter in plaats van één bedrijf, zoals dat voorheen het geval was). Deze keuze heeft erin geresulteerd dat per 3 december 2020 de bestaande percelen 1 en 2 zijn herverdeeld en opgesplitst in drie nieuwe percelen, te weten percelen 1, 2 en 3.
Tot 3 december 2020 was het beveiligingsbedrijf I-SEC leverancier van perceel 1 (oud) en [naam 3] leverancier van perceel 2 (oud). [gedaagde] was toen (deels) leverancier van perceel 9.
Het nieuwe perceel 1 is vanaf 3 december 2020 gegund aan [gedaagde] . I-SEC is perceel 2 (nieuw) gegund en [naam 3] perceel 3 (nieuw). Ongeveer 200 werknemers van [naam 3] en ongeveer 100 werknemers van I-SEC zijn daarbij overgegaan naar [gedaagde] , dat nu in totaal ongeveer 750 mensen in dienst heeft, waarvan circa 400 nieuw.
De meeste beveiligingsbedrijven op Schiphol hanteren een eigen roostersystematiek. [naam 3] hanteert een systeem waarbij zij een tijdvakkenrooster publiceert. Medewerkers kunnen dan hun voorkeuren kenbaar maken voor dagen en tijdstippen waarop zij ingeroosterd willen worden, en wanneer zij gebruik willen maken van roostervrije dagen. De meeste werknemers die parttime werken hebben ervoor gekozen hele dagen te worden ingezet, maar minder dagen per week (dit in tegenstelling tot parttimers die ervoor kiezen om meer dagen, maar minder uren per dag te werken). Het tijdvakkenrooster wordt steeds circa zes weken van te voren kenbaar gemaakt en iedere week wordt weer een nieuwe week bekend gemaakt (een zogenoemd ‘6-weeks rollend rooster’). Vervolgens wordt elf dagen van tevoren het feitelijke dienstrooster ‘rollend’ bekend gemaakt.
I-SEC hanteerde een jaarrooster, maar is daar inmiddels van afgestapt.
De cao Particuliere Beveiliging en de cao Beveiliging (thans cao Veiligheidsdomein) kennen een vier weken rollend rooster.
[gedaagde] heeft in het informatiepakket voor nieuwe medewerkers over het rooster het volgende aangekondigd.
“Je Rooster
Elke donderdag ontvang je jouw rooster via de e-mail (…) met de daadwerkelijke diensten voor de komende 2 weken. Daarnaast worden de tijdvakken van de volgende 2 weken ook zichtbaar. Hierdoor heb je een duidelijk en overzichtelijke planning voor de komende 4 weken.”
Oud-werknemers van [naam 3] , die nu bij [gedaagde] in dienst zijn, ervaren problemen met het rooster. CNV heeft daarover (namens haar leden) verschillende keren overleg gevoerd met [gedaagde] , waarbij ook vakbond FNV betrokken was. Die overleggen hebben niet tot een oplossing geleid. Wel heeft [gedaagde] toegezegd om haar werknemers per 1 februari 2022 de roostertijdvakken ‘5 en 6 weeks rollend’ bekend te maken, en per 1 januari 2022 de 28 vaste roostervrije dagen (VVR).
Op 16 november 2021 is opnieuw overlegd tussen Schiphol, de vijf beveiligingsbedrijven, CNV en FNV, en hebben alle partijen zich gecommitteerd op korte termijn gelijkluidende roosterregels voor alle werknemers van alle beveiligingsbedrijven te gaan afspreken.
3 Het geschil
CNV vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
-
[gedaagde] te verplichten voor de oud-medewerkers van [naam 3] (althans, de CNV-leden daarvan) de roostersystematiek van [naam 3] ongewijzigd toe te passen, op de wijze zoals in de dagvaarding gedetailleerd beschreven, kort gezegd (onder meer) inhoudende dat al die medewerkers in de gelegenheid worden gesteld op dezelfde wijze hun voorkeuren door te geven voor tijdvakken en roostervrije dagen, hun op jaarbasis 32 roostervrije dagen te bieden, dezelfde tijdvakken te hanteren als [naam 3] hanteerde, het rooster minimaal vijf weken van te voren rollend bekend te maken, te streven naar toekenning van tenminste 75% van de opgegeven voorkeuren;
-
op straffe van een dwangsom;
-
met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
[gedaagde] voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, bij de beoordeling ingegaan.