Rechtbank Den Haag, 29-10-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15650, 9359514 RP VERZ 21-50489
Rechtbank Den Haag, 29-10-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15650, 9359514 RP VERZ 21-50489
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 29 oktober 2021
- Datum publicatie
- 17 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:15650
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2023:59
- Zaaknummer
- 9359514 RP VERZ 21-50489
Inhoudsindicatie
Ontslag op staande voet. Handelen in strijd met geheimhoudingsbeding, goed werknemerschap. Werknemer aan te merken als klokkenluider in de zin van artikel 7:658c BW?
Uitspraak
Zittingsplaats Den Haag
RvV/C
Zaaknummer: 9359514 RP VERZ 21-50489
29 oktober 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in de zaak van het verzoek,
verweerder in de zaak van het (deels voorwaardelijke) tegenverzoek,
gemachtigde: mr. N.M. Fakiri,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Multi-Care B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
verweerster in de zaak van het verzoek,
verzoekster in de zaak van het (deels voorwaardelijke) tegenverzoek,
gemachtigde: mr. L.S. van Dis.
Partijen worden aangeduid als “Multi-Care” en “ [de werknemer] ”.
1 De procedure
Op 9 augustus 2021 heeft [de werknemer] een verzoekschrift ingediend en verzocht om – kort gezegd – ten laste van Multi-Care aan [de werknemer] een billijke vergoeding, achterstallig loon en de transitievergoeding toe te kennen. Multi-Care heeft daarna een verweerschrift ingediend. Daarin heeft zij verweer gevoerd tegen de verzochte vergoeding. Het verweerschrift bevat tevens een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Naar aanleiding van het verzoek heeft op 1 oktober 2021 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. [de werknemer] is toen in persoon verschenen, bijgestaan door
mr. N.M. Fakiri. Namens Multi-Care zijn [betrokkene 1] en [betrokkene 2] verschenen, bijgestaan door mr. L.S. van Dis. Door [de werknemer] is ter zitting een pleitnota overgelegd. Van hetgeen partijen ter verdere toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht, zijn door de griffier aantekeningen gemaakt. Deze aantekeningen bevinden zich in het procesdossier. Voorafgaand aan de zitting hebben beide partijen nog diverse brieven gestuurd met aanvullende producties.
De uitspraak is vervolgens bepaald op heden.
2 De feiten
Multi-Care is een zorgonderneming en levert ambulante zorg en/of begeleiding aan volwassenen. De heer [X] (hierna: [X] ) is de statutair directeur en enig aandeelhouder van Multi-Care.
[de werknemer] , geboren op [geboortedag] 1990, is op 1 maart 2020 voor de tijd van één jaar in dienst getreden bij Multi-Care in de functie van [functie] . In de (schriftelijke) arbeidsovereenkomst is in artikel 10 een geheimhoudingsbeding opgenomen. Dit beding bevat de volgende tekst:
“Werknemer is tijdens de duur en na de beëindiging van deze overeenkomst gehouden tot strikte geheimhouding van alles wat hem omtrent de onderneming van werkgever of dienst relaties bekend is geworden en waaromtrent hem geheimhouding is opgelegd of waarvan hij het vertrouwelijk karakter redelijkerwijs kan vermoeden. Schending van deze geheimhoudingsplicht kan arbeidsrechtelijke consequenties hebben.”
Verder is tussen partijen in de (schriftelijke) arbeidsovereenkomst een arbeidsduur van 32 uur per week afgesproken. De arbeidsovereenkomst is ‘in opdracht van’ [X] ondertekend door [y] (hierna: [y] ). [y] was destijds werkzaam als [functie] voor Multi-Care.
Op 18 juni 2020 heeft [de werknemer] een e-mail naar de (externe) salarisadministrateur van Multi-Care gestuurd. Daarin heeft [de werknemer] geschreven dat er een onjuist aantal contracturen aan de salarisadministrateur zijn doorgegeven (36 in plaats van 32 uur). [de werknemer] vraagt in deze e-mail om de teveel uitbetaalde uren in twee termijnen in te houden. Twee dagen later heeft [de werknemer] opnieuw een e-mail aan de salarisadministrateur verzonden en gevraagd om de wijzigingen niet door te voeren.
[y] heeft zich in juli 2020 ziek gemeld. In oktober 2020 heeft Multi-Care een nieuwe [functie] aangenomen in de persoon van [betrokkene 2] .
Op 13 februari 2021 heeft [de werknemer] schriftelijk een (toen nog anonieme) schriftelijke verklaring afgelegd aan de gemachtigde van [y] , die op dat moment in een arbeidsconflict met Multi-Care verwikkeld was geraakt. In deze verklaring staat, voor zover relevant, het volgende:
“(…)
Na enige tijd had [y] zich door omstandigheden met de werkgever
zich ziekgemeld. (…)
Na de ziekmelding van [y] heeft [X] een externe partij dhr. [Z] ingeschakeld om een plan te bedenken hoe ze [y] van haar functie konden ontheffen en eventuele financiële schades op [y] te verhalen.
De dossier van [y] en andere medewerkers werden met meerdere werknemer uitgebreid besproken en konden worden ingezien door dhr. [Z] , de advocaat [naam advocaat] , mij en aantal andere collega’s die niet bevoegd zijn voor inzage.
(…)
Eind december 2020 heeft directeur [X] aan mij en andere collega’s gevraagd
om een verklaring af te leggen tegen [y] . Hij gaf aan wat er in deze
verklaring moest komen te staan namelijk:
- Dat ik [y] nauwelijks op kantoor zag;
- Mij niet had ingewerkt;
- Geen Management taken heeft uitgevoerd en
- [y] haar verantwoordelijkheid niet nam.
(…) ik ben niet meegegaan in zijn verhaal en ik heb ook geen verklaring afgelegd omdat ik van mening was dat mijn verklaring vals en onterecht zou zijn. Hierna had ik vakantie opgenomen. 11 januari was ik weer aan het werk en merkt ik op dat de directeur boos op mij was omdat ik geen valse verklaring wilde afleggen.
(…)
Directeur [X] laat bijna wekelijks advocaat [naam advocaat] op kantoor komen om uitgebreid werknemers te bespreken en advies in te winnen hoe andere werknemers weg te krijgen. Vele werknemers waaronder ik vinden dit enorm intimiderend dat de advocaat wekelijks op kantoor aanwezig is. De advocaat kreeg toegang tot de werkmail van [y] om inzicht te krijgen in haar werkzaamheden, om te achterhalen of zij werkzaamheden had verricht op de dagen dat zij niet aanwezig was op kantoor en eventueel andere fouten te ontdekken.
(…)
Er heerst een ongezonde werksfeer bij Multi-Care B. V waarbij [X] werknemers intimiderend benaderd en beloftes maakt die hij achteraf niet nakomt.
(…)”
Op 22 februari 2021 heeft [de werknemer] zich ziek gemeld.
Op 26 maart 2021 heeft Multi-Care een verzoek ingediend bij de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst tussen Multi-Care en [y] te ontbinden.
Op 7 april 2021 heeft [de werknemer] een e-mail verzonden aan Multi-Care. Daarin schrijft [de werknemer] , voor zover relevant, het volgende:
“(…) In het begin heb ik de samenwerking met het team als prettig ervaren en waren de werkzaamheden leuk en een nieuwe uitdaging. (…) Na de ziekmelding van de toenmalige [functie] [y] was het roer omgedraaid en was het team aan het lot overgelaten. (…)
In de afgelopen maanden hebben er meerdere voorvallen en stressvolle situaties bijgedragen aan mijn uitval.
Sinds mijn dienstverband bij Multi-Care heeft u meerdere malen overboekingen gedaan naar uw privérekening. De overboekingen zijn gedaan door collega [A] e/o door u zelf. Bij vragen naar de overboekingen gaf u aan dat u een lening heeft gedaan aan Multi-Care B. v.. Door te hoge werkdruk en vele taken was dit voor mij niet te controleren.
Al meerdere malen heb ik u aangesproken over een aantal zaken die voor veel stress en onzekerheid hebben gezorgd. Zo kwam u frequent naar mij toe met facturen, die ik aan de hand van EPOS heb uitgedraaid. U gaf aan dat deze niet klopten. (…). U gaf aan dat ik alvast de facturen kon opstellen en dat u zelfde gemaakte uren bij cliënten zo snel mogelijk in EPOS zou invoeren. Ik heb u vaker erop geattendeerd dat de uren nog steeds niet in EPOS staan. Iedere keer gaf u aan dit in orde te maken, maar is dit tot op heden niet gebeurd.
Vervolgens heeft u in ruil voor financiële hulp voor het opstarten van een eigen onderneming, mij verzocht een verklaring af te leggen tegen [y] die niet klopt. U heeft ook andere collega’s soortgelijke voorstellen gedaan in ruil voor een verklaring die niet klopt.
Naar mijn idee heb ik naar tevredenheid mijn werkzaamheden uitgevoerd. Ik heb dan ook niet eerder serieuze feedback gekregen. Met de bovenstaande punten in acht genomen en gezien de huidige situatie ben ik onder de indruk dat u een conflict aan het creëren bent, omdat ik niet instem met uw werkwijze en u mij op deze manier probeert weg te werken.
(…)”
Op 20 mei 2021 heeft [y] een verweerschrift ingediend tegen het ontbindingsverzoek van Multi-Care. Bij het verweerschrift heeft [y] de onder rechtsoverweging 2.6. opgenomen schriftelijke verklaring van [de werknemer] als productie bijgevoegd.
Op 21 mei 2021 heeft (de gemachtigde van) Multi-Care een e-mail verzonden aan (de toenmalige gemachtigde van) [de werknemer] . In die e-mail geeft Multi-Care het volgende, voor zover relevant, aan [de werknemer] te kennen:
“(…)
Ik heb zojuist kennis genomen van een verweerschrift van een werknemer van cliënte in een lopende ontbindingsprocedure. Uit dit verweerschrift vloeit voort dat uw cliënt het vertrouwen van zijn werkgever heeft geschonden en de op hem rustende geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Hij heeft een aantal verklaringen afgelegd aan de wederpartij, waarin hij onder meer verklaart over vertrouwelijk overleg tussen de directeur van Multi-Care en diens raadsman dat inhoudelijk ging over de lopende ontbindingsprocedure met de betreffende werknemer.
Ook overigens blijkt uit de door de wederpartij in die procedure overlegde verklaringen en e-mails van uw cliënt, dat hij de wederpartij voedt met (ook nog eens grotendeels onware) informatie welke hij uit hoofde van zin arbeidsovereenkomst geheim zou dienen te houden en zeker niet zou moeten doorspelen aan een wederpartij in een lopende rechtszaak.
Mijn cliënte is voornemens om uw cliënt op staande voet te ontslaan, maar niet voordat uw cliënt in de gelegenheid is gesteld om zijn gedragingen toe te lichten. (…)”
Op 25 mei 2021 heeft (de toenmalige gemachtigde van) [de werknemer] per e-mail gereageerd op de hiervoor besproken e-mail van Multi-Care. [de werknemer] heeft zich toen op het standpunt gesteld dat de informatie waar Multi-Care op doelt, geen vertrouwelijke informatie betrof en dat hij geen onwaarheden heeft geuit.
Diezelfde dag is [de werknemer] door Multi-Care op staande voet ontslagen. In de e-mail waarin dit ontslag aan [de werknemer] wordt bevestigd, is het volgende, voor zover relevant, te lezen:
“(…)
Zoals ook in die mail is uiteengezet, is het volgende duidelijk geworden:
1. Uw cliënt is er van op de hoogte dat zijn werkgever in een gerechtelijke procedure is
verwikkeld met [y] .
2. Uw cliënt heeft verklaringen afgelegd aan (de advocaat van) [y] .
3. Deze verklaringen bevatten onwaarheden. Uw cliënt stelt dat het uw cliënt niet
duidelijk is welke informatie onwaar is. Bij mijn mail van afgelopen
vrijdag waren drie verklaringen gevoegd en kennelijk is uw cliënt van mening dat geen
van deze verklaringen van zijn hand enige onware informatie bevat. Anders had hij dat nu kunnen opbiechten. Voorbeelden van onwaarheden zijn dat ik wekelijks bij Multi-Care op bezoek zou zijn om advies te geven hoe andere werknemers weg te krijgen en dat uw cliënt en andere werknemers worden gedwongen om valse verklaringen af te leggen.
4. Uw cliënt verklaart over vertrouwelijk overleg tussen de directeur van Multi-Care B.V. en haar advocaat. Hij geeft daarvan aan dat dit overleg plaats vond in de entree van het kantoorpand, waar eventuele binnenkomende cliënten en bezorgers kennis konden nemen van hetgeen werd besproken.
Uw cliënt bekent hiermee dat de aantijging juist is: hij heeft de betreffende informatie, aangehecht aan mijn mail van afgelopen vrijdag, doorgespeeld aan een wederpartij in een lopende procedure. Voorts pleit wat uw cliënt stelt over de locatie van het overleg - waarin ik mij in ieder geval niet herken - niet vrij. Waar het ook plaats vond, het gaat om vertrouwelijk overleg tussen directie en raadsman en uw cliënt wist of had moeten weten dat dit vertrouwelijk was.
(…)
Uw cliënt wist of had redelijkerwijze moeten vermoeden dat hij niet naar de wederpartij van een lopende procedure kan verklaren over (zijn interpretatie van) wat hem ter ore is gekomen uit overleg tussen de directeur en de advocaat van zijn werkgever. Uw cliënt heeft daarmee de op hem rustende vertrouwelijkheid met voeten getreden.
Ook los daarvan behelst bovenstaande een zodanig schending van het vertrouwen, dat sprake is van een dringende reden voor ontslag. Dat komt omdat uw cliënt diverse zaken verklaard welke in strijd zijn met de waarheid, maar ook door het feit dat uw cliënt zijn verklaringen aflegt met het kennelijke doel de belangen van zijn werkgever te schaden.
Deze gedragingen leveren ieder voor zich, alsook in onderlinge samenhang, een dringende reden op voor opzegging van uw arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang: een ontslag op staande voet zoals bedoeld in artikel 7:677 van het Burgerlijk Wetboek. Cliënte zegt hierbij dan ook de arbeidsovereenkomst met uw cliënt op (…)”
Bij beschikking van 28 juni 2021 (met zaaknummer 9117475 RP VERZ 21-50220) heeft de kantonrechter Den Haag – kort gezegd – de arbeidsovereenkomst tussen Multi-Care en [y] ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsrelatie en is aan [y] een billijke vergoeding van € 15.000,- toegekend.
3 Het verzoek
[de werknemer] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. om Multi-Care te veroordelen om aan [de werknemer] te betalen:
a. een billijke vergoeding ten bedrage van € 74.986,- bruto;
b. een bedrag gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, dan wel van rechtswege zou zijn geëindigd;
c. een transitievergoeding ten bedrage van € 1.385,44;
2. met veroordeling van Multi-Care in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente.
Aan zijn verzoek legt [de werknemer] – zakelijk weergegeven – ten grondslag dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. [de werknemer] stelt zich ten aanzien daarvan in de eerste plaats op het standpunt dat de aangevoerde dringende redenen geen ontslag op staande voet rechtvaardigen. [de werknemer] erkent dat hij een verklaring heeft afgelegd aan de gemachtigde van [y] – die thans ook zijn eigen gemachtigde is – maar betwist dat hij onwaarheden heeft verklaard. [de werknemer] betwist ook dat hij met het afleggen van een verklaring zijn geheimhoudingsbeding heeft overtreden. De verklaring is afgelegd aan [y] toen zij nog in dienst was van Multi-Care. Zij was geen derde in de zin van het geheimhoudingsbeding. Bovendien was er volgens [de werknemer] geen sprake van vertrouwelijke informatie, althans [de werknemer] kon niet vermoeden dat het om vertrouwelijke informatie ging omdat dossiers van werknemers te pas en te onpas met iedereen werden besproken. Voor zover wel geoordeeld wordt dat [de werknemer] vertrouwelijke informatie heeft gedeeld, meent [de werknemer] dat hij bescherming geniet als klokkenluider in de zin van artikel 7:658c van het Burgerlijk Wetboek. [de werknemer] heeft aan zijn toenmalige [functie] [y] zijn zorgen geuit dat er mogelijk sprake is van fraude. Dit heeft [de werknemer] ook gedaan op 7 april 2021 bij de directeur van Multi-Care ( [X] ). Met die zorgen is door Multi-Care niets gedaan. Het stond [de werknemer] daarom vrij om als klokkenluider – zonder arbeidsrechtelijke consequenties – naar buiten toe te treden. [de werknemer] betwist voorts dat hij de verklaring(en) aan [y] en haar gemachtigde heeft afgelegd om de belangen van Multi-Care te schaden. Het gegeven ontslag is volgens [de werknemer] ook niet onverwijld gegeven. Verder heeft [de werknemer] gewezen op zijn persoonlijke omstandigheden.
Omdat het gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, verzoekt [de werknemer] op grond van artikel 7:681 lid 1 onder a BW om aan hem ten laste van Multi-Care een billijke vergoeding toe te kennen. Verder verzoekt [de werknemer] om hem op grond van artikel 7:673 lid 1 onder a BW een transitievergoeding toe te kennen en om Multi-Care te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging.