Rechtbank Den Haag, 29-11-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:16044, 9140084 / 21-50245
Rechtbank Den Haag, 29-11-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:16044, 9140084 / 21-50245
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 29 november 2021
- Datum publicatie
- 5 april 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:16044
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2022:1767, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 9140084 / 21-50245
Inhoudsindicatie
aanzegvergoeding, Corona, niet genoten vakantiedagen en vrije uren, gentlemen’s agreement
Uitspraak
Zittingsplaats Den Haag
FH/B/C
Rep.nr.: 9140084 RP VERZ 21-50245
Datum: 29 november 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. J.M. Vreeken,
tegen
de besloten vennootschap ’t Goude Hooft Exploitatie B.V.,
gevestigd te Nootdorp, gemeente Pijnacker-Nootdorp,
verwerende partij,
gemachtigde: [gemachtigde] .
Partijen worden aangeduid als “ [verzoeker] ” en “'t Goude Hooft”.
1 Het procesverloop
[verzoeker] heeft op 7 september 2021 een verzoek gedaan om 't Goude Hooft te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens het niet nakomen van de zogenoemde aanzegverplichting. 't Goude Hooft heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens heeft [verzoeker] een aanvullend verzoekschrift houdende vermeerdering van het verzoek ingediend.
Op 18 oktober 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. Daarbij zijn verschenen [verzoeker] in persoon, vergezeld van zijn gemachtigde en de heer mr. S.B.W. van der Scheur, en namens 't Goude Hooft de heer [gemachtigde] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben zich daarnaast van pleitnota’s bediend. Bij brief van 19 oktober 2021 heeft [verzoeker] nog de uittreksels van de Kamer van Koophandel overgelegd van 't Goude Hooft en de relevante aan haar gelieerde ondernemingen.
2 De feiten
[verzoeker] is op 4 november 2019 voor bepaalde tijd (zes maanden) in dienst getreden bij 't Goude Hooft in de functie van algemeen medewerker. Op 3 juni 2020 is de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] verlengd met acht maanden, te weten tot 3 februari 2021.
Bij brief gedateerd 18 december 2020 heeft 't Goude Hooft [verzoeker] medegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verlengd zou worden en dat 3 februari 2021 zijn laatste werkdag bij 't Goude Hooft zou zijn.
t Goude Hooft heeft de ontslagbrief aangetekend aan [verzoeker] verstuurd. Uit de track & trace-gegevens staat dat de brief op 29 december 2020 is ontvangen door PostNL. De brief is op 5 januari 2021 ter bezorging aangeboden maar dat is niet gelukt. Vervolgens is de brief op 11 januari 2021 afgehaald bij een PostNL-punt.
3 Het verzoek
[verzoeker] verzoekt 't Goude Hooft bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad en na vermeerdering van zijn verzoek op 13 oktober 2021:
a. a) te veroordelen tot betaling van een vergoeding van € 224,00, wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting als bedoeld in artikel 7:668 lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2021;
b) te veroordelen tot betaling van € 2.130,66 bruto ter compensatie van opgebouwde, niet-genoten vakantiedagen, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf 3 februari 2021, alsmede vermeerderd met de wettelijke verhoging van € 1.065,33 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2021;
c) te veroordelen tot betaling van € 1.914,64 bruto ter compensatie van gewerkte overuren, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2020, alsmede vermeerderd met de wettelijke verhoging ten bedrage van € 957,32 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2020;
d) te bevelen om binnen twee maanden na datum van de beschikking een correcte eindafrekening te verschaffen waarin in ieder geval de op de einddatum openstaande overuren en tijdens het dienstverband opgebouwde, niet-genoten vakantiedagen worden opgenomen, op straffe van een dwangsom van € 50,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat deze niet-nakoming voortduurt;
e) te veroordelen in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van de uitspraak.
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort gezegd – dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen is aangegaan voor bepaalde tijd en is geëindigd op 3 februari 2021, en dat 't Goude Hooft heeft verzuimd om hem uiterlijk een maand daarvoor te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Pas op 5 januari 2021 heeft [verzoeker] de ontslagbrief ontvangen. Voorts maakt [verzoeker] aanspraak op uitbetaling van opgebouwde, niet-genoten vakantiedagen op grond van artikel 7:641 lid 1 BW. Op grond van artikel 5 van de arbeidsovereenkomst en artikel 3.15 lid 1 van de cao heeft [verzoeker] recht op 25 vakantiedagen in het vakantiejaar dat loopt van 1 juni tot en met 31 mei. [verzoeker] heeft berekend dat hij over de periode van 1 juni 2020 tot 3 februari 2021 17,1 vakantiedagen heeft opgebouwd, terwijl hij in deze periode geen vakantiedagen heeft genoten. De 17,1 vakantiedagen vertegenwoordigen 152,19 werkuren. Het bruto uurloon van [verzoeker] bedroeg
€ 14,00. Aldus maakt [verzoeker] aanspraak op een bedrag van (152,19 x € 14,00 =) € 2.130,66 bruto. [verzoeker] heeft voorts om uitbetaling van gewerkte overuren verzocht. Op grond van artikel 3.13 en 3.14 van de cao worden de uren waarmee de normale arbeidstijd wordt overschreden, gekwalificeerd als overwerk. In de periode van 4 november 2019 tot 1 november 2020 heeft [verzoeker] gemiddeld 42,63 uur per week gewerkt, terwijl in de arbeidsovereenkomst een arbeidsomvang van 40 uur per week was overeengekomen. Het saldo aan onbetaalde overwerkuren heeft een waarde van (2,43 x 52 weken x € 14,00 bruto =) € 1.914,64 bruto. Ten slotte heeft [verzoeker] op grond van artikel 7:625 BW recht op de maximale wettelijke verhoging en op grond van artikel 6:119 BW op de wettelijke rente, omdat 't Goude Hooft steeds geweigerd heeft de betalingen te voldoen dan wel in verzuim is met betaling van de niet-genoten vakantiedagen en de overwerkuren.