Rechtbank Limburg, 28-04-2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:3809, 8456486 CV EXPL 20-1680
Rechtbank Limburg, 28-04-2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:3809, 8456486 CV EXPL 20-1680
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 28 april 2021
- Datum publicatie
- 7 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2021:3809
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2023:1361
- Zaaknummer
- 8456486 CV EXPL 20-1680
Inhoudsindicatie
Payrollovereenkomst en loonvordering na einde dienstverband. Werknemer neemt het standpunt in dat de inlener een onwettige payrollconstructie heeft toegepast. Daarnaast stelt de werknemer dat hij recht heeft op achterstallig loon omdat hij in een hogere functies zou hebben gefunctioneerd. De kantonrechter wijst alle vorderingen af. De werkgever heeft een legitiem doel voor het toepassen van een payrollconstructie. Daarnaast is geen sprake van omzeiling van wettelijke regels. Ook de loonvordering wordt afgewezen: niet is gebleken dat de werknemer feitelijk andere dan de in zijn contract vermelde werkzaamheden heeft verricht.
Uitspraak
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8456486 CV EXPL 20-1680
Vonnis van de kantonrechter van 28 april 2021
in de zaak van
[eiser] ,
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. E. van Roosmalen, werkzaam bij DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
tegen
1 de stichting STICHTING SITÉ,
2. de stichting STICHTING BVE ZUID-LIMBURG,
beiden gevestigd te Maastricht,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. C.A.H. Lemmens, advocaat.
Partijen worden hierna [eiser] , Sité en Vista College genoemd.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 8 april 2020,
- de conclusie van antwoord,
- de door [eiser] op 19 oktober 2020 toegestuurde aanvullende productie,
- de akte vermindering van eis van [eiser] van 20 oktober 2020,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 november 2020,
- de conclusie na mondelinge behandeling van [eiser] ,
- de antwoordconclusie van mondelinge behandeling van Sité en Vista College,
- de akte uitlating van [eiser] .
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Vista College is een onderwijsinstelling die actief is in het middelbaar beroepsonderwijs. Zij is in 2019 ontstaan uit de fusie tussen Arcus College en ROC Leeuwenborgh.
Sité is een personeelsstichting waarvan Vista College het bestuur vormt. Sité is eigendom van Vista College. Als personeelsstichting sluit Sité arbeidsovereenkomsten met werknemers die vervolgens aan Vista College worden uitgeleend.
Per mail van 14 juli 2017 (overgelegd als productie 19 bij conclusie na mondelinge behandeling van [eiser] ) heeft mevrouw [naam administratief medewerker] , administratief medewerker bij ROC Leeuwenborgh, [eiser] medegedeeld dat hij per 1 september 2017 als docent LB gaat starten.
Bij brief van 19 september 2017 (overgelegd als productie 2 dagvaarding) is vastgelegd dat [eiser] met ingang van 1 september 2017 als onderwijsondersteuner B in dienst is getreden bij Sité. De arbeidsovereenkomst is tot en met 14 juli 2018 voor 0,2 fte aangegaan. [eiser] is door Sité eerst op ROC Leeuwenborgh te Sittard en na fusie in 2019 bij Vista College geplaatst.
Met ingang van 9 januari 2018 is het dienstverband van [eiser] uitgebreid naar 0,65 fte (productie 5 dagvaarding). Daarbij is afgesproken dat [eiser] tijdelijk (tot 15 juli 2018) de [naam docent] , docent LC, zal vervangen. Die uitbreiding is vervolgens van 30 augustus 2018 tot 13 juli 2019 voortgezet. De arbeidsovereenkomst die per 1 september 2017 voor 0,2 fte was ingegaan, is per 15 juli 2018 tot 13 juli 2019 voor 0,25 fte voortgezet.
In de arbeidsovereenkomst van 1 september 2017 – waarvan de bepalingen na voortzetting en uitbreiding steeds van kracht zijn gebleven – is bepaald dat de cao MBO wordt gevolgd met uitzondering van twee regelingen en voor zover uitvoering van de cao technisch mogelijk is. Ter zake van de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering is, voor zover relevant, het volgende bepaald:
“ (…)
2. Aangezien de Stichting Sité geen instelling is zoals genoemd in de definitie van Artikel 1 lid c van Bijlage G cao MBO, bestaat er voor u geen recht op een bovenwettelijke (aanvullende) uitkering op basis van Bijlage G.
(…)”
Voor zover relevant zijn in de cao MBO de volgende bepalingen opgenomen:
“ Algemene bepalingen
Artikel 1.1
Begripsbepalingen *
In deze cao wordt verstaan onder:
(…)
ff: Werkgever: het bevoegd gezag van de instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel w, van de WEB.
(…)
Artikel 1.3
Werkingssfeer
1. Deze cao is met inachtneming van hetgeen bepaald is in lid 4, 5 en 6 van toepassing op alle werknemers die een arbeidsovereenkomst hebben met de werkgever.
(…)
Artikel 3.5
Formatie*
1. De totale formatie bestaat uit:
-
de vaste formatie: de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd;
-
de tijdelijke formatie: de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en de urenuitbreidingen voor bepaalde tijd;
-
de flexibele formatie: uitzendarbeid.
(…)
3. De werkgever kan gebruik maken van uitzendarbeid:
a. voor vervanging wegens ziekte;
b. ter voorziening in de behoefte aan arbeidskrachten in geval van een groot aanbod van werkzaamheden;
c. voor activiteiten van kennelijk tijdelijke aard of contractactiviteiten;
d. bij onvoorziene omstandigheden.
In gevallen genoemd onder c en d mag de uitzendarbeid maximaal 12 maanden duren.
Onder uitzendarbeid als bedoeld in het eerste lid sub c wordt ook verstaan het detacheren van werknemers van een andere werkgever (al of niet in de zin van deze cao) bij de instelling.
4. De werkgever die gebruik maakt van uitzendarbeid komt met het uitzendbureau overeen dat de beloning van de uitzendkracht, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen, gelijk is aan die van een werknemer die in dienst is bij de werkgever in een gelijke of gelijkwaardige functie.
(…)
Artikel 6.8
Waarneming hogere functie
1. De werknemer die een andere werknemer volledig vervangt, heeft recht op een verhoogd salaris wegens waarneming van een hogere functie indien:
a. hij vóór de vervanging al in dienst was bij de instelling, en
b. voor de andere werknemer een hoger maximum carrièrepatroon geldt, en
c. de andere werknemer tijdelijk, gedurende meer dan 30 aaneengesloten kalenderdagen, anders dan wegens vakantie, verhinderd is zijn functie uit te oefenen, en
d. vervanging van de andere werknemer geen onderdeel is van zijn eigen functie.
2. Het salaris wordt verhoogd tot het salaris dat voor de werknemer zou gelden als hij was benoemd in de functie van de werknemer die hij vervangt.
(…) ”
Per brief van 4 juni 2019 (overgelegd als productie 6 dagvaarding) heeft de heer [naam voorzitter RvB] , Voorzitter van de Raad van Bestuur van Vista College, het einde van de arbeidsovereenkomst per 13 juli 2019 aan [eiser] medegedeeld. Sité is vervolgens per 13 juli 2019 gestopt met het betalen van loon.