Rechtbank Midden-Nederland, 30-10-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:4693, AWB - 19 _ 4910
Rechtbank Midden-Nederland, 30-10-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:4693, AWB - 19 _ 4910
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 30 oktober 2020
- Datum publicatie
- 3 maart 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2020:4693
- Formele relaties
- Einduitspraak: ECLI:NL:RBMNE:2021:769
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2022:1767, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 19 _ 4910
Inhoudsindicatie
Handhavingszaak over een hoogspanningslijn. Tussenuitspraak. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders niet aannemelijk heeft gemaakt dat voor de bouw van twee hoogspanningsmasten eind jaren 1960 een bouwvergunning is verleend. Bij archiefonderzoek is geen bouwvergunning aangetroffen, en de documenten die het college wel heeft gevonden zijn onvoldoende om het bestaan van zo’n vergunning aannemelijk te achten. Uit die documenten kan niet worden afgeleid dat voor de hoogspanningsverbinding destijds alle benodigde toestemmingen zijn gevraagd aan de betrokken bevoegde gezagen, en ook niet dat het daarom niet anders kan dat dit ook is gebeurd ten aanzien van deze hoogspanningsmasten. Er is sprake geweest van opeenvolgende gemeentelijke en een provinciale herindeling. In de tijd dat de hoogspanningslijn werd aangelegd liep het tracé over het grondgebied van een heel aantal gemeenten. Het is niet ondenkbaar dat bij de voorbereiding is vergeten om bij een daarvan een vergunning aan te vragen, en dat dit in de jaren daarna ook nooit tot handhaving heeft geleid. Het college heeft ten onrechte aangenomen dat hij niet bevoegd was tot handhaving. Hij krijgt via een bestuurlijke lus de gelegenheid om nader te besluiten over het handhavingsverzoek.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/4910-T
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 oktober 2020 in de zaak tussen
[eiser 1] , [eiseres] , [eiser 2] en
V.O.F. [eiser 3] uit [woonplaats] , eisers,
(gemachtigde: mr. M.J.H. van Baalen),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen, verweerder
(gemachtigde: M. de Graaff).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: TenneT TSO B.V.
(gemachtigde: mr. M. Engelen).