Rechtbank Midden-Nederland, 25-02-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:769, UTR 19/4910

Handhavingszaak over een hoogspanningslijn. Einduitspraak na bestuurlijke lus. Het college van burgemeester en wethouders heeft na een tussenuitspraak een herstelbesluit genomen waarbij het afgewezen handhavingsverzoek in stand wordt gelaten. Daaraan legt het college ten grondslag dat na de tussenuitspraak een omgevingsvergunning is verleend, waarmee de overtreding is opgeheven. De rechtbank betrekt bij haar oordeel de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 oktober 2020, over de vraag op basis van welke feiten, omstandigheden en ontwikkelingen een bestuursorgaan bij een besluit op bezwaar moet beoordelen of hij (alsnog) handhaaft na onder meer een eerdere onterechte weigering daartoe. De rechtbank oordeelt dat die rechtspraak ook moet worden toegepast als een bestuursorgaan tijdens een procedure bij de bestuursrechter een nieuw besluit neemt, zoals in dit geval. Het college heeft daarom terecht beoordeeld of de overtreding nog valt te beëindigen, en heeft dat terecht gedaan op basis van de huidige feiten, omstandigheden en ontwikkelingen. De conclusie is dan ook dat het college de verleende omgevingsvergunning terecht heeft betrokken bij het nemen van zijn herstelbesluit.