Home

Rechtbank Midden-Nederland, 16-02-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:550, C/16/515796 / KG ZA 21-24

Rechtbank Midden-Nederland, 16-02-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:550, C/16/515796 / KG ZA 21-24

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
16 februari 2021
Datum publicatie
16 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:550
Formele relaties
Zaaknummer
C/16/515796 / KG ZA 21-24

Inhoudsindicatie

Kwalificatie rechtsverhouding statutair bestuurder. Artikel 2:132 lid 3 BW van toepassing. Opzegverbod bij ziekte niet van toepassing. Onderzoek naar ‘board dynamics’ bij gedaagde sub 1 voldoende zorgvuldig en onafhankelijk? Eiser heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er bij de totstandkoming van het onderzoek onzorgvuldig/onrechtmatig is gehandeld. Afwijzing vordering tot inzage in de in bewijsbeslag genomen bescheiden, want rechtmatig belang ontbreekt. Beslag wordt opgeheven.

Uitspraak

vonnis

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/515796 / KG ZA 21-24

Vonnis in kort geding van 16 februari 2021

in de zaak van

[eiser] ,

wonend in [woonplaats] ,

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat: mr. E.L. Pasma en mr. E.L. Zetteler,

tegen

1 [gedaagde sub 1] N.V.,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

advocaat mr. T.S. Jansen,

2. de stichting [gedaagde sub 2],

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

advocaat: mr. P.G. Vestering en mr. H. Kersten,

3. [gedaagde sub 3],

wonend in [woonplaats] ,

4. [gedaagde sub 4],

wonend in [woonplaats] ,

5. de besloten vennootschap [gedaagde sub 5] B.V.,

gevestigd in [vestigingsplaats]

advocaat: mr. L. Sprengers

gedaagden in conventie,

gedaagden sub 3, 4 en 5 tevens eisers in reconventie.

Partijen zullen hierna [eiser] , de [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] BV genoemd worden. Gedaagden sub 3, 4 en 5 zullen hierna gezamenlijk [gedaagden c.s.] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding met producties 1 tot en met 39

-

de akte vermeerdering van eis met producties 40 tot en met 42

-

de nadere producties 43 tot en met 56 zijdens [eiser]

-

de akte overlegging producties 1 tot en met 4 zijdens de [gedaagde sub 1]

-

de producties 1 tot en met 5 zijdens [gedaagde sub 2]

-

de akte houdende een eis in reconventie zijdens [gedaagden c.s.]

-

de pleitnota van [eiser]

-

de pleitnota van de [gedaagde sub 1]

-

de pleitnota van [gedaagde sub 2]

-

de pleitnota van [gedaagden c.s.]

-

de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 februari 2021

1.2.

Daarna is besloten dat er een vonnis zal volgen.

2 Waar gaat deze zaak over?

2.1.

[eiser] is begin 2020 benoemd tot bestuurder en Chief Financial Officer (CFO) van de [gedaagde sub 1] . [gedaagde sub 2] is 100% aandeelhouder van de [gedaagde sub 1] . [eiser] heeft zich op 12 augustus 2020 ziek gemeld. Op 5 september 2020 is [eiser] ontslagen, met inachtneming van een opzegtermijn van 4 maanden. In dit kort geding stelt [eiser] zich op het standpunt dat hij vanwege het arbeidsrechtelijk opzegverbod bij ziekte niet ontslagen had mogen worden en vordert hij loondoorbetaling.

2.2.

De [gedaagde sub 1] heeft [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] (hierna: de onderzoekers) op 10 september 2020 opdracht gegeven onderzoek te verrichten naar het functioneren van de directie van de [gedaagde sub 1] en de interactie tussen de leden van directie en de raad van commissarissen (hierna: het onderzoek). De onderzoekers hebben het onderzoek uitgevoerd. [eiser] stelt zich in dit kort geding op het standpunt dat het onderzoek gebrekkig is vanwege het ontbreken van hoor en wederhoor en verder dat de onderzoekers hun onderzoek niet in onafhankelijkheid hebben uitgevoerd. Op 28 januari 2021 heeft [eiser] bewijsbeslag gelegd op de volledige correspondentie die door onderzoekers onderling en met de overige gedaagden is gevoerd en die betrekking heeft op het onderzoek (hierna: de correspondentie).

2.3.

In dit kort geding vordert [eiser] – kort gezegd – primair:

I. loondoorbetaling;

II. een verbod het conceptrapport en het eindrapport te verspreiden;

III. dat de [gedaagde sub 1] wordt veroordeeld een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten door een door de voorzieningenrechter aangewezen deskundige naar de gang van zaken binnen de leiding van de [gedaagde sub 1] tussen 1 januari 2020 tot en met 15 januari 2021 en naar een aantal andere onderwerpen;

IV. dat [gedaagde sub 2] wordt veroordeeld erop toe te zien dat bij het onder III. genoemde onderzoek de Leidraad Deskundigen in Civiele Zaken wordt nageleefd;

V. dat aan hem door de [gedaagde sub 1] het conceptrapport wordt verstrekt dat zij op 15 december 2020 van de onderzoekers heeft ontvangen; en

VI. dat [gedaagden c.s.] aan hem een kopie van de beslagen correspondentie verstrekt,

een en ander op straffe van een dwangsom.

2.4.

[eiser] vordert – kort gezegd – subsidiair:

I. dat [gedaagden c.s.] wordt veroordeeld iedere vermelding van zijn naam of verwijzing naar zijn rol of positie uit het conceptrapport en eindrapport te verwijderen en hem daarvan bewijs te leveren;

II. dat [gedaagden c.s.] de onder punt I. genoemde wijzigingen onzichtbaar maakt voor derden;

III. dat door de [gedaagde sub 1] en [gedaagden c.s.] aan [eiser] inzage wordt verleend in het conceptrapport en de daarin op grond van het onder I gevorderde doorgevoerde wijzigingen;

IV. gedaagden te verbieden het conceptrapport of eindrapport zonder de onder I en II gevorderde wijzigingen te verspreiden (althans, zo begrijpt de voorzieningenrechter deze vordering);

V. dat gedaagden bij iedere communicatie waarin wordt verwezen naar het rapport de volgende tekst vermelden: “Een aantal geïnterviewden heeft zijn medewerking aan dit onderzoek opgezegd in verband met het ontbreken van voldoende waarborgen voor de onafhankelijkheid van onderzoekers nu De [gedaagde sub 1] enig opdrachtgever van dit onderzoek is, alsmede in verband met het ontbreken van hoor en wederhoor en van verificatie van stellingen; en

VI. [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] BV te gelasten om [eiser] inzage te geven in de selectie van de correspondentie die de deurwaarder dan wel DigiJuris in het kader van het bewijsbeslag zal maken en aan hen ter hand zal stellen, wat neerkomt op een afschrift van de selectie van de correspondentie van DigiJuris aan [eiser] ,

een en ander op straffe van een dwangsom.

2.5.

[eiser] vordert – kort gezegd – meer subsidiair:

I. de [gedaagde sub 1] en [gedaagden c.s.] te gelasten hem inzage te verschaffen in het conceptrapport en eindrapport en hem zonder voorwaarden een exemplaar van het eindrapport te verstrekken; en

II. dat het gedaagden verboden wordt het rapport te verspreiden, tenzij een door de rechtbank te benoemen deskundige heeft vastgesteld dat het door [gedaagden c.s.] uitgevoerde onderzoek voldoet aan de eisen van een integer, onafhankelijk en deskundig onderzoek en op zorgvuldige wijze is uitgevoerd,

een en ander op straffe van een dwangsom.

2.6.

In reconventie vordert [gedaagden c.s.] – kort gezegd – opheffing van het bewijsbeslag. Verder vordert [gedaagden c.s.] dat [eiser] wordt opgedragen de door hem in het kader van de beslaglegging ingeschakelde derden alle in beslag genomen bescheiden te (doen) retourneren en alle digitale bestanden te laten verwijderen, op straffe van een dwangsom.

2.7.

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eiser] af. De vordering in reconventie wordt toegewezen. Hierna worden deze beslissingen toegelicht.

3 De beoordeling

4 De beslissing