Home

Rechtbank Oost-Brabant, 28-08-2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:4796, 01/855052-13

Rechtbank Oost-Brabant, 28-08-2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:4796, 01/855052-13

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
28 augustus 2013
Datum publicatie
28 augustus 2013
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2013:4796
Formele relaties
Zaaknummer
01/855052-13

Inhoudsindicatie

- Bewezenverklaring van medeplegen van poging tot doodslag. Door het meerdere keren schoppen tegen het hoofd van het slachtoffer is er sprake van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. Opgelegd is een jeugddetentie van 10 maanden met aftrek voorarrest waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

- De opnamen van de geweldshandelingen zijn met toestemming van de officier van justitie uitgezonden in een opsporingsprogramma. Tevens heeft de officier van justitie toestemming gegeven om de camerabeelden op internet te zetten. Met het op deze wijze integraal vrijgeven van de camerabeelden voor uitzending is een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachte. Artikel 19 van de Wet politiegegevens bepaalt dat in bijzondere gevallen, voor zover dit noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend belang, kan worden besloten tot het verstrekken van politiegegevens aan derden voor onder meer het opsporen van strafbare feiten. Verder is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het verstrekken van beelden de Aanwijzing opsporingsberichtgeving van het College van procureurs-generaal van belang.

Bij de besluitvorming tot uitzending van de beelden constateert de rechtbank een aantal gebreken. De rechtbank ziet deze gebreken in de besluitvorming als onherstelbare vormverzuimen. Deze vormverzuimen en de gevolgen die de buitengewoon grote media-aandacht voor verdachte hebben gehad, leiden tot strafvermindering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [01/855052-13]

Strafrecht

Parketnummer: 01/855052-13

Datum uitspraak: 28 augustus 2013

Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte ],

geboren te [geboorteplaats] op [1995],

wonende te [woonplaats], [adres],

thans gedetineerd te: RIJ Den Hey-Acker.

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 augustus 2013.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 8 juli 2013.

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 04 januari 2013 te Eindhoven ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet tezamen met zijn mededader(s), althans alleen, die[slachtoffer] -al dan niet terwijl die[slachtoffer], roerloos, in elk geval in een kwetsbare positie op de grond lag- meermalen, althans éénmaal, tegen diens hoofd en/of lichaam heeft geschopt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 04 januari 2013 te Eindhoven met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Vestdijk, althans op of aan een openbare weg, in elk geval ten aanschouwen van, althans zichtbaar voor het publiek, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal, schoppen en/of trappen en/of slaan en/of duwen tegen het hoofd en/of lichaam van die[slachtoffer];

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs.

De bewezenverklaring.

De strafbaarheid van het feit.

De strafbaarheid van verdachte.

Oplegging van straf.

Toepasselijke wetsartikelen.

DE UITSPRAAK

De rechtbank: