Home

Rechtbank Rotterdam, 19-03-2009, BI0574, 10/650104-08

Rechtbank Rotterdam, 19-03-2009, BI0574, 10/650104-08

Inhoudsindicatie

Mini/mega-zaak. Promis-vonnis.

Ontvankelijkheid. Preliminair verweer dat het OM niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, omdat geheimhoudersgesprekken niet tijdig zijn vernietigd, is verworpen.

Bewezenverklaring. De verdachte heeft samen met medeverdachten een gewelddadige overval in een woning gepleegd, waar op dat moment twee vrouwen en een jong kind aanwezig waren en waarbij geld en goederen zijn weggenomen en onder dwang zijn afgegeven. Tevens is verdachte samen met medeverdachten schuldig aan vrijheidsberoving van voormelde drie personen en aan het opnemen van geld met een gestolen pinpas. Voorts is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met medeverdachten diverse (pogingen tot) diefstallen heeft gepleegd.

Straf. In casu is slechts een beperkt aantal geheimhoudersgesprekken niet vernietigd en is niet gebleken van (substantiële) nadelige gevolgen hiervan voor de verdachte. Dit is geen reden voor strafvermindering. Strafverzwarend werkt dat de verdachte en medeverdachten een vast samenwerkingsverband zijn gebleken. Gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector strafrecht

Parketnummer: 10/650104-08

Parketnummer van de vordering TUL VV: 10/111188-04

Datum uitspraak: 19 maart 2009

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte],

geboren op xx-xx-1984 te Rotterdam, zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichtingen Zuid-West, locatie De Dordtse Poorten, Dordrecht,

raadsvrouw mr. E.P.N. Pieterse, advocaat te Rotterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 3 en 5 maart 2009.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

Het ten laste gelegde komt er op neer dat de verdachte:

1.(zaak [straatnaam])

samen met anderen een gewelddadige overval in een woning te [plaatsnaam] heeft gepleegd, waar op dat moment twee vrouwen en een jong kind aanwezig waren en waarbij geld en goederen zijn weggenomen en onder dwang zijn afgegeven, althans medeplichtig is geweest daaraan;

2.(zaak [straatnaam])

samen met anderen met een pinpas geld heeft opgenomen zonder toestemming van de rechthebbende(n);

3.(zaak [straatnaam])

samen met anderen voormelde drie personen van hun vrijheid heeft beroofd;

4.(zaak [straatnaam])

(deze zaak is afgesplitst)

5.(zaak [straatnaam])

samen met anderen diefstal heeft gepleegd uit een opslagruimte;

6.(zaak [straatnaam])

samen met anderen een poging tot diefstal van een motorfiets heeft gepleegd;

7.(zaak [straatnaam])

zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan vernieling van een voorruit van een auto;

8.(zaken Ducati/Motorboot/Suzuki/[straatnaam])

samen met anderen diefstallen van vier motorfietsen, een brommer en een motorboot heeft gepleegd, en/of zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de motorboot;

9.(zaak Dekzeil)

samen met anderen diefstallen uit drie auto’s heeft gepleegd;

10.(zaak Dekzeil)

samen met anderen pogingen tot diefstal van een motor en van (goederen uit) een auto heeft gepleegd.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. Haan heeft gerekwireerd tot:

- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 ten laste gelegde;

- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven en een half jaar, met aftrek van voorarrest.

VORDERING TENUITVOERLEGGING VOORWAARDELIJKE VEROORDELING

De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de tenuitvoerlegging zal worden gelast van het gedeelte van de straf groot zeven maanden dat aan de verdachte voorwaardelijk is opgelegd bij vonnis d.d. 23 mei 2005 van de meervoudige kamer van deze rechtbank. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie erop gewezen dat de vordering te laat is ingediend en dat hij derhalve niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

ONTVANKELIJKHEID OFFICIER VAN JUSTITIE

Namens de verdachte is bij wijze van preliminair verweer aangevoerd - verkort weergegeven - dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, omdat tijdens het strafrechtelijk onderzoek een onherstelbaar vormverzuim is opgetreden, te weten het niet tijdig vernietigen van geheimhoudersgesprekken.

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van het verweer en tot ontvankelijk verklaring van het Openbaar Ministerie.

De rechtbank heeft ter terechtzitting van 3 maart 2009 geoordeeld dat er sprake is van een onherstelbaar vormverzuim, het preliminair verweer vervolgens verworpen en de officier van justitie ontvankelijk verklaard in de vervolging.

De raadsvrouwe heeft haar verweer op dit punt daarna niet meer herhaald, zodat dit verder geen bespreking meer behoeft.

BEWIJSMOTIVERING EN BEWEZENVERKLARING

1 primair, 2 en 3: (zaak [straatnaam])

Van het volgende wordt uitgegaan.

In de nacht van 14 op 15 februari 2008 heeft er een overval en een wederrechtelijke vrijheidsberoving plaatsgevonden in de woning aan de [straatnaam] te [plaatsnaam]. Op

14 februari te 23.00 uur waren in de woning twee vrouwen genaamd [naam] en [naam] en een tweejarig jongetje genaamd [naam] aanwezig. Een van de daders heeft eerst aangebeld en via intercom contact gelegd. Toen er niet werd opengedaan zijn drie mannen, gewapend met een mes, een samoeraizwaard en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp achterom via een balkondeur op de eerste verdieping met geweld het pand binnengedrongen. Direct daarna hebben zij de slachtoffers overweldigd en hebben de mannen [naam] een kussensloop over haar hoofd gedaan en haar naar de slaapkamer gebracht waar op dat moment [naam] en [naam] lagen te slapen. Aldaar moest zij op de grond gaan liggen. Daarna moest ook [naam], nadat het samoeraizwaard op haar hoofd was gehouden, op de grond gaan liggen en kreeg zij een kussensloop over haar hoofd geplaatst. Hierna zijn de ogen en de mond van [naam] met tape afgeplakt. Vervolgens zijn beide vrouwen en het kind naar de badkamer overgebracht. Daar is ook de mond van [naam], die op dat moment nog steeds de kussensloop over haar hoofd had, met tape afgeplakt en zijn de handen van beide vrouwen vastgebonden. Gedurende een aantal uren zijn de beide vrouwen meermalen geslagen en geschopt. Ook het kind is geslagen en door elkaar geschud. Zowel [naam] als [naam] zijn op verschillende momenten met het mes en het samoeraizwaard in hun lichaam geprikt of gesneden. Hierbij heeft [naam] een snijwond in haar linkerhand opgelopen. Eén van de overvallers heeft gedreigd een voet of teen van [naam] af te hakken en heeft vervolgens ook een stukje vel van haar linkerteen gesneden.

Het op een vuurwapen gelijkend voorwerp is een aantal keren aan beide vrouwen getoond. Voorts is bij beide vrouwen dichtbij hun huid de vlam van een gasbrander gehouden en binnen hun gehoorsafstand gesproken over de mogelijkheid van verkrachting. Daarnaast zijn er meerdere malen bedreigingen jegens de slachtoffers geuit zoals “niet omdraaien en niet kijken, anders maken wij jullie dood”, “niet zeuren, anders ga je dood”, “als je wat probeert, dan maken wij jullie dood” en “wij zijn van een grote organisatie, als een van ons de gevangenis ingaat dan komt de ander jou en je familie halen”. Ook is meermalen dreigend gevraagd waar het geld was.

In de loop van de nacht heeft [naam] onder bedreiging van het op een vuurwapen gelijkend voorwerp de pincode gegeven behorende bij één van de twee bankpassen van de Fortis Bank die ook waren weggenomen. In diezelfde nacht is met één van de weggenomen bankpassen een geldbedrag bij een pinautomaat in [plaatsnaam] opgenomen.

In de nacht is tijdens een telefoongesprek tussen de blanke dader en [naam verdachte] gezegd “Als wij nog niets hebben om 10.00 uur dan maken wij ze dood”. Er is medegedeeld dat de kleine jongen apart meegenomen zou worden. Dit was voor [naam] aanleiding om de overvallers te vertellen waar de sleutel was van de in de woning aanwezige kluis.

Uiteindelijk hebben de overvallers uit de kluis geld, sieraden, goud, horloges en edelstenen meegenomen. Ook de mobiele telefoon van [naam] is door de overvallers weggenomen. [naam] heeft de overvallers diverse namen horen noemen, te weten ‘[naam]’, ‘[naam]’,‘[naam]’ en ‘[naam]’. De persoon die ‘[naam verdachte]’ werd genoemd was een buitenstaander die niet in de woning aanwezig is geweest en van wie de overvallers in de woning continu telefonische opdrachten kregen. De overvallers hebben de woning op

15 februari 2009 rond 7.30 uur verlaten. Daarna heeft [naam] zichzelf kunnen bevrijden. [naam] is naar buiten gevlucht en heeft daar iemand gewaarschuwd. Deze getuige is vervolgens naar binnen gegaan en heeft [naam] en [naam] gevonden in de badkamer. [naam] was nog gebonden.

Naar aanleiding van de verklaring dat de overvallers vanuit de woning continu hadden gebeld met een mededader buiten de woning zijn de historische gegevens van de zendmasten binnen het zendbereik van de [straatnaam] te [plaatsnaam] opgevraagd. Daaruit is onder meer gebleken dat in de nacht van de overval 149 keer contact is geweest tussen telefoonnummers in gebruik bij [naam verdachte] en [naam medeverdachte]. Het telefoonnummer in gebruik bij [naam medeverdachte] werd steeds gebeld door het telefoonnummer in gebruik bij [naam medeverdachte].

De politie heeft diverse telefoons afgeluisterd en na enige tijd zijn [naam medeverdachte], [naam medeverdachte], [naam medeverdachte], [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en de verdachte aangehouden.

[naam medeverdachte] heeft verklaard dat zij en [naam verdachte] die avond eerst [naam medeverdachte] hebben opgehaald en daarna twee jongens bij de Bas van der Heijden waarvan er één [naam medeverdachte] werd genoemd. De twee jongens hadden een rugzak bij zich. Zij zijn naar [plaatsnaam] gereden. Daar zijn [naam medeverdachte] en de twee jongens uitgestapt. Na het parkeren van de auto is [naam verdachte] uitgestapt en weggegaan. Na een tijdje kwam hij terug en zijn zij samen [naam medeverdachte] gaan ophalen. Ze zijn vervolgens teruggereden naar [plaatsnaam]. [naam medeverdachte] had een tas bij zich met iets erin. [naam verdachte] is uitgestapt en heeft de tas van [naam medeverdachte] meegenomen. Na twintig minuten kwam hij terug en moest [naam medeverdachte] met hem meekomen. Het was toen rond middernacht. [naam medeverdachte] heeft vervolgens een uur staan wachten. [naam verdachte] en [naam medeverdachte] kwamen terug. [naam verdachte] werd constant gebeld en was geïrriteerd. [naam medeverdachte] vroeg of er een camera staat als je gaat pinnen. Ze zijn naar de woning van [naam medeverdachte] gereden. Na twintig minuten zijn [naam verdachte] en [naam medeverdachte] met haar auto weggegaan. De volgende ochtend, het was al licht, stonden [naam verdachte], [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] bij haar op de stoep. Ze hadden een rugzak bij zich.

[naam medeverdachte] heeft bekend dat hij bij de overval betrokken is geweest. Hij heeft gedetailleerd verklaard over het verbale en fysieke geweld dat gebruikt is en de dreigementen die zijn geuit tegen de twee vrouwen en zijn verklaringen stroken in zoverre grotendeels met hetgeen de aangevers hebben verklaard. Tevens heeft hij verklaard over zijn eigen rol en over de medeverdachten. Hij is opgehaald door [naam verdachte] en het meisje, en [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] zaten ook in de auto. Ze zijn naar [plaatsnaam] gereden. Vóór de overval hebben [naam verdachte] en [naam medeverdachte] gesproken over drie ton (driehonderd duizend euro) en [naam medeverdachte] heeft een pistool en een samoeraizwaard, gezien. Er zou alleen een man binnen in de woning zijn. [naam verdachte] bleef buiten op de uitkijk staan. [naam verdachte] heeft ook een slijptol geregeld. [naam verdachte] had veel contact met [naam medeverdachte] gedurende de gehele nacht. Tijdens de overval heeft hijzelf ook telefonisch contact gehad met [naam verdachte]. De handen van de vrouwen waren vastgebonden met elektriciteitssnoer en over hun hoofden zijn kussenslopen gedaan.

Ook [naam medeverdachte] heeft bekend één van de overvallers te zijn geweest. In grote lijn heeft hij de gang van zaken bij de overval bevestigd. Ook hij heeft verklaard over een tip dat er drie ton te halen viel en dat er alleen een man in huis zou zijn. Gedurende de nacht heeft hij gebeld en gevraagd om een slijptol. [naam medeverdachte] heeft de slijptol toen gebracht. [naam medeverdachte] heeft bij de voordeur van de woning een pinpas met pincode aan [naam medeverdachte] gegeven.

[naam medeverdachte] heeft verklaard dat hij de slijptol aan [naam medeverdachte] heeft afgegeven en dat hij vervolgens van [naam medeverdachte] een pinpas met pincode kreeg. Daarmee heeft hij geldbedragen gepind.

De verdachte heeft erkend betrokken te zijn geweest bij de overval. Hij is naar [plaatsnaam] gereden samen met [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte]. Hij heeft nog mensen opgepikt bij de Bas van der Heijden. Hij heeft drie personen afgezet in [plaatsnaam]. Daar heeft hij gewacht. Hij heeft vele malen met [naam medeverdachte]gebeld. [naam medeverdachte] heeft hem gevraagd om een slijptol te brengen. Toen heeft hij [naam medeverdachte] gebeld. [naam medeverdachte] had een slijptol en ook een slotentrekker en de verdachte heeft hem opgehaald en is naar [plaatsnaam] gereden. Samen hebben ze het gereedschap naar de woning gebracht. Daar is de pinpas aan hen overgedragen. [naam medeverdachte] is gaan pinnen en de verdachte is teruggegaan naar de auto. Toen het licht werd heeft hij [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] opgehaald in [plaatsnaam] en zijn zij naar de woning van [naam medeverdachte] gereden.

De officier van justitie heeft gesteld dat de verdachte als medepleger schuldig is aan de diefstal met geweld en de diefstal met de pinpas alsmede aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving. Niet is gebleken dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing.

De raadsvrouw heeft - samengevat en voor zover relevant - gesteld dat haar cliënt zich distantieert van alles wat zich in de woning met de slachtoffers heeft afgespeeld. Toen haar cliënt hoorde wat er in de woning was gebeurd, heeft hij daarover ruzie gehad met de medeverdachten. Haar cliënt krijgt ten onrechte de rol van leider toegedicht. Hij is niet de tipgever geweest. Hij is ook niet in de woning geweest. Van het medeplegen van diefstal met geweld en afpersing is geen sprake. Evenmin kan bewezen worden verklaard dat hij daaraan medeplichtig is geweest. Zijn opzet was namelijk niet gericht op de geweldshandelingen. De door hem verrichte handelingen zagen ook niet op het toepassen van geweld. Voorts is het hebben van telefonisch contact met een medeverdachte en het wachten of zich beschikbaar houden, geen behulpzaamheid op grond waarvan medeplichtigheid kan worden aangenomen. Het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving kan evenmin bewezen worden verklaard, omdat er geen sprake is geweest van bewuste en nauwe samenwerking en tussen haar cliënt en de medeverdachten. Er is ook geen sprake geweest van een gezamenlijke uitvoering. Haar cliënt was geen gelijkwaardige deelnemer. Medeplichtigheid aan wederrechtelijke vrijheidsberoving kan ook niet worden aangenomen, want de opzet van haar cliënt was niet hierop gericht en het delict ligt ook niet in het verlengde van datgene waarop zijn opzet wel gericht was, te weten de diefstal.

De rechtbank overweegt als volgt.

In navolging van hetgeen de verdediging heeft aangevoerd, ziet de rechtbank in de hiervoor uiteengezette feiten en omstandigheden geen grond voor het oordeel dat de verdachte de tipgever is geweest of de leidinggevende rol heeft gehad bij de beroving. Daarnaast is er onvoldoende basis om te kunnen vaststellen dat de verdachte die bewuste avond in de woning is geweest. Dit staat er evenwel niet aan in de weg om de verdachte aan te kunnen merken als medepleger van de feiten.

De verdachte of [naam medeverdachte] is getipt dat er in de woning drie ton te halen viel en dat daar alleen een man aanwezig zou zijn. De verdachte heeft [naam medeverdachte] opgehaald en daarna [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte]. Er zijn wapens meegenomen. In [plaatsnaam] is [naam medeverdachte] op de hoogte gesteld dat er drie ton in de woning lag. Gewapend zijn [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] de woning binnengedrongen en zij hebben de twee vrouwen overmeesterd. Vervolgens zijn zij aan de slag gegaan onder andere met het openen van de kluis. Om dat doel te bereiken is veelvuldig verbaal en fysiek geweld toegepast op de beide vrouwen en zijn er dreigementen naar hen geuit. De verdachte heeft tijdens deze gebeurtenissen zeer frequent (149 maal) telefonisch contact onderhouden met [naam medeverdachte] en daarbij aanwijzingen gegeven met betrekking tot de gang van zaken binnen. Hij heeft ervoor gezorgd dat een slijptol werd afgegeven bij de woning toen daarom werd gevraagd, door [naam medeverdachte] te bellen en hem en de slijptol op te halen en terug te rijden naar [plaatsnaam]. Samen met [naam medeverdachte] heeft hij de slijptol gebracht naar de woning. Daar is hen de pinpas gegeven met de bijbehorende pincode, waarmee dezelfde avond door [naam medeverdachte] geld is opgenomen. Verder heeft hij die nacht in [plaatsnaam] buiten gewacht. Toen het licht werd heeft hij [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] opgehaald in [naam medeverdachte].

Gelet op het vorenstaande is de beroving voorbereid en gecoördineerd uitgevoerd. Er is sprake geweest van samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten, waarbij de taken van de verdachte waren gelegen buiten de woning. Hij zorgde voor het transport naar en van de woning. Hij regelde gereedschap. Hij heeft buiten gewacht en is ’s ochtends thuisgekomen. Voorts is er gelet op de vele telefoongesprekken tussen hem en [naam medeverdachte] ten tijde van de beroving sprake geweest van een nauwe samenwerking tussen hem en de medeverdachten die binnen in de woning waren.

De stelling dat de opzet van de verdachte niet was gericht op de geweldshandelingen gaat niet op, want van tevoren is door de verdachte en de medeverdachten rekening gehouden met de mogelijkheid dat bij de diefstal geweld aangewend zou moeten worden. Zij gingen er immers vanuit dat een man in de woning aanwezig zou zijn en hebben wapens meegenomen. Toen in plaats van een man twee vrouwen en een kind werden aangetroffen in de woning is men er ook niet voor teruggedeinsd om geweld toe te passen en om hen van hun vrijheid te beroven. Gezien het frequente telefonische contact tussen de verdachte [naam medeverdachte], heeft de verdachte dit geweten, getuige ook het feit dat in één van de telefoongesprekken tussen hen beiden is gezegd: “Als wij nog niets hebben om 10.00 uur dan maken wij ze dood”.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.

5: (zaak [straatnaam])

Van het volgende wordt uitgegaan.

Op 11 april 2008 is ingebroken in een opslagruimte aan de [straatnaam] te [plaatsnaam]. Men is de ruimte binnengekomen door het deurslot van de afgesloten deur te forceren. Uit de opslagruimte zijn onder meer 90 dozen met babydoekjes, 60 scheerapparaten, 50 elektrische tandenborstels, 2 dozen met herensokken en een luchtbuks, toebehorende aan

[naam], weggenomen.

Naar aanleiding van een onderzoek naar diefstallen van twee Ducati motorfietsen zijn op

5 juni 2008 huiszoekingen verricht waarbij in de schuur van de woning van [naam medeverdachte] naast diverse onderdelen van Ducati’s tevens meerdere dozen met babydoekjes, scheerapparaten en elektrische tandenborstels zijn aangetroffen. [naam medeverdachte] heeft verklaard dat hij babydoekjes en scheerapparaten heeft weggenomen uit een loods nabij de [locatie]. Hij deed dit met onder andere [naam medeverdachte] en [naam verdachte]. De verdachte heeft verklaard hierbij betrokken te zijn geweest.

Gelet hierop acht de rechtbank de onder 5 ten laste gelegde diefstal met braak wettig en overtuigend bewezen.

6: (zaak [straatnaam])

Van het volgende wordt uitgegaan.

Op 3 mei 2008 is geprobeerd in te breken in een garage in de [straatnaam] te [plaatsnaam], daarbij is een cilinderslot van een deur van de garage geforceerd. [naam medeverdachte] heeft verklaard dat de verdachte, [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en zijzelf die dag naar [naam wijk] in [plaatsnaam] zijn gereden om een motorfiets te stelen uit een garage. Daar aangekomen zijn de verdachte, [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] uit haar auto gestapt, terwijl zij op hen bleef wachten. Volgens [naam medeverdachte] heeft hij geprobeerd de garagedeur open te maken. Als dit was gelukt dan zouden zij de Suzuki hebben meegenomen. De verdachte heeft verklaard hierbij betrokken te zijn geweest en bij de deur te hebben gestaan.

Gelet hierop acht de rechtbank de onder 6 ten laste gelegde poging tot diefstal wettig en overtuigend bewezen.

7: (zaak [straatnaam])

Van het volgende wordt uitgegaan.

Op 12 mei 2008 is aangifte gedaan van vernieling van een Volkswagen Polo met kenteken [kentekennummer] die geparkeerd stond in de [straatnaam] en daar onbeschadigd was achtergelaten. Er lagen drie bakstenen op de voorruit van de auto en die ruit was vernield.

[naam medeverdachte] heeft verklaard dat de verdachte, [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en hijzelf reden in de auto van [naam medeverdachte] en werden uitgedaagd door de inzittenden van de Volkswagen Polo. Zij hebben de ruit van de Volkswagen Polo ingegooid. Wat [naam medeverdachte] heeft verklaard, klopt volgens [naam medeverdachte]. Hijzelf heeft ook meegedaan. Dat de verdachte ook heeft gegooid, wordt ondersteund door een op 12 mei 2008 afgeluisterd telefoongesprek van de verdachte waarin hij heeft gezegd dat hij ruzie had en een paar stenen door het raam heeft gegooid en dat hij al de autoramen eruit heeft gegooid.

Gelet hierop wordt de verklaring van de verdachte dat hij niet heeft gegooid, niet gevolgd en acht de rechtbank de onder 7 ten laste gelegde vernieling wettig en overtuigend bewezen.

8: (zaken Ducati/Motorboot/Suzuki/[straatnaam])

(zaak Ducati)

Van het volgende wordt uitgegaan.

Tussen 13 mei 2008, 18:00 uur en 14 mei 2008, 19:00 uur, is ingebroken in een stalling bij de [straatnaam] te [plaatsnaam] door het cilinderslot van die stalling te forceren. Uit de stalling zijn twee rode motorfietsen van het merk Ducati, type 996s en 999s, en een bromfiets van het merk Zündapp weggenomen. Uit getapte telefoongesprekken is naar voren gekomen dat [naam medeverdachte], [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en de verdachte mogelijk betrokken zijn geweest bij deze diefstal. Op 14 mei 2008 heeft [naam verdachte] gebeld met een onbekende vrouw en gezegd dat hij twee Ducati’s had, de allernieuwste 999 en een 996. Later die nacht heeft hij met [naam medeverdachte] gebeld en hem gezegd dat hij nog even terug moest om die Zündapp te pakken. Nadien zijn telefoongesprekken afgeluisterd waaruit blijkt dat [naam verdachte], [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en de verdachte onderdelen van twee Ducati’s, van het type 996 en 999, probeerden te verkopen. De Zündapp zou worden weggegeven aan de vader van [naam]. Het bedrijf [bedrijfsnaam] te [plaatsnaam] heeft op 30 mei 2008 onderdelen van twee Ducati motoren ingekocht van [naam medeverdachte].

[naam medeverdachte] heeft verklaard dat zij in haar auto is achtergebleven toen [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] twee rode Ducati’s, waarvan één van het type 999, hebben weggenomen bij de [straatnaam] in [naam wijk]. [naam medeverdachte] was ook bij hen. De motoren zijn door [naam medeverdachte] en [naam verdachte] in de kelder van [naam medeverdachte] neergezet. Er is ook een Zündapp weggehaald. Haar verklaring wordt bevestigd door [naam medeverdachte] die heeft verklaard dat hij samen met [naam verdachte] en [naam medeverdachte] de Ducati’s 996 en 999 en de Zündapp heeft gestolen en naar de kelder van zijn huis heeft gebracht.

Gezien het vorenstaande wordt de verklaring van de verdachte dat hij niet betrokken is geweest bij de diefstal niet gevolgd. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal met braak waarbij de twee Ducati’s en de Zündapp zijn weggenomen.

(zaak Motorboot)

Van het volgende wordt uitgegaan.

Op 25 mei 2008 is bij de [straatnaam] een motorboot van het merk Novurania, type 320 MX, met kenteken [kentekennummer], en een buitenboordmotor van het merk Yamaha, voorzien van nummer [nummer] gestolen. De boot lag vast met kabelbeveiliging met slot en was voorzien van startonderbreking. Later die dag is de boot beschadigd teruggevonden.

[naam medeverdachte] heeft verklaard dat [naam verdachte] en [naam medeverdachte] een boot hadden zien liggen bij de [straatnaam]. Zij hebben haar gebeld toen ze dat bootje hadden en zij moest naar hen toe rijden. Zij, [naam verdachte] en [naam medeverdachte] zijn vervolgens met de boot gaan varen. De boot is lek gevaren op een fontein en door hen verlaten. De verdachte wist dat de boot gestolen was. Dit vindt steun in de verklaring van [naam medeverdachte] die heeft bekend dat hij een rubberboot met buitenboordmotor heeft gestolen. Hij heeft samen met [naam verdachte], [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] in de boot gevaren. De anderen wisten volgens hem dat de boot gestolen was. [naam medeverdachte] heeft bevestigd dat zij langs de [naam rivier] een rubberboot met buitenboordmotor zagen liggen en daarmee zijn gaan varen.

Gelet hierop heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan heling van de motorboot met buitenboordmotor.

(zaak Suzuki)

Van het volgende wordt uitgegaan.

Op 26 mei 2008 is uit de tuin van een woning aan de [straatnaam] te [plaatsnaam] een zwarte motorfiets van het merk Suzuki, type GSX-R600 met kenteken [kentekennummer], gestolen. De motor stond op slot, was voorzien van een stuurslot en stond in de afgesloten achtertuin. Uit getapte telefoongesprekken kwam naar voren dat [naam verdachte] mogelijk betrokken was bij deze diefstal. Hij heeft namelijk over zijn telefoonlijn gesproken over de verkoop van een Suzuki K4 GSX-R. Politieagenten hebben op 30 mei 2008 iemand zien rijden op een zwarte motor met voormeld kenteken. Eén politieagent herkende de persoon die op de motor zat als [naam verdachte]. De politie heeft toen de achtervolging nog ingezet, maar heeft die moeten staken. Op 28 mei 2008 heeft de verdachte gebeld met [naam medeverdachte] en haar gevraagd om de “ghost rider” te filmen. Op een naderhand bij haar in beslag genomen videotape is te zien hoe de verdachte rijdt op genoemde zwarte motorfiets. In verband met verdenking van betrokkenheid van [naam medeverdachte] bij (pogingen tot) diefstallen van motorfietsen is de politie met haar naar diverse locaties in [plaatsnaam] gereden en zij heeft onder meer aangewezen dat een motor is gestolen bij bedoeld adres op de [straatnaam]. Later verklaarde zij te zijn achtergebleven in de auto toen [naam verdachte], [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] de motorfiets gingen stelen bij dit adres. Toen zij de motor hadden weggenomen, is zij samen met [naam verdachte] haar paardentrailer gaan halen. De motor is in de trailer gezet. [naam medeverdachte] heeft bevestigd dat hij en de anderen betrokken zijn geweest bij deze diefstal.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de diefstal met braak waarbij de Suzuki is weggenomen.

(zaak [straatnaam])

Van het volgende wordt uitgegaan.

Op 1 juni 2008 is aangifte gedaan van diefstal van een motorfiets van het merk Suzuki, type An400s Burgman, met kenteken [kentekennummer], tussen zaterdag 31 mei 2008, 18:00 uur en zondag 1 juni 2008, 07:45 uur. De motor stond geparkeerd op de [straatnaam] te [plaatsnaam] en was afgesloten met een kettingslot en stuurslot. In verband met de verdenking van de betrokkenheid van [naam medeverdachte] bij (pogingen tot) diefstallen van motorfietsen is de politie met haar naar diverse locaties in [plaatsnaam] gereden en zij heeft daarbij onder meer aangewezen dat een motorscooter van het type Burgman is gestolen in [ naam wijk] bij de [straatnaam]. Later verklaarde zij dat [naam verdachte], [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en zijzelf in de avond in haar auto naar de [straatnaam] zijn gereden. Daar is [naam medeverdachte] afgezet. [naam medeverdachte] heeft de motorscooter weggenomen en toen is [naam medeverdachte] uit de auto gestapt en bij hem gebleven. Vervolgens hebben [naam verdachte] en zij haar paardentrailer opgehaald. De motorscooter is in de trailer gezet en ze zijn weggereden. [naam medeverdachte] was degene die het slot van de Suzuki Burgman heeft opengebroken. Hij heeft de motor samen met [naam medeverdachte]weggenomen. [naam medeverdachte] heeft bevestigd dat de motorscooter van het type Burgman is weggenomen in [naam wijk] en is ingeladen in een paardentrailer. Dit gebeurde op een bestelling gedaan bij [naam verdachte].

Gezien het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de diefstal met braak waarbij de Suzuki Burgman is weggenomen.

Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank de onder 8 ten laste gelegde diefstallen en de heling wettig en overtuigend bewezen.

9 en 10: (zaak Dekzeil)

Van het volgende wordt uitgegaan.

In de nacht van 5 juni 2008 heeft de politie een melding gekregen dat er werd ingebroken in een auto in de parkeergarage aan het [straatnaam] te [plaatsnaam]. Daar aangekomen zagen de politieagenten twee mannen in de parkeergarage wegrennen. De signalementen van de beide mannen hebben zij doorgegeven. In de parkeergarage zagen de verbalisanten dat het dekzeil van een motorfiets was opgetild. Tevens zagen politieagenten dat er was ingebroken in diverse auto’s. Een getuige heeft verklaard dat hij bij de parkeergarage drie mannen bij een auto heeft zien staan en dat hij glasgerinkel heeft gehoord. Het leek alsof een ruit werd ingeslagen. Hij heeft even later gezien dat een ruit van een andere auto ingeslagen door een vierde man. Van twee van de mannen heeft hij een signalement gegeven. Op grond van één van de doorgegeven signalementen is kort daarna [naam medeverdachte] aangehouden. De getuige heeft na de auto-inbraak een jeepmodel personenauto zien wegrijden, met in het kenteken de lettercombinatie [kentekennummer]. Politieagenten hebben de betreffende auto in de nabije omgeving gezien en de bestuurder laten stoppen. [naam medeverdachte] bleek de auto te besturen en zij verklaarde dat zij zojuist twee mannen had afgezet, waaronder haar vriend [naam verdachte], en dat die twee mannen een motorfiets wilden gaan stelen.

Op 5 juni 2008 zijn diverse aangiften gedaan van (pogingen tot) diefstal met braak uit auto’s die geparkeerd stonden in of in de nabijheid van de parkeergarage aan het [straatnaam]. Bij een Citroën C3 met kenteken [kentekennummer] zijn twee ruiten ingeslagen en daaruit is een oplaadsnoer van een TOMTOM-navigatiesysteem weggenomen. Bij een Ford Focus met kenteken [kentekennummer] is een ruit ingeslagen en daaruit is een oplaadsnoer van een TOMTOM-navigatiesysteem weggenomen. Bij een Citroën Saxo met kenteken [kentekennummer] is een ruit ingeslagen en daaruit is een oplaadsnoer van een TOMTOM-navigatiesysteem, een oortje voor een mobiele telefoon en een gereedschapsbox met kabels en een accu oplader weggenomen. Bij een Citroën Xsara Picasso met kenteken [kentekennummer] is een ruit ingeslagen en daaruit is een autoradio/-cd speler weggenomen. Bij een Opel Astra met kenteken [kentekennummer] een ruit ingeslagen, maar niets weggenomen. Bij een Audi A4 met kenteken [kentekenummer] is een ruit ingeslagen en het dashboardkastje doorzocht, maar ook niets weggenomen.

[naam medeverdachte] heeft verklaard dat [naam verdachte], [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] en zijzelf in haar auto door [plaatsnaam] zijn gaan rijden op zoek naar motorfietsen. Zij zijn naar de [straatnaam] gereden want [naam medeverdachte] wist dat daar een motor stond. [naam verdachte], [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] zijn daar uitgestapt en zij is in haar auto blijven wachten. Na een tijdje werd ze gebeld door [naam verdachte] die haar vertelde dat er overal politie was. Ook [naam medeverdachte] belde haar op met dit verhaal. Vervolgens is zij weggereden en werd zij aangehouden. [naam medeverdachte] heeft verklaard dat de verklaring van [naam medeverdachte] klopt en dat zij de waarheid heeft gesproken. Ook [naam medeverdachte] heeft verklaard dat de verklaring van [naam medeverdachte] klopt. Zij zijn naar de garage gegaan bij het [straatnaam]. Hij is naar een motor gelopen, die onder een hoes zat, en heeft de hoes opgetild. Toen zag hij een politiebusje en is hij gaan rennen. Ze hebben ingebroken in meerdere auto’s. [naam verdachte] heeft aangegeven dat [naam medeverdachte], [naam medeverdachte] en hijzelf bij de [naam] bij [straatnaam] zijn uitgestapt en dat [naam medeverdachte] in de auto bleef zitten. Hij heeft een harde klap gehoord en vervolgens gezien dat er een ruit was ingeslagen.

Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met anderen het onder 9 en 10 ten laste gelegde heeft gepleegd, met uitzondering van de onder 10 ten laste gelegde poging tot diefstal van de motorfiets van het merk Ducati. Dit laatste acht de rechtbank niet bewezen gelet op de verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat hij niet kan zeggen dat de Ducati zou zijn meegenomen als de politie niet was gekomen en de verklaring van [naam medeverdachte] (in zijn zaak) dat ze niets hadden aan een Ducati Sport.

Gelet op het bovenstaande is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1. (zaak [straatnaam])

hij in de periode van 14 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld en sieraden en goud en horloges en edelstenen en een mobiele telefoon en bankpassen(Fortis Bank) toebehorende aan [naam] en [naam] en [naam],

welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [naam] en [naam] en [naam], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

en

met het oogmerk om zichzelf en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [naam] en [naam] en [naam] heeft gedwongen tot de afgifte van een pincode toebehorende aan [naam] en/of [naam] ,

welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het:

- houden van een samoeraizwaard op het hoofd van die [naam] en

- meermalen op dreigende toon roepen: "waar is het geld" en woorden van gelijke dreigende aard en strekking en

- op dreigende toon roepen:

- "omdraaien en niet kijken, anders maken wij jullie dood!" en

- "niet zeuren, anders ga je dood" en

- "als je wat probeert, dan maken wij jullie dood" en

- “wij zijn een grote organisatie, als een van ons de gevangenis ingaat dan komt de ander jou en je familie halen”

- enplaatsen van een kussensloop over het hoofd van die [naam] en

- met kracht door elkaar schudden van die [naam] en

- bedekken van het hoofd van die [naam] met een kussensloop en

- op de grond leggen van die [naam] en

- plakken van tape op de ogen en mond van die [naam] en die [naam] en

- naar de badkamer van de woning van die [naam] overbrengen van die [naam] en die [naam] en die [naam], en

- meermalen slaan en schoppen van die [naam] en die [naam] en

- vastbinden van de handen van die [naam] en [naam] en

- meermalen, maken van prikkende en/of stekende bewegingen met een samoeraizwaard en/of een dolk, in/op de armen en/of schouders en/of handen en/of voeten, althans de lichamen van die [naam] en/of die [naam] en

- dreigend toevoegen van de woorden dat de voet of een teen van die [naam] zou worden afgehakt en

- afsnijden van een stuk vel/huid van de linkerteen van die [naam] en

- snijden in de linkerhand van die [naam], en

- dichtbij de huid van die [naam] en die [naam] houden van een vlam van een gasbrander en

- richten van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [naam] en die [naam], en

- binnen gehoorsafstand van die [naam] en die [naam] spreken over de mogelijkheid van verkrachting, en;

- binnen gehoorsafstand van die [naam] en die [naam] zeggen van de woorden “Als wij nog niets hebben om 10.00 uur dan maken wij ze dood”, en;

- die [naam] en die [naam] dreigend mededelen dat die [naam] apart zou worden meegenomen;

2. (zaak [straatnaam])

hij op 15 februari 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen

geldbedragen, toebehorende aan [naam] en/of [naam], waarbij verdachte en zijn mededaders die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door te pinnen met een bankpas van die [naam] en/of [naam] en de daarbij behorende pincode, zijnde een valse sleutel tot welk gebruik verdachte en zijn mededaders niet gerechtigd waren;

3. (zaak [straatnaam])

hij in de periode van 14 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk

[naam] en [naam] en [naam] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben hij verdachte en zijn mededaders met dat opzet

- zich voortdurend dreigend opgehouden in de woning van die [naam] in de directe omgeving van die [naam] en [naam] en die [naam] en

- daarbij een dolk en een samoeraizwaard, en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en een gasbrander getoond en

- daarbij die [naam] en [naam] en [naam] dreigend de woorden toegevoegd: "omdraaien, niet kijken, anders maken wij jullie dood" en/of "niet zeuren, anders ga je dood" en/of "als je wat probeert, dan maken wij jullie dood" en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en

- die [naam] en [naam] met vastgebonden en

- tape op de ogen en mond, van die [naam] en die [naam] geplakt en

- (daarbij) een kussensloop over het hoofd van die [naam] geplaatst en

- (daarbij) het hoofd van die [naam] met een kussensloop bedekt, en

- die [naam] en[naam] en [naam] overgebracht naar de badkamer van die woning van die [naam] en

- die [naam] en [naam] en [naam] meermalen geslagen en/of geschopt en/of met een samoeraizwaard en/of een dolk, in het lichaam van die [naam] en/of die [naam] geprikt/gestoken en/of de vlam van een gasbrander dichtbij de huid van die [naam] en die [naam] gehouden, en die [naam] endie [naam] en die [naam] belet te gaan waar zij wilden gaan;

5. (zaak [straatnaam])

hij op 11 april 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een opslagruimte, gelegen aan de [straatnaam], heeft weggenomen

dozen babydoekjes, en scheerapparaten en 50, elektrische tandenborstels en 2, dozen herensokken en een luchtbuks, toebehorende aan [naam], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik

hebben gebracht door middel van braak , te weten door het deurslot van die opslagruimte te forceren;

6. (zaak [straatnaam])

hij op 03 mei 2008 te [plaatsnaam], tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededadersvoorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een garage, gelegen aan de [straatnaam], weg te nemen een motorfiets, toebehorende aan een tot nu toe onbekend gebleven persoon, en zich daarbij de toegang tot die garage te verschaffen en die weg te nemen motorfiets, onder zijn bereik te brengen, door middel van braak , het cilinderslot van de toegangsdeur van die garage heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

7. (zaak [straatnaam])

hij op 12 mei 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk de voorruit van een personenauto merk Volkswagen, type Polo met kenteken [kentekennummer], toebehorende aan [naam], heeft vernield door bakstenen door de voorruit van die auto te gooien ;

8. (zaken Ducati/Motorboot/Suzuki/[straatnaam])

“hij in de periode van 13 mei 2008 tot en met 31 mei 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen hierna te noemen goederen , toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des

misdrijfs hebben verschaft en/of de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en wel onder meer,

- (zaak Ducati) motorfietsen merk/type Ducati 999s en Ducati 996s en een bromfiets merk/type Zundapp 529-03, toebehorende aan [naam] en/of [naam], door het cilinderslot van een deur van een garage te forceren en de kettingsloten van die motoren door te knippen, en- - (zaak Suzuki) een motorfiets merk/type Suzuki GSX-R600 met kenteken [kentekennummer, toebehorende aan [naam], door het stuurslot van die motor te verbreken en

- (zaak [straatnaam]) een motorfiets merk/type Suziki An 400s/Burgman met kenteken

[kentekennummer] toebehorende aan [naam], door het kettingslot enstuurslot van die motorfiets te verbreken;

en

(zaak Motorboot)

hij op 25 mei 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, een goed, te weten een motorboot merk Novurania, type 320 MX met kenteken [kentekennummer] en een buitenboordmotor merk Yamaha voorzien van nummer [nummer], heeft voorhanden gehad , terwijl hij enzijn mededaders wisten, dat het door misdrijf, namelijk door diefstal, verkregen goederen betrof;

9. (zaak Dekzeil)

hij op 05 juni 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, in de voor de nachtrust bestemde tijd meermalen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit auto's heeft

weggenomen hierna te noemen goederen , toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, waarbij verdachte zich de toegang tot die auto's heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, te weten door met een hard voorwerp één of meer ruiten van die auto's in te slaan, en wel :

- uit een op het [straatnaam] staande auto merk/type Citroën C3 met kenteken

[kentekennummer], een oplaadsnoer van een TOMTOM navigatiesysteem, toebehorende aan [naam], en

- uit een op het [straatnaam] staande auto merk/type Ford Focus met kenteken

[kentekennummer] een oplaadsnoer van een TOMTOM navigatiesysteem, toebehorende aan [naam], en

- uit een op het [straatnaam] staande auto merk/type Citroën Saxo met

kenteken [kentekennummer], een oplaadsnoer van een TOMTOM navigatiesysteem en een gereedschapbox inhoudende onder andere kabels en een accuoplader en

een "oortje" voor een mobiele telefoon toebehorende aan [naam], ;

10. (zaak Dekzeil)

“hij op 05 juni 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met anderen, in de voor de nachtrust bestemde tijd ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen hierna te noemen goed toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende, waarbij verdachte zich de toegang tot dat goed heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braakte weten :

- - enig zich in een auto bevindend goed, toebehorende aan [naam] ,

door met een hard voorwerp de ruit aan de voorzijde van die auto in te slaan,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

STRAFBAARHEID FEITEN

De bewezen feiten leveren op:

1 primair en 3. De voortgezette handeling van:

diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,

en

afpersing,

en

medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.

2.

Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.

5.

Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

6.

Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

7.

Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen.

8.

Medeplegen van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd,

en

medeplegen van opzetheling.

9.

Medeplegen van diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.

10.

Poging tot diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

De feiten zijn strafbaar.

STRAFBAARHEID VERDACHTE

De verdachte is strafbaar.

STRAFMOTIVERING

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een gewelddadige en gewapende beroving in een woning. De overval is gepaard gegaan met geweld, bedreiging en intimidatie. De twee in de woning aanwezige vrouwen, de bewoonster en haar nicht, zijn onder meer geslagen, geschopt, met de dood bedreigd, in hun lichamen gestoken met een samoeraizwaard en bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Bij de bewoonster is ook een stuk vel van haar teen gesneden. Gedurende de overval waren de mond en ogen van de beide vrouwen met tape dichtgeplakt en hun handen vastgebonden. Na de slachtoffers aldus een gehele nacht te hebben vastgehouden, is de bewoonster door te dreigen met het meenemen van haar tweejarige kleinkind, gedwongen te vertellen waar de kluissleutel was. Vervolgens zijn uit de kluis onder meer sieraden en een grote hoeveelheid geld weggenomen. Bij de overval zijn ook bankpassen buitgemaakt en de bewoonster heeft onder bedreiging de pincode van één van haar bankpassen afgegeven. Daarmee is twee keer een geldbedrag gepind.

De verdachte en de medeverdachten hebben door aldus te handelen op een brute en ingrijpende wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en het gevoel van veiligheid van de slachtoffers. De slachtoffers zijn in een situatie gebracht die uitermate beangstigend is geweest. Zij hebben gedurende een groot aantal uren in onzekerheid verkeerd of zij het er wel levend vanaf zouden brengen. Dat het een schokkende en traumatische gebeurtenis is geweest die zij niet snel zullen vergeten blijkt wel uit de schriftelijke slachtofferverklaring, waarin onder meer staat dat beide vrouwelijke slachtoffers een jaar na dato nog steeds in ernstige mate kampen met gevoelens van angst en onveiligheid.

De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich uitsluitend laten leiden door persoonlijk financieel gewin en zich niet bekommerd om de slachtoffers. Dat blijkt ook uit het feit dat zij de tevoren geplande overval hebben doorgezet toen zij tot de ontdekking kwamen dat zij niet de verwachte man in de woning aantroffen, maar twee vrouwen en een klein kind. De rechtbank rekent dit de verdachte en zijn medeverdachten zwaar aan.

Naast voormelde feiten heeft de verdachte samen met anderen diverse diefstallen van motorfietsen gepleegd. Het betreft hier diefstallen van waardevolle goederen en het behoeft dan ook geen betoog dat de verdachte schade heeft berokkend aan de eigenaren van de motorfietsen. Daarnaast zullen de diefstallen hebben geleid tot grote ergernis bij de eigenaren vanwege de rompslomp (aangifte, afhandeling bij de verzekering) die een dergelijke diefstal met zich brengt. In dit verband merkt de rechtbank nog op dat eigenaren van motoren vaak, zeer gehecht zijn aan hun eigen motor en dat dat voor hen het gemis nog groter maakt.

Voorts is de verdachte ook schuldig aan heling van een motorboot, verschillende auto-inbraken en een vernieling. Ook deze feiten hebben schade opgeleverd en zullen tot ergernis en boosheid hebben geleid bij de eigenaren.

Ook bij deze feiten is de verdachte alleen bezig geweest met zijn eigen belangen en heeft hij zich niets aangetrokken van de belangen van de slachtoffers.

Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.

Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het nadeel van de verdachte in aanmerking genomen dat hij reeds eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

Bovendien werkt strafverzwarend dat de verdachte en de medeverdachten [naam medeverdachte] en [naam medeverdachte] een vast samenwerkingsverband zijn gebleken.

Ten aanzien van de stelling van de verdediging dat het niet tijdig vernietigen van geheimhoudersgesprekken tijdens het strafrechtelijk onderzoek een onherstelbaar vormverzuim oplevert dat dient te leiden tot strafvermindering, overweegt de rechtbank als volgt.

De officier van justitie heeft openheid van zaken heeft gegeven nadat het hem duidelijk was geworden dat geen gevolg was gegeven aan de opdracht om de geheimhoudersgesprekken te vernietigen. Dat er sprake is geweest van het doelbewust niet vernietigen van de geheimhoudersgesprekken, is gesteld noch gebleken. Aan de bewuste gesprekken heeft de verdachte niet deelgenomen. Slechts een drietal gesprekken hebben plaatsgevonden voorafgaande aan verdachtes aanhouding. Een van die gesprekken is gevoerd door zijn broer. Een ander gesprek is gevoerd tussen verdachtes vriendin en diens raadsvrouw. Niet is aannemelijk geworden dat naar aanleiding van die telefoongesprekken nadere onderzoekshandelingen zijn verricht.

Alhoewel een fundamentele norm is geschonden en zich een onherstelbaar vormverzuim voordoet, heeft dit in casu slechts betrekking gehad op een beperkt aantal geheimhoudersgesprekken en is niet gebleken van (substantiële) nadelige gevolgen hiervan voor de verdachte. De rechtbank ziet hierin geen reden om tot strafvermindering over te gaan.

De rechtbank zal overigens wel een kortere gevangenisstraf opleggen dan de officier van justitie heeft geëist omdat de rechtbank niet tot het oordeel is gekomen dat de verdachte de leider is geweest bij het plegen van de strafbare feiten.

Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.

VORDERINGEN BENADEELDE PARTIJEN / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd terzake van feit 7:

[naam]. De benadeelde partij vordert vergoeding van materiële schade tot een bedrag van € 1252,68.

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij als gevolg van het onder 7 bewezen verklaarde vernieling rechtstreeks schade is toegebracht en de verdachte de hoogte van de gevorderde schadevergoeding niet heeft betwist, zal de vordering worden toegewezen.

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd terzake van feit 8:

[naam]. De benadeelde partij vordert vergoeding van materiële schade aan zijn Zündapp bromfiets tot een bedrag van € 1265,07.

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij als gevolg van de onder 8, bewezen verklaarde diefstal van de Zündapp bromfiets rechtstreeks schade is toegebracht en

de verdachte de hoogte van de gevorderde schadevergoeding niet heeft betwist, zal de vordering worden toegewezen.

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd terzake van feit 9:

[naam]. De benadeelde partij vordert vergoeding van materiële schade aan zijn Ford Focus tot een bedrag van € 178,50.

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij als gevolg van de onder 9 bewezen verklaarde auto-inbraak in de Ford Focus rechtstreeks schade is toegebracht en

de verdachte de hoogte van de gevorderde schadevergoeding niet heeft betwist, zal de vordering worden toegewezen.

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd terzake van feiten 1, 2 en 3:

[naam]. De benadeelde partij vordert vergoeding van materiële schade tot een bedrag van € 17.183,54 en immateriële schade tot een bedrag van € 7.500,- als voorschot.

De verdediging heeft gesteld dat de vordering niet eenvoudig van aard is.

Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij als gevolg van de bewezen verklaarde straf¬bare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment worden vastgesteld op € 7.500,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen.

Het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de materiële schade is niet van zo eenvoudige aard, dat dit onderdeel van de vordering zich leent voor behande¬ling in dit strafgeding. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aange¬bracht.

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd terzake van feiten 1, 2 en 3:

[naam]. De benadeelde partij vordert vergoeding van materiële schade tot een bedrag van € 4.126,45 en immateriële schade tot een bedrag van € 7.500,- als voorschot.

De verdediging heeft gesteld dat de vordering niet eenvoudig van aard is.

Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij als gevolg van de bewezen verklaarde straf¬bare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment worden vastgesteld op € 7.500,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen.

Het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de materiële schade is niet van zo eenvoudige aard, dat dit onderdeel van de vordering zich leent voor behande¬ling in dit strafgeding. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aange¬bracht.

Aangezien de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partijen betalen, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd. Het vorenstaande laat onverlet dat de verdachte en de mededaders onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding moeten bijdragen, tenzij de billijkheid een andere verdeling vordert.

Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [naam], [naam] en [naam] die (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door deze benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [naam] en [naam] met betrekking tot de immateriële schade zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden conform het liquidatietarief in kantonzaken begroot op € 400,- respectievelijk € 300,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij op tegenspraak gewezen vonnis d.d. 23 mei 2005 van de meervoudige kamer van deze rechtbank is de verdachte veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan een gedeelte groot 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is op grond van artikel 14b, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht ingegaan op 7 juni 2005. Op grond van artikel 14b, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht loopt de proeftijd niet gedurende de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen. Gelet hierop is de proeftijd op 23 mei 2008 afgelopen. Ingevolge artikel 14g, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht is het openbaar ministerie in zijn vordering niet ontvankelijk wanneer zij later wordt ingediend dan drie maanden na het verstrijken van de proeftijd. In casu is de vordering te laat, want op 2 september 2008, ingediend. Daarom zal de rechtbank de officier van justitie niet ontvankelijk verklaren in de gevorderde tenuitvoerlegging.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

Gelet is op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 282, 310, 311, 312, 317, 350 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank:

- verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

- stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

- verklaart de verdachte strafbaar;

- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 7 (zeven) jaren;

- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

- verklaart de benadeelde partijen [naam] en [naam] niet-ontvankelijk in de vorderingen wat betreft hun materiële schade en bepaalt dat deze delen van hun vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- wijst de vorderingen van de benadeelde partijen [naam] en [naam] toe wat betreft de immateriële schade, bij ieder van hen vooralsnog begroot op een bedrag van € 7.500,- en veroor¬deelt de verdachte deze bedragen bij wijze van voorschot aan hen te betalen, tegen kwij¬ting, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededaders betalen de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;

- bepaalt dat deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2008 tot aan de dag van de algehele voldoening;

- wijst af het door de benadeelde partijen [naam] en [naam] meer of anders gevorderde;

- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de bena¬deelde partijen [naam] en [naam] gemaakt, tot op heden begroot op € 400,- respectievelijk € 300,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoer¬legging nog te maken;

- wijst de vordering van de benadeelde partij [naam] toe tot een bedrag van €1252,68, wijst de vordering van de benadeelde partij [naam] toe tot een bedrag van € 1265,07 en wijst de vordering van de benadeelde partij [naam] toe tot een bedrag van € 178,50 en veroor¬deelt de verdachte deze bedragen tegen kwij¬ting aan hen te betalen, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededaders betalen de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;

- bepaalt dat deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2008, 14 mei 2008 respectievelijk 5 juni 2008 tot aan de dag van de algehele voldoening;

- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de bena¬deelde partijen [naam], [naam] en [naam] gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoer¬legging nog te maken;

- legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen voornoemd te betalen € 7.500,-, €7.500,-, €1252,68, € 1265,07 respectievelijk € 178,50, bij gebreke van volledige betaling en volle¬dig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 72, 72, 22, 22 respectievelijk 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de voorlopige hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;

- verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;

- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de gelaste tenuitvoerlegging van de bij vonnis d.d. 23 mei 2005 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voor¬waardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 7 maanden.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. Leinarts, voorzitter,

en mrs. Lamers-Wilbers en Wiersinga, rechters,

in tegenwoordigheid van Van der Heijde, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 maart 2009.

Bijlage bij vonnis van 19 maart 2009.

TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1. (zaak [straatnaam])

“hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld en/of sieraden en/of goud en/of horloges en/of edelstenen en/of een mobiele telefoon en/of (een) bankpas(sen) (Fortis Bank) (met bijbehorende pincode), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [naam] en/of [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam] en/of [naam] en/of [naam], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

en/of

met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam] en/of [naam] en/of [naam] heeft gedwongen tot de afgifte van geld en/of sieraden en/of goud en/of horloges en/of edelstenen en/of een mobiele telefoon en/of (een) bankpas(sen) (Fortis Bank) (met bijbehorende pincode), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [naam] en/of [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

welk geweld en / of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:

-houden van een (samoerai)zwaard althans een groot mes, althans een scherp voorwerp op het hoofd van die [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal (op dreigende toon) roepen: "waar is het geld" en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of

-op dreigende toon roepen:

-"omdraaien en niet kijken, anders maken wij jullie dood!" en/of

-"niet zeuren, anders ga je dood" en/of

-"als je wat probeert, dan maken wij jullie dood" en/of

-“wij zijn een grote organisatie, als een van ons de gevangenis ingaat dan komt de ander jou en je familie halen”

en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of

-plaatsen van een kap of zak of kussensloop op/over het hoofd van die [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal (met kracht) door elkaar schudden van die [naam] en/of

-bedekken van het hoofd van die [naam] met een doek of een kussensloop en/of

-op de grond leggen van die [naam] en/of

-plakken van tape op de ogen en/of mond, althans het gezicht van die [naam] en/of die [naam] en/of

-naar de badkamer van de woning van die [naam] overbrengen van die [naam] en/of die [naam] en/of die [naam], en/of

-meermalen, althans eenmaal slaan en/of schoppen van die [naam] en/of die [naam] en/of die [naam] en/of

-vastbinden (met touw en/of electriciteitskabel) van de handen van die [naam] en/of [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal maken van prikkende en/of stekende bewegingen met een (samoerai)zwaard en/of een dolk, althans een scherp en/of puntig voorwerp in/op het/de arm(en) en/of schouder(s) en/of hand(en) en/of voet(en), althans het/de licha(a)m(en) van die [naam] en/of die [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal dreigend toevoegen van de woorden dat de voet of een teen van die [naam] zou worden afgehakt en/of

-afsnijden van een stuk vel/huid van de (linker)teen van die [naam] en/of

-snijden in de linkervinger/hand van die [naam], en/of

-dichtbij de huid van die [naam] en/of die [naam] houden van een vlam van een gasbrander en/of

-richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [naam] en/of die [naam], althans het tonen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [naam] en/of die [naam], en/of

-binnen gehoorsafstand van die [naam] en/of die [naam] spreken over de mogelijkheid van verkrachting, en/of;

-binnen gehoorsafstand van die [naam] en/of die [naam] zeggen van de woorden “Als wij nog niets hebben om 10.00 uur dan maken wij ze dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of;

-die [naam] en/of die [naam] dreigend mededelen dat die [naam] apart zou worden meegenomen;

(art. 312/317 jo 47 Wetboek van Strafrecht)

subsidiair, indien en voorzover vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 14 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening hebben weggenomen geld en/of sieraden en/of goud en/of horloges en/of edelstenen en/of een mobiele telefoon en/of (een) bankpas(sen) (Fortis Bank) (met bijbehorende pincode), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [naam] en/of [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam] en/of [naam] en/of [naam], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

en/of

met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam] en/of [naam] en/of [naam], hebben gedwongen tot de afgifte van geld en/of sieraden en/of goud en/of horloges en/of edelstenen en/of een mobiele telefoon en/of (een) bankpas(sen) (Fortis Bank) (met bijbehorende pincode), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [naam] en/of [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

welk geweld en / of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:

-houden van een (samoerai)zwaard althans een groot mes, althans een scherp voorwerp op het hoofd van die [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal (op dreigende toon) roepen: "waar is het geld" en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of

-op dreigende toon roepen:

-"omdraaien en niet kijken, anders maken wij jullie dood!" en/of

-"niet zeuren, anders ga je dood" en/of

-"als je wat probeert, dan maken wij jullie dood" en/of

-“wij zijn een grote organisatie, als een van ons de gevangenis ingaat dan komt de ander jou en je familie halen”

en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of

-plaatsen van een kap of zak of kussensloop op/over het hoofd van die [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal (met kracht) door elkaar schudden van die [naam] en/of

-bedekken van het hoofd van die [naam] met een doek of een kussensloop en/of

-op de grond leggen van die [naam] en/of

-plakken van tape op de ogen en/of mond, althans het gezicht van die [naam] en/of die [naam] en/of

-naar de badkamer van de woning van die [naam] overbrengen van die [naam] en/of die [naam] en/of die [naam], en/of

-meermalen, althans eenmaal slaan en/of schoppen van die [naam] en/of die [naam] en/of die [naam] en/of

-vastbinden (met touw en/of electriciteitskabel) van de handen van die [naam] en/of [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal maken van prikkende en/of stekende bewegingen met een (samoerai)zwaard en/of een dolk, althans een scherp en/of puntig voorwerp in/op het/de arm(en) en/of schouder(s) en/of hand(en) en/of voet(en), althans het/de licha(a)m(en) van die [naam] en/of die [naam] en/of

-meermalen, althans eenmaal dreigend toevoegen van de woorden dat de voet of een teen van die [naam] zou worden afgehakt en/of

-afsnijden van een stuk vel/huid van de (linker)teen van die [naam] en/of

-snijden in de linkervinger/hand van die [naam], en/of

-dichtbij de huid van die [naam] en/of die [naam] houden van een vlam van een gasbrander en/of

-richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [naam] en/of die [naam], althans het tonen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [naam] en/of die [naam], en/of

-binnen gehoorsafstand van die [naam] en/of die [naam] spreken over de mogelijkheid van verkrachting, en/of;

-binnen gehoorsafstand van die [naam] en/of die [naam] zeggen van de woorden “Als wij nog niets hebben om 10.00 uur dan maken wij ze dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of;

-die [naam] en/of die [naam] dreigend mededelen dat die [naam] apart zou worden meegenomen;

tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van

14 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door

-die [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen mede te delen dat zich in een woning aan de [straatnaam] een kluis met drie ton bevond, en/of

-die [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen verschillende keren met een auto van [plaatsnaam] naar [plaatsnaam] en/of van [plaatsnaam] naar [plaatsnaam] te vervoeren, en/of

-veelvuldig telefonisch contact te onderhouden met die [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen, en/of

-die [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen een slijptol en/of (ander) gereedschap en/of hulpmiddelen te brengen, en/of

-(telkens) nadat die [naam verdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of [naam medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen in [plaatsnaam] waren uitgestapt, te blijven wachten althans zich beschikbaar te houden;

(artikel 312/317 jo 47 jo 48 Wetboek van Strafrecht)”

2. (zaak [straatnaam])

hij op of omstreeks 15 februari 2008 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen EUR 250,- (zegge: tweehonderd en vijftig euro), althans een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door te pinnen met een bankpas van die [naam] en/of [naam] en de daarbij behorende pincode, zijnde een valse sleutel tot welk gebruik verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;

(art. 311 jo 47 Wetboek van Strafrecht)

3. (zaak [straatnaam])

“hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk

[naam] en/of [naam] en/of [naam] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet

-zich voortdurend dreigend opgehouden in de woning van die [naam] in de directe omgeving van die [naam] en/of [naam] en/of die [naam] en/of

-(daarbij) een dolk en/of een (samoerai)zwaard, althans een groot mes en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een gasbrander getoond en/of

-(daarbij) die [naam] en/of [naam] en/of [naam] telkens dreigend de woorden toegevoegd: "omdraaien, niet kijken, anders maken wij jullie dood" en/of "niet zeuren, anders ga je dood" en/of "als je wat probeert, dan maken wij jullie dood" en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of

-(daarbij) die [naam] en/of [naam] met tape en/of touw en/of (electriciteits)kabel vastgebonden en/of

-(daarbij tape op de ogen en/of mond, althans het gezicht van die [naam] en/of die [naam] geplakt en/of

- (daarbij) een kap of een zak of een kussensloop op/over het hoofd van die [naam] geplaatst en/of

-(daarbij) het hoofd van die [naam] met een doek of een kussensloop bedekt, en/of

-(daarbij) die [naam] en/of [naam] en/of [naam] overgebracht naar de badkamer van die woning van die [naam] en/of

-(daarbij) die [naam] en/of [naam] en/of [naam] meermalen geslagen en/of geschopt en/of met een (samoerai)zwaard en/of een dolk, althans een scherp en/of puntig voorwerp in het lichaam van die [naam] en/of die [naam] geprikt/gestoken en/of de vlam van een gasbrander dichtbij de huid van die [naam] en/of die [naam] gehouden, en/of

-(aldus) die [naam] en/of die [naam] en/of die [naam] belet te gaan waar zij wilden gaan;

(art. 282 jo 47 Wetboek van Strafrecht)”

4. (is afgesplitst)

5. (zaak [straatnaam])

hij op of omstreeks 11 april 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een opslagruimte, gelegen aan de [straatnaam], heeft weggenomen 90, althans een of meer

do(os)zen babydoekjes, en/of 30, althans een of meer scheerappara(a)t(en) en/of 50, althans een of meer elektrische tandenborstel(s) en/of 2, althans een of meer do(os)zen herensok(ken) en/of een luchtbuks, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik

heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door het deurslot van die opslagruimte te forceren;

(art. 311 Wetboek van Strafrecht)

6. (zaak [straatnaam])

“hij op of omstreeks 03 mei 2008 te [plaatsnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een garage, gelegen aan de [straatnaam], weg te nemen een motorfiets, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een tot nu toe onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die garage te verschaffen en/of die/dat weg te nemen motorfiets, althans (enig) goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, het (cilinder)slot van de toegangsdeur van die garage heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

(art. 311 jo 45 jo 57 Wetboek van Strafrecht)”

7. (zaak [straatnaam])

hij op of omstreeks 12 mei 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de (voor)ruit (van een personenauto (merk Volkswagen, type Golf) met kenteken [kentekennummer], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door (een) bakste(e)n(en) door de voorruit van die auto te gooien en/of te slaan;

(art. 350 Wetboek van Strafrecht)

8. (zaken Ducati/Motorboot/Suzuki/[straatnaam])

“hij in of omstreeks de periode van 13 mei 2008 tot en met 31 mei 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen hierna te noemen goed(eren) (van zijn gading), geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des

misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en wel onder meer,

- (zaak Ducati) (een) motorfiets(en) (merk/type Ducati 999s en/of Ducati 996s) en/of een bromfiets (merk/type Zundapp 529-03), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), door het cilinderslot van een (voordeur) van een garage te forceren en/of het/de kettingslot(en) van die motoren door te knippen, althans te forceren en/of

- (zaak Motorboot) een motorboot (merk Novurania, type 320 MX) (met kenteken [kentekennummer]) en/of een buitenboordmotor (merk Yamaha) (voorzien van nummer [nummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), door het kabelslot van die motorboot te verbreken en/of

- (zaak Suzuki) een motorfiets (merk/type Suzuki GSX-R600) (met kenteken [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), door het stuurslot van die motor te verbreken en/of

- (zaak [straatnaam]) een motorfiets (merk/type Suziki An 400s/Burgman) (met kenteken [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), door het kettingslot en/of stuurslot van die motorfiets te verbreken;

(art. 311 Wetboek van Strafrecht)”

en/of

(zaak Motorboot)

“hij op of omstreeks 25 mei 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een goed, te weten een motorboot (merk Novurania, type 320 MX) (met kenteken [kentekennummer]) en/of een buitenboordmotor (merk Yamaha) (voorzien van nummer [nummer]), heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

(art. 416 Wetboek van Strafrecht)”

9. (zaak Dekzeil)

“hij op of omstreeks 05 juni 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (in de voor de nachtrust bestemde tijd) meermalen, althans éénmaal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit (een) auto('s) heeft

weggenomen hierna te noemen goed(eren) (van zijn gading), geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot die auto('s) heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door met een hard voorwerp één of meer ruit(en) van die auto('s) in te slaan, althans te

forceren, en wel onder meer:

- in/uit een op/nabij het [straatnaam] staande auto (merk/type Citroën C3 met kenteken

[kentekennummer]), een oplaadsnoer van een TOMTOM navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of

- in/uit een op/nabij het [straatnaam] staande auto (merk/type Ford Focus met kenteken

[kentekennummer]) een oplaadsnoer van een TOMTOM navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen, dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of

- in/uit een op/nabij het [straatnaam] staande auto (merk/type Citroën Saxo met

kenteken [kentekennummer]), een oplaadsnoer van een TOMTOM navigatiesysteem en/of eengereedschapbox (inhoudende onder andere kabels en/of een accuoplader) en/of

een "oortje" voor een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten

dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);

[art. 311 Wetboek van Strafrecht]”

10. (zaak Dekzeil)

“hij op of omstreeks 05 juni 2008 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (in de voor de nachtrust bestemde tijd) ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen hierna te noemen goed(eren) (van zijn gading)

geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot dat/die goed(eren) heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten onder meer:

- een motorfiets (merk Ducati), geheel of ten dele toebehorende aan een tot nu onbekend gebleven persoon, door het zich op die motorfiets bevindende dekzeil te verwijderen, althans op te tillen en/of

- een personenauto (van het merk/type Audi A4) (met kenteken [kentekennummer]), althans enig zich in die auto bevindend goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,

door met een hard voorwerp de ruit aan de voorzijde van die auto in te slaan, althans te forceren,

terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

[art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht]”