Home

Rechtbank Rotterdam, 18-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4340, 476810

Rechtbank Rotterdam, 18-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4340, 476810

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
18 juni 2015
Datum publicatie
19 juni 2015
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2015:4340
Zaaknummer
476810
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 1 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024], Burgerlijk Wetboek Boek 1 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 262b

Inhoudsindicatie

Geschillenregeling ex. art 1:262b BW. Van verzoeker en in het bijzonder diens advocaat mag worden verwacht dat zij, alvorens een geschil aan de kinderrechter voor te leggen, een redelijke inspanning leveren om dat geschil in der minne te beslechten. Daarvan is geen sprake. Het verzoek wordt afgewezen.

Uitspraak

beschikking

Team Jeugd

zaakgegevens : C/10/476810 / JE RK 15-1391

datum uitspraak: 18 juni 2015

wonende te [woonplaats],

advocaat: mr. R.W. de Gruijl,

en

wonende te [woonplaats]

advocaat: mr. M. Erkens.

betreffende de minderjarige:

[Naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats], hierna te noemen [roepnaam]

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

de gecertificerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI,

gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de ouders van 11 mei 2015, ingediend door mr. R.W. de Gruijl, ingekomen bij de griffie op 21 mei 2015.

Op 4 juni 2015 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Gehoord zijn:

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, voornoemd,

- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, voornoemd,

- mw [naam] vertegenwoordigster van de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.

Bij beschikking van 4 juni 2015 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld tot 4 juni 2016. De kinderrechter heeft bij deze beschikking tevens machtiging verleend tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] voor de duur van zes maanden bij pleegouders.

Het verzoek

De ouders hebben in één verzoekschrift een viertal geschillen voorgelegd met betrekking tot de uitvoering van de (voorlopige) ondertoezichtstelling. De ouders verzochten de kinderrechter te bepalen dat;

de GI binnen vijf dagen na de beschikking aan de ouders omgangsverslagen van de afgelopen bezoekmomenten doet toekomen;

de GI na ieder bezoekmoment het omgangsverslag van dat moment aan de ouders doet toekomen;

de GI dient te bewerkstelligen dat de minderjarige door de pleegouders geregeld wordt gedraaid ter voorkoming van het definitief ontwikkelen van een plat achterhoofd;

de GI per direct onderzoek doet naar de mogelijkheid van een netwerkplaatsing van de minderjarige bij de oma moederszijde.

Ter zitting is namens de ouders het verzoek mondeling gewijzigd in die zin dat alleen nog wordt verzocht te bepalen dat de GI binnen vijf dagen na de in deze te wijzen beschikking aan de ouders doet toekomen de omgangsverslagen van alle afgelopen bezoekmomenten. Het overig verzochte hebben de ouders ingetrokken.

Hoewel de vader zich, eerst ter zitting, heeft doen bijstaan door een nieuwe raadsman, heeft de kinderrechter geen verschil kunnen vinden in de standpunten van de - met elkaar samenwonende - ouders.

Het standpunt van belanghebbende

De beoordeling

De beslissing