Rechtbank Rotterdam, 21-11-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:12015, 10063056 VZ VERZ 22-10963
Rechtbank Rotterdam, 21-11-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:12015, 10063056 VZ VERZ 22-10963
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 21 november 2022
- Datum publicatie
- 8 maart 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2022:12015
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2023:1656
- Zaaknummer
- 10063056 VZ VERZ 22-10963
Inhoudsindicatie
Opzegging arbeidsovereenkomst dringende reden. Werknemer ontving een onkostenvergoeding voor de uitlaatservice van zijn hond terwijl hij daar al een aantal maanden geen gebruik meer van maakte. Hij heeft daar (desgevraagd) niet de waarheid over verteld.
Uitspraak
zaaknummer: 10063056 VZ VERZ 22-10963
uitspraak: 21 november 2022
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
[verzoeker01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. S.A. Jansen,
tegen
[verweerder01],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats01] ,
verweerder,
gemachtigde: mr. B. Schröder.
Partijen worden hierna aangeduid als [verzoeker01] en [verweerder01] .
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- -
-
het verzoekschrift, met bijlagen;
- -
-
het verweerschrift met (voorwaardelijk) tegenverzoek, met bijlagen;
- -
-
het verweerschrift naar aanleiding van het (voorwaardelijk) tegenverzoek, met bijlagen;
- -
-
de door [verweerder01] overgelegde aanvullende bijlagen;
- -
-
de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [verzoeker01] ;
- -
-
de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [verweerder01] .
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2022 waarbij partijen en hun gemachtigden zijn verschenen.
2. De vaststaande feiten
[verweerder01] is nationaal en internationaal leverancier van slangen, koppelingen en appendages.
[verzoeker01] is op 1 april 2014 bij [verweerder01] in dienst getreden in de functie van accountmanager, verantwoordelijk voor het onderhouden van (klant)relaties en het werven van nieuwe klanten. Het laatstgenoten brutosalaris van [verzoeker01] bedraagt € 5.466,68 per maand op basis van een 40-urige werkweek.
[verweerder01] heeft vanaf september 2021 aan [verzoeker01] een onkostenvergoeding van € 108,- per maand betaald, bestemd voor de uitlaatservice van de hond van [verzoeker01] . Deze vergoeding is alleen aan [verzoeker01] beschikbaar gesteld, niet ook aan andere werknemers. [verzoeker01] heeft van de uitlaatservice gebruik gemaakt vanaf september 2021 tot en met december 2021.
[verweerder01] heeft [verzoeker01] bij brief van 18 juli 2022 meegedeeld dat sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Zij heeft [verzoeker01] tot en met 21 juli 2022 gelegenheid gegeven in te stemmen met een beëindigingsovereenkomst. Dat heeft [verzoeker01] niet gedaan. [verweerder01] heeft [verzoeker01] op 22 juli 2022 op staande voet ontslagen.
3. Het verzoek
[verzoeker01] verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen;
II. [verweerder01] te veroordelen om aan [verzoeker01] het achterstallig salaris van € 5.466,68 bruto per maand vanaf 1 augustus 2022 te voldoen met de wettelijke verhoging over de bedragen vanaf de twintigste van iedere maand en de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de dag van verschuldigdheid tot de dag van voldoening;
III. [verweerder01] te veroordelen om aan [verzoeker01] deugdelijke salarisspecificaties te verstrekken ten aanzien van de hiervoor genoemde betalingen op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag of gedeelte van een dag zolang zij daarmee in gebreke blijft vanaf het moment dat twee weken zijn verstreken na betekening van deze beschikking;
IV. [verweerder01] te veroordelen om aan [verzoeker01] een vergoeding te betaling voor het niet-genoten privégebruik van de leaseauto, te begroten op € 697,20 bruto per maand, met een pro rata gedeelte van dat bedrag voor iedere dag dat [verzoeker01] geen gebruik van de leaseauto heeft kunnen maken en dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 25 juli 2022;
V. [verweerder01] te veroordelen om [verzoeker01] de leaseauto met bijbehorende tankpas ter beschikking te stellen en hem het gebruiksrecht daarover toe te kennen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte van een dag dat zij daarmee in gebreke blijft vanaf het moment dat twee dagen zijn verstreken na betekening van deze beschikking;
VI. [verweerder01] te veroordelen om [verzoeker01] weer toe te laten tot de werkzaamheden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte van een dag zolang zij daarmee in gebreke blijft vanaf het moment dat twee dagen zijn verstreken na betekening van deze beschikking;
VII. voor zover [verzoeker01] besluit zijn eis te wijzigen: [verweerder01] te veroordelen tot betaling van een bedrag ter hoogte van de gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding en de billijke vergoeding;
subsidiair
VIII. [verweerder01] te veroordelen om aan [verzoeker01] te betalen de wettelijke transitievergoeding te begroten op € 17.614,- bruto met de wettelijke rente vanaf 1 september 2022;
IX. [verweerder01] te veroordelen om aan [verzoeker01] het juiste netto equivalent van de reeds opgebouwde en niet genoten vakantiedagen uit te betalen en een deugdelijke eindafrekening te maken;
X. [verweerder01] te veroordelen om aan [verzoeker01] een deugdelijke specificatie ten aanzien van de hiervoor genoemde bedragen te verstrekken op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag of gedeelte van een dag zolang zij daarmee in gebreke blijft vanaf het moment dat twee weken zijn verstreken na betekening van deze beschikking;
XI. het relatiebeding in artikel 15 van de arbeidsovereenkomst te vernietigen;
primair en subsidiair
XII. [verweerder01] te veroordelen in de proceskosten.
[verzoeker01] legt aan zijn verzoek ten grondslag dat de door [verweerder01] gedane opzegging vernietigbaar is, omdat geen sprake is van een dringende reden en een onverwijld gegeven opzegging. [verweerder01] was niet meer tevreden over het functioneren van [verzoeker01] en zijn samenwerking met zijn leidinggevende, maar heeft onvoldoende dossier om tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst te komen. Daarom probeert zij nu door middel van een ontslag op staande voet de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
[verweerder01] voert aan dat wel sprake is van een dringede reden voor ontslag op staande voet. [verzoeker01] heeft zich verrijkt met de onkostenvergoeding, heeft dat verzwegen, heeft daar meermaals een leugenachtige verklaring over afgelegd en heeft de uitlaatservice twee keer geprobeerd te bewerken om een onjuiste verklaring ten gunste van hem tegenover [verweerder01] af te leggen. Hij is daardoor het vertrouwen van [verweerder01] onwaardig geworden en heeft ernstig verwijtbaar gehandeld. Het ontslag op staande voet is voorts onverwijld gegeven.