Home

Rechtbank Rotterdam, 02-06-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:4413, 9696066 \ VZ VERZ 22-1396

Rechtbank Rotterdam, 02-06-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:4413, 9696066 \ VZ VERZ 22-1396

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
2 juni 2022
Datum publicatie
9 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2022:4413
Formele relaties
Zaaknummer
9696066 \ VZ VERZ 22-1396

Inhoudsindicatie

Van welk loon moet worden uitgegaan bij de berekening van de transitievergoeding en uit te betalen verlofuren als bij einde dienstverband de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever al is geëindigd en de werknemer een IVA-uitkering ontvangt?

Uitspraak

zaaknummer: 9696066 \ VZ VERZ 22-1396

uitspraak: 2 juni 2022

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats verzoeker],

verzoeker,

gemachtigde: mr. drs. S.O. Voogt te Rotterdam,

tegen

Vopak Terminal Europoort B.V.,

gevestigd te Europoort Rotterdam,

verweerster,

gemachtigde: mr. A. van Toledo te Rotterdam.

Partijen worden hierna ‘[verzoeker]’ en ‘Vopak’ genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het dossier bevat de volgende processtukken:

-

het verzoekschrift met bijlagen 1 tot en met 24, ontvangen op 16 februari 2022;

-

het verweerschrift met bijlagen 1 tot en met 4;

-

de brief van 8 april 2022 namens [verzoeker] met bijlagen 25 tot en met 27;

-

de e-mail van 12 april 2022 namens Vopak;

-

de pleitnotities van mr. Voogt.

1.2.

Op 13 april 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigden besproken.

2. De feiten

2.1.

[verzoeker], geboren op [geboortedatum verzoeker], is op 24 april 1985 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Vopak. Zijn laatste functie is Field Supervisor. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Vopak (hierna: de cao) van toepassing.

2.2.

In de cao die geldt over de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 (hierna: de cao 2018-2020) is het volgende bepaald:

“(…)

21.1

Begripsbepalingen uit de E-artikelen van deze cao

(…)

21.1.1.

ATV-dagen Extra verlofdagen, overeengekomen voor gesloten groepen, naast de

overeengekomen vakantiedagen

21.1.2.

Waarde ATV-dag Eén ATV-dag = (Basis maandsalaris x 12/13) x 3/65.

21.2

Uitbetalen ATV-dagen

21.2.1.

Vopak zal zich inspannen om in overleg met medewerkers maatregelen te treffen waardoor

opname van ATV mogelijk wordt. ATV die gedurende het lopende jaar door toedoen van de

werkgever niet opgenomen kan worden, zal aan het einde van het desbetreffende jaar worden uitbetaald.

21.3

Regeling ATV-dagen vanaf 1 januari 2010

21.3.1.

Indien u voor 1 januari 2010 in dienst was bij een werkgever/bedrijf genoemd in Artikel 1A Definities van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland 2007 – 2009, en u had vóór 1 januari 2010 de beschikking over 21 ATV-dagen dan is onderstaande regeling op u van toepassing. Had u recht op minder dan 21 ATV-dagen omdat uw gemiddelde dienstroostertijd per week lager was dan 38,75 uur, exclusief lunchpauze, dan geldt deze regeling pro rata.

21.3.2.

Huidige medewerkers

Voor de medewerkers in dienst van Vopak op 31 december 2009 hebben de CAO-partijen het volgende afgesproken:

Werkweek

a. Voor medewerkers werkzaam in de dag- of onregelmatige dienst, niet zijnde een 5-ploegen volcontinudienst, is met ingang van 1 januari 2010 de gemiddelde dienstroostertijd per week 38,75 uur, exclusief lunchpauze.

ATV-dagen

b. Medewerkers die 21 ATV-dagen hadden, behouden zes roostervrije dagen, die vrij opneembaar zijn. Tien ATV-dagen worden jaarlijks uitbetaald of kunnen worden gestort op een geblokkeerde rekening, zoals de Levenslooprekening. Indien de fiscale ruimte dit toelaat, kan de vrijwillige spaarmogelijkheid bij het pensioenfonds worden gebruikt.

c. Vijf ATV-dagen worden omgezet naar vakantiedagen, zodat het aantal vakantiedagen per jaar met ingang van 1 januari 2010 met vijf dagen is verhoogd. (…)

(…)

21.12

Ouderendagen voor medewerkers uit de geboortejaren 1950 t/m 1959

21.12.1.

Indien niet anders aangegeven, is de in dit artikel opgenomen regeling uitsluitend van toepassing op medewerkers, geboren van 1950 tot en met 1959.

21.12.2.

Werktijdverkorting met behoud van salaris vindt plaats conform onderstaand schema en pro rata, met ingang van de eerste van de maand waarin de medewerker onderstaande leeftijden bereikt.

Leeftijd Ouderendagen per jaar

55 - 05

56 - 05

57 - 07

58 - 07

59 - 10

60 - 10

61 - 20

62 - 26

63 - 39

64 - 52

65 en ouder - 0

21.12.3.

Aanwijzen ouderendagen door Vopak

Van de in artikel 21.12 vastgestelde ouderendagen mag Vopak er per jaar drie aanwijzen tijdens leegloop. Deze dagen worden uiterlijk voor het einde van het derde kwartaal aangewezen. Indien er geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot aanwijzing van ouderendagen tijdens leegloop, dan zijn de dagen vanaf het vierde kwartaal weer beschikbaar voor de medewerker en moeten worden opgenomen in het vierde kwartaal.

21.12.4.

Medewerkers uit de geboortejaren 1960 tot en met 1964 die hebben gekozen voor behoud van de ouderenregeling, hebben eveneens recht op werktijdverkorting. Het aantal ouderendagen per jaar wordt dan echter bevroren op tien ouderendagen per jaar zodra de leeftijd van 61 jaar is bereikt.

(…)

21.12.6.

De medewerker en zijn leidinggevende dienen in gezamenlijk overleg voor een geheel jaar vast te stellen op welke wijze de verkorting van de arbeidstijd plaatsvindt. Indien dit qua vervoersfaciliteiten mogelijk is, wordt de werktijdverkorting bij voorkeur per dag gegeven. Indien de werktijdverkorting niet per dag wordt gegeven, moet deze als regel in de overeengekomen periode worden opgenomen en mag deze nooit langer dan één periode opgespaard worden. Werktijdverkorting die gedurende het jaar door toedoen van de werkgever niet opgenomen kan worden, zal aan het einde van het jaar uitbetaald worden.

(…)”

2.3.

In de cao die geldt in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023 (hierna: de cao 2021-2023) zijn de hiervoor geciteerde artikelen van de cao 2019-2020 identiek en is aan artikel 20.3.2 sub f ter zake ATV-dagen het volgende toegevoegd:

“Bij ziekte vindt een correctie plaats op zowel de opbouw als de uitbetaling van ATV-dagen. Ten behoeve van de uitvoerbaarheid wordt dit alleen toegepast bij langdurige ziekte (>42 dagen).”

Een gelijkluidende toevoeging is gedaan in artikel 20.12.2 ter zake ouderendagen:

“Bij ziekte vindt een correctie plaats op zowel de opbouw als de uitbetaling van de ouderen dagen Ten behoeve van de uitvoerbaarheid wordt dit alleen toegepast bij langdurige ziekte (>42 dagen).”

2.4.

In het onderhandelingsresultaat van de cao 2021-2023 is het volgende opgenomen:

“Tijdens ziekte wordt geen arbeidstijdverkorting opgebouwd. Ter verheldering met betrekking tot ATV (opbouw en uitbetaling) en ouderendagen zal in de CAO worden opgenomen dat een correctie van opbouw en uitbetaling bij afwezigheid door ziekte plaatsvindt. Ten behoeve van de uitvoerbaarheid wordt dit alleen toegepast bij langdurige ziekte (> 42 dagen).”

2.5.

Op 27 juni 2019 is [verzoeker] arbeidsongeschikt geraakt als gevolg van een bedrijfsongeval. Vopak heeft ter zake het bedrijfsongeval aansprakelijkheid erkend.

2.6.

Op 23 juni 2021 heeft Vopak aan [verzoeker] medegedeeld dat zij een ontslagvergunning bij het UWV zal aanvragen.

2.7.

Met ingang van 24 juni 2021 (na een periode van 104 weken arbeidsongeschiktheid) is een IVA-uitkering toegekend aan [verzoeker].

2.8.

Op basis van de cao is bij Vopak per 1 juli 2021 een loonsverhoging doorgevoerd.

2.9.

Het UWV heeft een ontslagvergunning afgegeven. Vopak heeft op 15 juli 2021 de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 17 november 2021.

3. Het verzoek

3.1.

[verzoeker] verzoekt na vermeerdering van de eis samengevat:

- Vopak te veroordelen om binnen tien dagen na de datum van deze beschikking tegen behoorlijk bewijs van kwijting en toezending van een deugdelijke specificatie het netto-equivalent van de volgende bruto bedragen te betalen aan [verzoeker]:

- € 1.449,50 ten titel van transitievergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

- € 875,07 ten titel van uitbetaling openstaande verlofuren, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling en de verschuldigde wettelijke verhoging;

- € 8.579,60 ten titel van niet genoten ATV- en ouderendagen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling en de verschuldigde wettelijke verhoging;

althans door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedragen;

-

Vopak te veroordelen om binnen tien dagen na de datum van deze beschikking tegen behoorlijk bewijs van kwijting € 784,54 ter zake buitengerechtelijke kosten te betalen aan [verzoeker];

-

Vopak te veroordelen in de proceskosten.

3.2.

[verzoeker] baseert zijn verzoeken samengevat op het volgende.

Transitievergoeding

3.2.1.

Bij de berekening van de transitievergoeding is Vopak uitgegaan van het loon zoals dat gold vóór de cao-verhoging per 1 juli 2021. Het betreft een bedrag ter hoogte van € 6.585,00 bruto per maand inclusief vakantietoeslag. De arbeidsovereenkomst is echter op 15 juli 2021 opgezegd en op 17 november 2021 geëindigd. Voor de berekening van de transitievergoeding had dan ook moeten worden uitgegaan van het loon zoals dat gold bij einde van de arbeidsovereenkomst, namelijk het loon inclusief de cao-verhoging per 1 juli 2021. Het loon inclusief de cao-verhoging bedroeg € 6.703,85 bruto per maand inclusief vakantietoeslag. Uitgaande van dat loon heeft [verzoeker] recht op een transitievergoeding ten bedrage van € 81.716,56 bruto. Vopak heeft reeds € 80.267,00 bruto aan hem betaald. [verzoeker] heeft dus nog recht op betaling van het verschil ten bedrage van € 1.449,50 bruto.

Verlofuren

3.2.2.

Ook bij de berekening van de uitkering in geld van de niet genoten verlofuren is Vopak ten onrechte uitgegaan van het loon zonder de cao-verhoging. Uitgaande van het loon inclusief de cao-verhoging ten bedrage van € 39,92 bruto per uur inclusief vakantietoeslag, had € 49.903,99 bruto moeten worden betaald ter zake de 1.250,1 niet genoten verlofuren. Vopak heeft slechts € 49.028,93 bruto betaald. [verzoeker] heeft dus nog recht op betaling van het verschil ten bedrage van € 875,07 bruto.

ATV- en ouderendagen

3.2.3.

[verzoeker] heeft ATV- en ouderendagen opgebouwd. Hij kon die dagen niet opnemen als gevolg van het bedrijfsongeval, waarvoor Vopak aansprakelijkheid heeft erkend. Het is dan ook door toedoen van Vopak als bedoeld in de cao dat [verzoeker] die dagen niet heeft kunnen opnemen. Op grond van de cao dient dan ook uitbetaling van de dagen plaats te vinden. Het betreft in totaal 146,95 uur over 2019 en 2020. Daarnaast is afgesproken dat op basis van overgangsregelingen 10 van de 21 oorspronkelijke ATV-dagen per jaar worden uitbetaald, hetgeen is gebeurd in 2019 en 2020, maar niet in 2021. [verzoeker] heeft in 2021 daarom pro rata nog recht op uitbetaling van 8,77 ATV-dagen. De ATV- en ouderendagen moeten worden uitbetaald op basis van het loon ter hoogte van € 39,92 bruto per uur (het loon inclusief cao-verhoging) inclusief 8,33% vakantietoeslag. Het betreft in totaal € 8.579,60 bruto. [verzoeker] betwist dat de uren vervallen aan het einde van het kalenderjaar.

4. Het verweer

5. De beoordeling

6. De beslissing