Home

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 30-03-2010, BL8876, 01/821140-09

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 30-03-2010, BL8876, 01/821140-09

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
30 maart 2010
Datum publicatie
30 maart 2010
ECLI
ECLI:NL:RBSHE:2010:BL8876
Formele relaties
Zaaknummer
01/821140-09
Relevante informatie
Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024], Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 240b

Inhoudsindicatie

Virtuele kinderporno ('schijnbaar betrokken' in artikel 240b Sr). De door de rechtbank bekeken afbeeldingen tonen figuren, waarvan voor de gemiddelde kijker onmiddellijk duidelijk is dat ze niet echt zijn. Deze afbeeldingen zijn daarom geen strafbare kinderporno. Veroordeling tot 120 uur werkstraf wegens bezit van enkel echte kinderpornografische afbeeldingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH

Sector Strafrecht

Parketnummer: 01/821140-09

Datum uitspraak: 30 maart 2010

Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,

wonende te [woonplaats] [adres]

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 maart 2010.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 februari 2010.

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 juni 2008 tot

en met 22 januari 2009 te Valkenswaard, in elk geval in Nederland,

één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager (een of meer)

harddisk(s) van (een) computer(s)) en/of (computer)bestanden en/of (een)

diskette(s) en/of dvd('s) en/of cd-rom(s) en/of videoband(en)), bevattende één

of meerdere afbeelding(en) van (een) seksuele gedraging(en),

bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een of meer perso(o)n(en) die

kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren

betrokken en/of schijnbaar was/waren betrokken,

(telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of openlijk

tentoongesteld en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in

bezit heeft gehad,

te weten (digitale) afbeeldingen/foto's/films van een of meer (naakte en/of

deels naakte) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet

hadden bereikt en die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of

meer andere perso(o)n(en)verrichten en/of laten verrichten, en/of die op

zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen

nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht, en/of die op zodanige

wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat dit kennelijk (mede) is bedoeld om

seksuele prikkeling op te wekken,

en/of bestaande die seksuele gedraging(en) onder meer uit

- een serie van afbeeldingen en/of foto's waarop (telkens) een meisje van naar

schatting rond de twaalf à dertien jaar oud staat en/of

(waarbij) een of meer man(nen) (meermalen) het truitje van het meisje omhoog

trekt/trekken waardoor de borsten van het meisje (telkens) uitdrukkelijk in

beeld zijn gebracht en/of

(hierbij) een man een borst van het meisje streelt en/of (vervolgens) het

meisje voorover buigt en haar broek iets naar beneden heeft getrokken waardoor

haar billen uitdrukkelijk in beeld zijn gebracht en/of

het meisje (inmiddels) geheel naakt op een knie van een man zit en haar benen

buigt en de man haar benen omhoog houdt en spreidt waardoor de vagina van het

meisje meermalen, althans eenmaal, uitdrukkelijk in beeld is gebracht en/of

het meisje (vervolgens) zittend op een knie van een man zelf een knie optrekt

en/of een kaars (gedeeltelijk) in haar vagina duwt en/of

het meisje (wederom) met wijd gespreide benen op de schoot van een man en haar

vagina uitdrukkelijk in beeld is gebracht en (waarbij) het meisje met de

vingers van beide handen haar schaamlippen enigszins van elkaar houdt

(afbeeldingen 1 tot en met 9 op pagina 15) en/of

- een afbeelding en/of foto van een naakt meisje in de leeftijd van naar

schatting tussen de negen en dertien jaar oud zittend en leunend achterover op

een zandheuvel met beiden armen achter zich en waarbij haar vagina en borsten

uitdrukkelijk in beeld zijn gebracht en/of

(afbeelding 1 op pagina 45)

- een afbeelding en/of foto van een meisje in de leeftijd van naar schatting

tussen de negen en de dertien jaar oud met een hemdje dat omhoog is gerold tot

boven haar borsten en waarbij haar borsten uitdrukkelijk in beeld zijn

gebracht en/of

(afbeelding 2 op pagina 45/46)

- een afbeelding en/of foto van een naakt meisje in de leeftijd van naar

schatting tussen de negen en veertien jaar oud half zittend/liggend op een

dekbed en waarbij de vagina en borsten van het meisje nadrukkelijk in beeld

zijn gebracht en/of

(afbeelding 3 op pagina 46) en/of

- een tekening en/of afbeelding van twee naakte meisjes in de leeftijd van

naar schatting tussen de negen en dertien jaar oud die gekneild voor een

naakte man zitten en waarvan het meisje met de staartjes de penis van de man

in haar mond heeft en de man zijn linkerarm op het hoofd van het meisje heeft

gelegd en/of

(afbeelding 7 titel 02 op pagina 47)

- een tekening en/of afbeelding van een meisje in de leeftijd van naar

schatting tussen de negen en dertien jaar oud die op haar hurken voor een

volwassen man zit en waarbij de stijve penis van de man bij de mond van het

meisje wordt gehouden en het meisje haar rechterhand bij haar vagina houdt

en/of

(afbeelding 8 titel 04 op pagina 47)

- een tekening en/of afbeelding van een volwassen man en vrouw die

gemeenschap hebben en waarbij de man naar een jongen kijkt in de leeftijd

van naar schatting tussen de negen en vijftien jaar oud die half

zittend/liggend naar zijn erectie kijkt en waarbij een ander minderjarig

persoon geknield naast de jongen zit en de jongen pijpt en/of

(afbeelding 9 titel 09-01)

- een tekening en/of afbeelding waarop de gespreide benen en het scrotum van

een man/jongen zichtbaar zijn en waarop een naakt meisje in de leeftijd van

naar schatting tussen de acht en de twaalf jaar oud op een bank ligt en

daarbij op haar rechter elleboog steunt en haar linkerhand bij haar vagina

houdt en waarbij een tekstwolk staat met de tekst: "ooooh! Look at that,

Cindy! Mikey's pee-pee got all big and stiff!" en naast het meisje staat een

tweede vrouw/meisje afgebeeld die met gespreide benen op haar rug ligt en

waarbij een tekstwolk staat met de tekst: "I like looking at it too!"Look how

it wiggles and bounces around!"

(afbeelding 10 titel 1109401969)

[art. 240b van het Wetboek van Strafrecht].

Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie vindt het bezit, openlijk tentoonstellen en verspreiden van alle afbeeldingen bewezen. Zij vindt dat alle afbeeldingen kinderpornografisch zijn. Dit geldt naar haar mening ook voor de virtuele plaatjes (streepjes 5 t/m 8). Het gaat volgens haar om plaatjes waarvan volwassenen meteen zien dat er geen echte kinderen op te zien zijn, maar deze tekeningen wekken volgens haar wel de suggestie van kindermisbruik, terwijl de wetgever met strafbaarstelling van virtuele kinderporno juist heeft beoogd kinderen te beschermen tegen gedrag dat hen kan aanmoedigen of verleiden tot seksuele gedragingen en tegen gedrag dat deel kan gaan uitmaken van een subcultuur die seksueel misbruik van kinderen bevordert. Zij verwijst naar een ongepubliceerd arrest van het Gerechtshof in 's-Hertogenbosch van 28 oktober 2009, parketnummer 20-003627/08, waarin volgens haar in een collectie met echte kinderpornografie een virtuele afbeelding zat en het hof zonder speciale overweging alles als kinderporno heeft bestempeld.

Het standpunt van de verdediging.

De verdediging laat de beoordeling van de eerste vier streepjes aan de rechtbank over. Namens de verdachte is aangevoerd dat de virtuele plaatjes onder streepjes 5 t/m 8 niet strafbaar zijn en dat de bedoeling van de wetgever met de strafbaarstelling van kinderporno is kinderen te beschermen tegen schending van hun integriteit en dat dit niet aan de orde is bij tekeningen waarop kinderen zijn betrokken bij seksuele gedragingen.

Het oordeel van de rechtbank.

Ten aanzien van de afbeeldingen onder streepjes 1 t/m 4.

De rechtbank acht bewezen dat dit kinderpornografie betreft op grond van het relaas van [verbalisant 1], het relaas van verbalisant [verbalisant 2], het relaas van verbalisant [verbalisant 1] en de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2010 4.

Ten aanzien van de afbeeldingen onder streepjes 5 t/m 8.

In zijn proces-verbaal stelt zedenrechercheur [verbalisant 1] dat het om virtuele afbeeldingen gaat. Dit betekent dat er geen echte kinderen zijn te zien, maar dat de afbeeldingen helemaal kunstmatig op de computer zijn gemaakt. Dan moet de rechtbank de vraag beantwoorden of juridisch sprake is van 'schijnbare betrokkenheid' van een kennelijke 18-minner (artikel 240b, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht). De rechtbank vindt om de volgende reden dat in deze zaak van zulke schijnbare betrokkenheid geen sprake is, anders gezegd dat deze virtuele afbeeldingen geen kinderporno in de zin van de strafwet zijn.

In een vonnis van deze rechtbank van 4 februari 2008, LJN BC3225 zijn de internationaal- en Europeesrechtelijke achtergrond, de wetsgeschiedenis en de doelstelling van het verbod op virtuele kinderporno beschreven. Niet elke gefabriceerde afbeelding is strafbaar gesteld. Uit de geschiedenis van de wet blijkt dat voor 'schijnbare betrokkenheid' is vereist dat de afgebeelde persoon net echt moet lijken. Onder meer een afbeelding waaruit meteen blijkt dat het gaat om een gemanipuleerde afbeelding die niet realistisch is, valt niet onder genoemd wetsartikel.

De rechtbank heeft de afbeeldingen op de terechtzitting achter gesloten deuren bekeken. Op elk van de vier afbeeldingen heeft de rechtbank figuren gezien. Bij de afbeelding onder het vijfde streepje is een gespierd en min of meer anatomisch correct onderlijf van een volwassen man te zien, maar ontbreekt het bij de meisjesfiguren aan voor een mens kenmerkende gezichtskleur en spiermassa en hun kapsels en gezichten (ogen) zijn mede gelet op de vorm evident getekend. Ook op de afbeelding onder het zesde streepje zijn een mannenfiguur en een meisjesfiguur te zien en is het wat betreft kleur en spieren precies andersom. Op de afbeelding onder het zevende streepje vallen bij sommige figuren de getekende voeten weg tegen de achtergrond (het ontbreekt als het ware aan scherpte) en heeft de passief betrokken jongensfiguur een kapsel met een forse kale plek op het hoofd, terwijl de actief betrokken kinderfiguur zo weinig scherp is getekend, dat niet kan worden vastgesteld of het een jongens- of een meisjesfiguur betreft. Op de afbeelding onder het achtste streepje zijn meisjesfiguren te zien die, in vergelijking minder dan bij de andere afbeeldingen het geval is, amper menselijke gezichtskleur of spiermassa hebben en die mede gelet op de vorm evident getekende kapsels en gezichten (ogen) hebben; de meest rechtse meisjesfiguur heeft naar het lijkt een anatomisch/perspectivisch opmerkelijk lang linkerbeen. Alle afbeeldingen zijn te duiden als (pornografische) (driedimensionale) cartoons c.q. animaties c.q. tekeningen.

De rechtbank concludeert dat voor de gemiddelde kijker onmiddellijk duidelijk is dat het gebeuren niet echt is en dat het gaat om gemanipuleerde afbeeldingen die niet realistisch zijn. Daarom kan het bestanddeel 'schijnbaar was/waren betrokken' niet bewezen worden. Aan de vraag of deze afbeeldingen in strijd zijn met het beschermde belang van de wetsbepaling, zoals de officier van justitie betoogt, komt de rechtbank tegen deze achtergrond niet meer toe. Het door de officier overgelegde arrest van het gerechtshof maakt dit niet anders; de rechtbank vindt dat elke afbeelding op haar merites moet worden beoordeeld en is bovendien niet bekend met de afbeelding die aan de orde was in de zaak die voor het hof diende. De rechtbank zal verdachte dus vrijspreken van gedrag dat ziet op de tekeningen/afbeeldingen onder streepjes 5 t/m 8.

De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het tenlastegelegde verspreiden van kinderpornografie omdat er geen bewijs is voor het feit dat er ook daadwerkelijk kinderpornografisch materiaal van de server van de computer van verdachte is afgehaald.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte

in de periode van 5 juni 2008 tot en met 22 januari 2009 te Valkenswaard meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager (een harddisk van een computer en computerbestanden), bevattende één of meerdere afbeelding(en) van seksuele gedragingen,

bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een of meer perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken, telkens openlijk tentoongesteld heeft en in bezit heeft gehad, te weten (digitale) afbeeldingen/foto's van een of meer (naakte en/of deels naakte) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt en die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of

meer andere perso(o)n(en)verrichten en/of laten verrichten, en/of die op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht, en/of die op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat dit kennelijk (mede) is bedoeld om seksuele prikkeling op te wekken,en/of bestaande die seksuele gedraging(en) onder meer uit

- een serie van afbeeldingen en/of foto's waarop (telkens) een meisje van naar schatting rond de twaalf à dertien jaar oud staat en/of (waarbij) een of meer man(nen) (meermalen) het truitje van het meisje omhoog trekt/trekken waardoor de borsten van het meisje (telkens) uitdrukkelijk in beeld zijn gebracht en/of (hierbij) een man een borst van het meisje streelt en/of (vervolgens) het meisje voorover buigt en haar broek iets naar beneden heeft getrokken waardoor haar billen uitdrukkelijk in beeld zijn gebracht en/of het meisje (inmiddels) geheel naakt op een knie van een man zit en haar benen buigt en de man haar benen omhoog houdt en spreidt waardoor de vagina van het meisje meermalen, althans eenmaal, uitdrukkelijk in beeld is gebracht en/of het meisje (vervolgens) zittend op een knie van een man zelf een knie optrekt en/of een kaars (gedeeltelijk) in haar vagina duwt en/of

het meisje (wederom) met wijd gespreide benen op de schoot van een man en haar vagina uitdrukkelijk in beeld is gebracht en (waarbij) het meisje met de vingers van beide handen haar schaamlippen enigszins van elkaar houdt

(afbeeldingen 1 tot en met 9 op pagina 15) en

- een afbeelding en/of foto van een naakt meisje in de leeftijd van naar schatting tussen de negen en dertien jaar oud zittend en leunend achterover op een zandheuvel met beiden armen achter zich en waarbij haar vagina en borsten uitdrukkelijk in beeld zijn gebracht en

(afbeelding 1 op pagina 45)

- een afbeelding en/of foto van een meisje in de leeftijd van naar schatting tussen de negen en de dertien jaar oud met een hemdje dat omhoog is gerold tot boven haar borsten en waarbij haar borsten uitdrukkelijk in beeld zijn gebracht en

(afbeelding 2 op pagina 45/46)

- een afbeelding en/of foto van een naakt meisje in de leeftijd van naar schatting tussen de negen en veertien jaar oud half zittend/liggend op een dekbed en waarbij de vagina en borsten van het meisje nadrukkelijk in beeld zijn gebracht

(afbeelding 3 op pagina 46).

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De kwalificatie.

Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.

De strafbaarheid.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:

Wetboek van Strafrecht art. 9, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b.

Oplegging van straf en maatregel.

De eis van de officier van justitie.

De standaardeis voor dergelijke feiten is achttien maanden gevangenisstraf. In casu zijn er strafverminderende omstandigheden en ga ik niet over tot het eisen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Ik eis een werkstraf voor de duur van 140 uur, subsidiair 70 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van twee jaar. Voorts onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen computer.

Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.

Het standpunt van de verdediging.

Verdachte heeft lange tijd in een toestand van grote spanning en stress verkeerd over de afloop van deze strafzaak. Verdachte heeft een blanco strafblad. In het geval aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd, raakt hij zijn baan en daarmee ook zijn huis kwijt en dat betekent dat verdachte feitelijk is geruïneerd. De raadsman stelt voor om aan verdachte een werkstraf op te leggen die van kortere duur is dan de door de officier van justitie geëiste. De raadsman acht een voorwaardelijke gevangenisstraf niet aan de orde omdat de kans op herhaling nihil is. Tot slot verzoekt de raadsman om de harde schijf met persoonlijke zaken aan verdachte terug te geven.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

Strafverzwarende omstandigheden.

Verdachte heeft kinderpornografische afbeeldingen openlijk tentoongesteld en in bezit gehad. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij als bezitter van kinderporno de vraag hiernaar mede in stand heeft gehouden. Verdachte heeft hierdoor indirect bijgedragen aan het seksueel misbruik van kinderen ten behoeve van de productie van kinderporno. Het hoeft geen betoog dat dit misbruik kan leiden tot grote psychische, emotionele en lichamelijke schade bij de desbetreffende kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun ontwikkeling. De afgebeelde personen kunnen nog jaren later geconfronteerd worden met de afbeeldingen die via het internet worden verspreid.

Strafmatigende omstandigheden.

Verdachte heeft spijt betoond en ziet in dat zijn gedrag op geen enkele wijze valt goed te praten. De aangetroffen kinderpornografie betreft een relatief geringe hoeveelheid en uit niets blijkt dat verdachte er zelf actief naar op zoek is geweest. Sedert het aan het licht komen van de feiten is er een relatief lange periode verstreken, gedurende welke verdachte in grote spanning en stress heeft verkeerd over de afloop van deze strafzaak.

Strafmodaliteit.

De werkstraf zoals door de officier van justitie gevorderd acht de rechtbank een te hoge straf die niet past bij de bewezenverklaarde strafbare feiten en de omstandigheden van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat een werkstraf van na te melden duur de ernst van de feiten voldoende tot uitdrukking brengt. De rechtbank ziet, gelet op de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden zoals die uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren zijn gekomen, geen aanleiding om aan verdachte tevens een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank schat de kans op herhaling in als gering.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting - dit een voorwerp is met betrekking tot welk de feiten zijn begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

Teruggave.

De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen. Voorts heeft verdachte overwegend persoonlijk belang bij het terugkrijgen van de betreffende goederen.

DE UITSPRAAK

Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.

Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:

Een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een

seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien

jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, openlijk tentoonstellen en in

bezit hebben, meermalen gepleegd.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Legt op de volgende straf en maatregel:

- een werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis.

- onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen goed, te weten een

harde schijf van een computer bevattende kinderpornografie.

- teruggave van de inbeslaggenomen goederen, te weten: een personal computer, kleur

zwart, met serienummer RC690 KKN11081002199, en een daarbij behorende harde schijf bevattende aan verdachte toebehorende persoonlijke zaken, niet zijnde kinderpornografie, aan verdachte.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. F. van Laanen, voorzitter,

mr. J.M.P. Willemse en mr. E.W. van den Heuvel, leden,

in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,

en is uitgesproken op 30 maart 2010.

1 Relaas verbalisant [verbalisant 1] op p 4 van het proces-verbaal

2 Relaas verbalisant [verbalisant 2] op p 15 van het proces-verbaal

3 Relaas verbalisant [verbalisant 1] op p 45 en 46 van het proces-verbaal

4 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2010