Degene die niet op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en niet op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen verzekerd is en die arbeidsongeschikt wordt of wiens arbeidsongeschiktheid is toegenomen als gevolg van een beroepsziekte, genoemd in kolom I van de bijlage bij dit besluit, wordt voor het recht op toekenning onderscheidenlijk herziening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, indien de beroepsziekte veroorzaakt is door de in kolom II van de bijlage achter de ziekte vermelde, door de betrokkene verrichte werkzaamheden en hij ter zake van die werkzaamheden op grond van laatstgenoemde wet verzekerd was doch nimmer verzekerd is geweest op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Besluit aanspraken bij beroepsziekten van niet op grond van de WAO of de Wet WIA verzekerden
Besluit aanspraken bij beroepsziekten van niet op grond van de WAO of de Wet WIA verzekerden
Opschrift
Aanhef
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 20 juni 1967, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Soc. Verz., Afd. Algemene Zaken;
Gelet op de artikelen 17, vierde lid, en 66, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
De Raad van State gehoord (advies van 28 juni 1967, No. 47);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 4 juli 1967, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Soc. Verz., Afd. Alg. Zaken, No. 58232;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Degene die niet op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en niet op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen verzekerd is en die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt of gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt als gevolg van een beroepsziekte genoemd in kolom I van de bijlage, wordt voor het recht op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van die wet, indien de beroepsziekte veroorzaakt is door de in kolom II van de bijlage achter de ziekte vermelde door de betrokkene verrichte werkzaamheden en hij ter zake van die werkzaamheden op grond van die wet verzekerd was.
Voorzover het betreft door de betrokkene voor 1 juli 1967 verrichte werkzaamheden wordt bij de toepassing van het eerste lid in plaats van «beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» gelezen: beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van de wettelijke ongevallenverzekering.
Arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte, genoemd in kolom I van de bijlage van dit besluit, wordt, tenzij het tegendeel blijkt, geacht te zijn veroorzaakt door de in het eerste lid bedoelde door de betrokkene verrichte werkzaamheden.
Artikel 2
Het bepaalde in het vorige artikel blijft buiten toepassing ten aanzien van:
degene, die bij de intreding van de arbeidsongeschiktheid in verband met het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering niet verzekerd is;
degene, die ter zake van de arbeidsongeschiktheid recht op uitkering ontleent aan de Liquidatiewet ongevallenwetten;
degene die bij het intreden van de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid of de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in samenhang met artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de Ziektewet niet verzekerd is op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 3
Degene, die ingevolge het bepaalde in artikel 1 beschouwd wordt alsof hij verzekerd is ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering dan wel de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt geacht te zijn verzekerd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.