Home

Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985

Geldig vanaf 1 oktober 2012
Geldig vanaf 1 oktober 2012

Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-10-2012]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 15 april 1985, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, no. J. 2430;

Overwegende dat het wenselijk is mede ter uitvoering van verordening (EEG) no. 3626/82 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1982 (Pb EG L384), een herzien Reglement minimummaten en gesloten tijden vast te stellen;

Gelet op de artikelen 2a , 4, 9 en 16 van de Visserijwet 1963 (Stb. 312);

Gehoord het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap, het Bedrijfschap voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven, de Nederlandse Vereniging voor Sportvissersfederaties, het Centraal Nederlands Hengelaarsverbond en de Voorlopige Adviesraad voor de Binnenvisserij;

De Raad van State gehoord (advies van 30 mei 1985, no. W.11.85.0214/06.05.22);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 31 mei 1985 no. J3589, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

1.

Bij ministeriële regeling wordt de afmeting, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de Visserijwet 1963, bepaald.

2.

Vis van de soorten waarvoor ingevolge het eerste lid een afmeting is bepaald wordt onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in hetzelfde water teruggezet, indien de vis, gemeten vanaf de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin, niet tenminste de daarvoor bepaalde afmeting heeft.

3.

Indien bij of krachtens het Reglement zee- en kustvisserij 1977 voorschriften zijn gesteld inzake afmetingen of daarnaar wordt verwezen, zijn deze ook van toepassing op vissen die worden gevangen in de wateren, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel d, van de Visserijwet 1963, en is het tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

1.

Bij ministeriële regeling wordt het in artikel 2a, tweede lid, van de wet bedoelde tijdvak vastgesteld.

2.

Vis van de soorten waarvoor ingevolge het eerste lid een tijdvak is bepaald wordt onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in hetzelfde water teruggezet, indien de vis tijdens dit tijdvak is gevangen.

Artikel 3

Het is verboden vis voorhanden of in voorraad te hebben, aan te voeren, te vervoeren, te koop aan te bieden, te vervreemden, af te leveren, te bewerken of te verwerken indien:

  1. behorende tot de soorten bedoeld in artikel 1, tweede lid, of in artikel 1, derde lid, bedoelde vissen, deze, gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin, niet ten minste de achter de desbetreffende soort vermelde maat heeft;

  2. behorende tot de soorten bedoeld in artikel 2, in het bij de desbetreffende soort vermelde tijdvak, uitgezonderd de eerste zes dagen daarvan tenzij als tijdvak het gehele jaar is vastgesteld.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10 [Vervallen per 01-10-2012]

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13 [Vervallen per 29-01-1997]

Artikel 14 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17